Een reality tour. Dat is wat
vandaag op het programma staat. Onze
gids heeft een missie. Zo vertelt hij
ons. Hij wil ons wegleiden van de
platgetreden, toeristische paden. Hij
wil ons het leven tonen zoals het werkelijk is.
Zonder franjes. Niet bijgewerkt
of opgesmukt. De naakte waarheid, dat
wil hij ons tonen. Dat wil hij ons
vertellen. Hij wil het beeld, dat wij in
ons hoofd hebben gemaakt van Peru, bijwerken.
Op basis van een beperkte kennis, gehaald uit boeken en andere media,
hebben wij dat beeld gevoed en vorm gegeven.
Vanuit België hebben wij een mening gevormd over Peru. Zonder ook maar één voet in het land te
zetten. Die mening heeft zich vastgezet
in onze hoofden. Met die op afstand
gevormde opinie zijn wij in Peru geland.
Onze gids stelt zich nu tot doel dat vastgeroeste oordeel los te wrikken
en opnieuw op te bouwen. Met bouwstenen,
door hem aangereikt. Bouwstenen, die de
gids haalt uit het dagelijkse leven. Dat
dagelijkse leven zal onze ogen moeten openen.
Dat dagelijkse leven zal ons het echte Peru moeten tonen. Pas als wij dat echte Peru gezien en gehoord
hebben, zullen wij kunnen oordelen.
Gefundeerd. Onderbouwd.
In zijn poging ons het echte Peru te tonen, mijdt onze gids de
nuances. Hij is recht voor de raap. Wij zitten nog maar net op de bus of hij
begint met een lofzang op de ex-president Fujimori. Aan die president kleven beschuldigingen van
corruptie en schendingen van de mensenrechten.
Dat alles kwam uitvoerig in de pers.
Dat beeld zou niet juist zijn. Of
toch niet volledig. Fujimori zou het
slachtoffer zijn van een mediacomplot.
In een samenzwering tegen zijn persoon, waarin de huidige machthebbers
samenspannen met de landelijke media, werd El Chino geslachtofferd. Een te sterke nadruk op de zware uitschuivers
besmeurden het beeld van Fujimori.
Onze gids belicht de andere zijde van de verketterde president. Onder zijn presidentschap werden enkele
projecten opgestart, die voornamelijk de lagere sociale klassen ten goede
kwamen. Onder zijn impuls werd begonnen
met seksuele opvoeding waarbij condooms en de anticonceptiepil gratis werden verstrekt. Dit initiatief kende een groot succes. Het aantal tienerzwangerschappen daalde
fel. Diezelfde president maakte het
tevens mogelijk dat diezelfde sociale klassen gemakkelijker over een eigen huis
konden beschikken.
Met dat beleid voelde de elite zich bedreigd. Alles wordt in stelling gebracht om president
Fujimori in diskrediet te brengen. Dat
lijkt gemakkelijk te gaan. De media
(kranten en televisie) lopen aan de hand van diezelfde elite. De media is het klankbord van die elite. Uiteindelijk begint in 2007 een hele reeks
processen tegen de president. Hij wordt
schuldig bevonden voor machtsmisbruik, omkoping en schending van de
mensenrechten. Fujimori belandt in de
cel.
De celstraf doet de goede prestaties van Fujimori ondersneeuwen. De sociale verdiensten lijken vergeten te
worden. Hiertegen gaat onze gids in
verzet. Hij wil geen eenzijdig verhaal. Hij wil het hele verhaal vertellen. Maar wegen die sociale verdiensten op tegen
de schending van de mensenrechten? Wegen die sociale projecten op tegen
machtsmisbruik en omkoping? Onze gids neigt naar een positief antwoord. Ik twijfel.
Want vertelt die gids wel het echte verhaal? Is de gids niet de
spreekbuis van bepaalde belangengroepen? Vertelt die gids niet zijn gekleurde
versie van de feiten? Ik weet het niet.
Het niet weten van een duidelijk antwoord doet mij aarzelen om voluit
mee te gaan in het verhaal van onze gids.
Ik blijf sceptisch.
De reality tour zal ons naar plaatsen brengen waar wij het dagelijkse
leven kunnen ervaren. Waar wij midden in
dat leven zullen staan. Die confrontatie
in combinatie met de commentaar van onze gids kan hard zijn. Maar wij beginnen zachtjes. Hardheid mag ons niet onmiddellijk in het
gezicht gesmeten worden. Dat moet in
stapjes gebeuren. Heel geleidelijk. Daarom beginnen we op een lokale markt. De verkopers in de kraampjes lachen ons
toe. Vriendelijke jongens en meisjes,
dat zouden wij kunnen denken. Heel
waarschijnlijk is dat ook zo. Maar toch
schuilt er achter die glimlach een economische noodzakelijkheid. Zij lachen u toe, dat is waar. Maar tegelijk schuilt in die lach de hoop u
als klant binnen te rijven. De lach als
verkoopargument. De lach als
verleiding. Elke verkoper wil de leukste
zijn. Elke verkoper wil de sympathiekste
zijn. Want dat kan het verschil maken
tussen verkopen of niet verkopen. Tussen
veel of weinig geld. Die lach kan de
verkoopcijfers de hoogte injagen. Dus
ook het commissieloon. Want dat is wat
die verkopers aan de kraampjes krijgen, een commissieloon. Zij zijn geen eigen eigenaars. Zij zijn werknemers, in dienst van die
eigenaars. In die hoedanigheid trachten
zij alles uit de kast te halen om de marktgangers aan hun kraampje te doen
stoppen. Te doen kopen. Want kopen betekent een beetje geld. En zoals ook wij weten, maken alle beetjes
groot. Of dat zou toch moeten.
Lokale markt
Het was rustig op de markt. In
de voormiddag is het altijd rustig. De
grote drukte wordt pas verwacht in de avond.
Rond 17.00 uur. Dan keren de vele
dagjeswerkers terug van hun werk. Zij
zijn uitbetaald en hebben geld. Dan doen
zij aankopen.
Het is een vreemd fenomeen, die dagjeswerkers. In Arequipa zijn er acht plaatsen (markten)
waar dagjeswerkers zich kunnen aanbieden.
Elke keer weer bieden zij zich aan in de hoop uitgekozen te worden. Want werk betekent geld. In deze wereld is geld noodzakelijk. Om te overleven. Een harde realiteit waar ook Peru niet aan
ontsnapt. Onderhandelen over de
arbeidsvoorwaarden wordt er dan ook nauwelijks gedaan. Uitzicht op een karig of zelfs minimaal loon
maakt een mens minder kieskeurig. Werk
wordt aanvaard. Zonder morren. Om thuis die mondjes te kunnen voeden.
Dat dagjeswerk zit in de lift.
Steeds meer mensen maken gebruik van dit soort werkers. Ook de rijke elite heeft de weg gevonden. Zij geven de voorkeur aan tijdelijk boven
eigen personeel. Het is goedkoper en men
is als werkgever niet gebonden door enige plicht(en) jegens die werknemer. De werkgever staat in de sterkste
positie. De werknemer in de
zwakste. Hij kan geen enkel recht laten
gelden. Hij moet zwijgen. Zwijgen om zijn kansen gaaf te houden. Zwijgen om ook de volgende dag zicht te
houden op werk. Mogelijke kans op
uitbuiting lijkt ingebakken te zitten in dit systeem. De schaal waarop het gebeurt, is onbekend.
Wij laten de markt achter ons.
Wij willen de Peruaanse realiteit in al zijn facetten zien. Dan moeten wij een beetje voortmaken. Wij rijden naar een steengroeve. Arequipa wordt ook wel eens de witte stad
genoemd. Veel gebouwen in de stad zijn
opgetrokken uit het zilverwitte tufgesteente.
Bijnamen worden snel gevonden.
Vandaag krijgen wij te zien hoe die stenen worden gewonnen. Worden gekapt. Wie hoogtechnologisch werk en/of zware
machines had verwacht, komt bedrogen uit.
Primitieve handenarbeid, dat is wat wij zien. De gids stelt ons voor aan een
steenkapper. Een jonge en gespierde
kerel? Niks van aan. Wij zien een
tweeëntachtigjarige man. Broodmager en
kromgebogen. Hij staat alleen in deze
steenwoestijn. Collega’s of lotgenoten
zijn niet te bespeuren in de onmiddellijke nabijheid. Alleen doet hij zijn werk. Blootgesteld aan een te felle zon. Zonder enige beschutting. Hij zou de schaduw kunnen opzoeken tegen de
rotswand. Maar hij vreest
aardbevingen. Bedolven worden onder te
grote rotsen, het is geen aantrekkelijk vooruitzicht. Dus kiest hij voor de brandende zonnestralen.
Steengroeve
Oude mensen hoeven hier niet te zijn.
Dat denk ik stilletjes. Zij
hoeven hier niet te zwoegen. Niet te
zweten. Volop van het nog resterende
leventje genieten, dat is wat zij moeten doen.
Maar dit is de reality tour. Die
tour toont ons de realiteit zoals zij is.
Dus staan hier oude mannetjes in de steengroeve. Te werken voor een hongerloon. Rijk zullen zij niet worden. Zullen zij nooit worden. Drie soles of bijna één euro, dat is wat zij
krijgen per goed gekapte steen. Als wij
weten dat hij hoogstens tien stenen kan kappen per dag, is zijn dagloon snel
berekend. Wat krijgt hij in ruil voor
dit hongerloon? Oogziekte, longziekte, huidkanker, hernia, … Jawel, dit zijn de
meest voorkomende ziektes onder de steenkappers.
Tweeëntachtig en nog steeds aan het werk. Dit is niet te verklaren vanuit een liefde
voor de job. Dit is bittere
noodzaak. Bijna is hij verplicht te
blijven kappen. Want doet hij het niet,
mag hij een inkomen vergeten.
Pensioenrechten? Niks. Nada. Nougatbollen.
Niet in dit land. Kan hij dan
niet zijn beklag doen bij een vakbond? Niet in dit land. In dit land zijn vakbonden bijna
onbestaande. Het werkt niet. Ondanks de schrijnende werkomstandigheden.
De steenkapper berust in zijn lot.
Gaat elke dag opnieuw aan het werk.
Elke dag weer staat hij te wachten op het werkgerei. Want dat wordt hem in bruikleen gegeven. Door de opkoper van de stenen. ’s Avonds staat hij weer te wachten. Om het werkgerei opnieuw af te geven. Om de gekapte stenen ter keuring voor te
leggen. Elke dag wordt afgerekend. Enig initiatief vanuit de steenkapper zelf
wordt ontmoedigd. Werken op zelfstandige
basis, waarbij de steenkapper zelf zijn materiaal zou aanschaffen en zelf de
prijs zou bepalen, wordt niet geapprecieerd.
Zou hij het toch proberen, laat de opkoper hem links liggen. Op die manier wordt de steenkapper volledig
afhankelijk gemaakt. Maffiapraktijken? U
zou het zo kunnen noemen.
Ongelijkheid, dat lijkt het centrale thema te worden van deze
tour. Die ongelijkheid geldt niet enkel
bij leven. Neen, ook na de dood werkt
deze ongelijkheid verder. Dat merken wij
bij een bezoek aan één van de kerkhoven.
Een kerkhof voor de armen. Voor
de minder bedeelden. Na de dood wordt
het klassenverschil niet opgeheven. De
dood draagt niks van communisme in zich.
De sociale status bepaalt op welk kerkhof de Peruaan zal begraven
worden.
Kerkhof
Allerzielen is net achter de rug.
Dit is voor de Peruanen een feestdag, waarbij de klemtoon in dat ene
woord uitdrukkelijk op feest ligt. De
familie van de gestorvene gelooft dat de gestorvene op Allerzielen
terugkeert. Hij keert terug naar de
wereld van de levenden terug om te vertellen over het andere leven. Hij of zij zal tips geven om na de dood tot
dat andere leven toegelaten te worden.
Om die levensnoodzakelijke informatie te verkrijgen, weet de familie dat
zij de gestorvene gunstig moeten stemmen.
Op het graf worden offers gebracht.
De favoriete drank van de overledene en het favoriete eten worden
geofferd. Er wordt gedronken, gezongen
en gedanst op het graf. Het graf wordt
versierd. Overdadig versierd. Met luchtballonnen. Met muurschilderingen. Bijna lijkt het wel carnaval. Een gekkenhuis. U lacht het misschien weg maar voor de
Peruanen is het bittere ernst. Als het
mogelijke moet worden gedaan om die ene sleutel tot het andere leven in handen
te krijgen. Elk jaar wordt die hele
ceremonie herhaald. Op Allerzielen. Nooit mag men verstek laten gaan. De gestorvene zou zich kunnen bedenken. Dat moet vermeden worden. Te allen prijze.
Bij een sociaal restaurant raak ik in discussie met de gids. Geen bitse woordenwisseling. Enkel een uitwisselen van gedachten. Tijdens onze tour heb ik de gids regelmatig
vraagtekens horen plaatsen bij democratie.
Hij stelde vele vragen bij het democratische spel. In een kort betoog vroeg hij zich af of
democratie wel de beste staatsvorm was voor Peru. Is er sprake van democratie als er
verkiezingen worden gehouden? Onze gids twijfelt. Verkiezingen worden beschouwd als het
orgelpunt van de democratie. Het
sluitstuk. De hoogmis van de democratie. Maar kan er gesproken worden van een hoogmis
als de bevolking nauwelijks weet en beseft wat democratie is? Alle macht aan
het volk, dat zong John Lennon in ‘Power to the people’. Maar in Peru wordt datzelfde volk dom
gehouden. De machthebbers willen de
macht in eigen handen houden. Willen
niks delegeren. Willen geen macht
afstaan aan de bevolking. Vaak lijkt democratie
een façade. Een façade, waarachter een
select clubje zich kan verbergen. Een
select clubje, dat aan niemand verantwoording hoeft af te leggen maar wel alle
beslissingsmacht in handen heeft. Het
vermoeden van democratie moet de buitenwereld gunstig stemmen. Schone schijn, dat lijkt het al te veel te
zijn. Zo meent onze gids.
De woorden zinderen na in mijn hoofd.
Ik herkauw de woorden. Ik wil het
begrijpen. Ik wil kunnen begrijpen
waarom onze gids tot die vaststellingen komt.
Het lukt mij. Beetje bij
beetje. Kunnen wij van een democratisch
systeem spreken als een deel van de politici gesponsord wordt door maffiaclans
en/of drugskartels? Als de machthebbers uit de hand eten van en gedirigeerd
worden door een elite? Een elite, die nooit verkozen werd door het volk. Een elite, die van het volk geen enkel
mandaat kreeg. Een democratie met vele,
valse tonen. Een democratie, dat aan het
infuus moet. Begrip voor de gids sijpelt
traagjes door.
De tour zit er bijna op. Wij
komen aan het einde van een rit doorheen het dagelijkse leven. Heel even konden wij meedraaien in het leven
zoals het is. Zoals het voor de Peruaan
is. Aan het einde moeten besluiten
getrokken worden. Zo hoort het. Geen einde zonder besluit. Onze gids draagt die slotconclusie aan. Hij is fier op zijn volk. Op zijn landgenoten. Dat zij ondanks alle tegenslagen toch steeds
weer weten te overleven. Ik knipper met
mijn ogen en herhaal die woorden heel stilletjes. Mag dit fierheid genoemd worden? Of zou ik
het mogen beschouwen als berusting? Ik revolteer. Vanop mijn buszitje. Jawel, het is mooi van de Peruanen. Dat zij steeds weer de motivatie vinden om er
tegen aan te gaan. Dat zij blijven
hopen. Hopen dat het ooit beter en
mooier wordt. Hen kan ik niets kwalijk
nemen. Mijn woede richt zich tegen de
overheid. Want die overheid faalt. Een overheid faalt als zijn volk enkel weet
te overleven en dat overleven als zijn belangrijkste verdienste gaat
beschouwen. Een volk moet niet
overleven, denk ik. Een volk moet
leven. Volwaardig leven. Dat is wat een volk moet doen. Dat is wat een overheid moet bewerkstelligen.
De reality tour kruipt in de kleren.
’s Avonds denk ik terug aan die bejaarde steenkapper. In mijn dromen keert hij herhaaldelijk
terug. Ik droom van een rustig leven
voor die man. Ik droom dat hij thuis op
een terras van zijn welverdiende rust geniet.
Te midden van zijn kinderen en kleinkinderen. Dat droom ik.
Maar ’s morgens word ik wakker en besef ik dat de meeste dromen bedrog
zijn. Met grote zekerheid denk ik dat de
bejaarde steenkapper opnieuw in die steengroeve staat. Het leven is hard. Keihard!
Volgende aflevering (dag 8) op woensdag 07/01.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten