De zoutvlakte van Uyuni, dat wordt onze bestemming voor vandaag. Maar wij staan daar niet onmiddellijk. Een stevige busrit wacht ons. De teletijdmachine van professor Barabas had
nuttig kunnen zijn. Maar die machine
bestaat enkel in stripverhalen.
Jammer. In plaats daarvan stappen
wij de bus op. Twaalf uur rijden,
waarvan het grootste deel over onverharde wegen. Jawel, het leven van een toerist kan zwaar
zijn. Wij zijn evenwel
vastbesloten. De zoutvlakte wordt één
van de hoogtepunten. Dat denken
wij. Bijna zijn wij hiervan overtuigd. Voor schoonheid zijn wij graag bereid een
beetje af te zien.
Bij het begin van de reis had men ons gewaarschuwd. Reizen doorheen Zuid-Amerika heeft zijn eigen
dynamiek. Een dynamiek, waarop de
reiziger nauwelijks enige impact heeft.
Een reis kan vooraf gepland worden.
Reisschema’s kunnen opgesteld worden.
Vertrektijden en aankomsttijden kunnen berekend worden. Maar doorheen kunnen allerlei, onverwachte
dingen sluipen. Tot vandaag bleven wij
hiervan gevrijwaard. Alles verliep
vlot. Niks strooide roet in het
eten. Elke verplaatsing verliep
vlekkeloos. Maar vandaag zal het anders
zijn. Wij zullen die eigen dynamiek aan
den lijve ondervinden.
De dag begint nochtans goed.
Akkoord, wij vertrekken een half uurtje later. Maar dat is eigen aan het hectische verkeer
in La Paz. Onze buschauffeur is van
goede wil maar hij moet zich inpassen in de chaotische verkeersstroom van La
Paz. Stilstaan in de file, het is geen
uniek Belgisch fenomeen. Het
bumperkleven wordt hier tot kunst verheven.
Met slechts een half uurtje vertraging komt hij aan bij het hotel. Niks klagen, de bus op. Het spel moet gespeeld worden. Opstoppingen maken deel uit van het
spel. Zagen en klagen helpt ons niet
vooruit.
Vanuit België bereiken ons berichten over wilde stakingen. De vakbonden gaan wild tekeer tegen de
bezuinigingsplannen van de federale regering.
Wij zijn evenwel in Bolivia. Ver
van België verwijderd. Een
ver-van-mijn-bedshow, dat zouden wij kunnen denken. Wij denken verkeerd. Stakingen blijken een gegeerd protestmiddel,
waarvan niet enkel de Belgische vakbonden gebruik maken. Sociale onrust woedt ook in andere
landen. De chauffeurs van minibusjes
zijn in staking. Zij grijpen naar de
grove middelen. Een wegblokkade, dat
lijkt voor de Boliviaanse syndicalisten een juiste reactie. Die blokkade strooit zand in de wielen. Een eigen dynamiek begint te leven. De waarschuwingen vooraf blijken dan toch
niet voorbarig te zijn.
Het improviseren kan beginnen.
Alternatieve routes worden overwogen.
Routes, die ons wegvoeren van de blokkades en ons toch op de juiste weg
brengen. Een niet evidente zoektocht
zonder gps. Dat wij het niet weten, kan
ons niet ten kwade geduid worden. Wij
zijn toeristen. Bolivia is niet meteen
onze achtertuin. Wat het allemaal
evenwel veel erger maakt, is dat de chauffeur zelf het niet echt meer
weet. Dat lijkt ons voor een
onoverkomelijk probleem te plaatsen.
Verder rijden zonder echt te weten waarheen lijkt geen al te beste
optie. Wij gaan aan de kant. Wij stoppen in een dorpje. Hier zullen wij wachten. Tijd nemen om een werkbaar plan uit te
tekenen. Dat plan krijgt al snel
vorm. Wij zullen wachten op andere
bussen van dezelfde reisorganisatie.
Over de telefoon worden zij tot bij ons gegidst. In colonne zullen wij verder rijden. Als Belgen weten wij dat eendracht macht
maakt. Die wapenspreuk zullen wij
vertalen naar de praktijk. Een holle
slogan krijgt plots een tastbare invulling.
Het is middag. Er moet gegeten
worden. Zelfs in dit onooglijke dorpje
hebben wij keuze. Wij kunnen kiezen voor
het plaatselijke restaurant. Of wij kunnen
naar een winkeltje gaan. Wij kiezen voor
het winkeltje. Daar zullen wij onze
inkopen doen. Vandaag blijkt de
sluitingsdag te zijn. Wij staan voor
gesloten deuren. Enkele Peruanen, die
aan het winkeltje hun middagdutje doen, geven ons met handen en benen te
verstaan dat wij moeten aankloppen. Wij
doen dat. Dit lijkt de juiste
toverspreuk te zijn. De uitbaatster van
het winkeltje komt aan de deur en opent het raampje. Wij mogen de winkel niet binnen maar vanuit
het raampje kunnen wij de gewenste producten aanwijzen. Na ons gaat het raampje opnieuw dicht. Het is sluitingsdag. Maar wij hebben ons eten. Wij kunnen onze buikjes rond eten.
Terwijl wij aan dat winkeltje onze lunchbox samenstellen, krijgen wij het gezelschap van een schoolmeisje. Haar leeftijd kan ik niet schatten. Durf ik niet te vragen. Ik ben een gentleman. Dan worden leeftijden niet gevraagd. Ik kan enkel spreken van een jong meisje. Een moeilijk te dateren meisje. Snel plaatst zij haar bestelling. Een minieme bestelling. Enkel één potje lijm. Met die lijm zullen geen prentjes gekleefd worden. Dat kunnen wij al snel besluiten. Zij is nog maar net weg of wij zien hoe zij haar neusje aan die pot zet. Lijm snuiven, dat is wat zij doet. Waarom toch? Die vraag flitst door mijn hoofd. Ik wil niet veroordelen. Bovenal wil ik begrijpen. Ik kijk rondom mij. Ik zie enkel desolaatheid. Dit dorpje heeft nauwelijks iets te bieden aan een jong meisje. In niks wordt zij uitgedaagd. In niks kan zij vertier vinden. Of toch, in dat ene potje lijm.
Terwijl wij aan dat winkeltje onze lunchbox samenstellen, krijgen wij het gezelschap van een schoolmeisje. Haar leeftijd kan ik niet schatten. Durf ik niet te vragen. Ik ben een gentleman. Dan worden leeftijden niet gevraagd. Ik kan enkel spreken van een jong meisje. Een moeilijk te dateren meisje. Snel plaatst zij haar bestelling. Een minieme bestelling. Enkel één potje lijm. Met die lijm zullen geen prentjes gekleefd worden. Dat kunnen wij al snel besluiten. Zij is nog maar net weg of wij zien hoe zij haar neusje aan die pot zet. Lijm snuiven, dat is wat zij doet. Waarom toch? Die vraag flitst door mijn hoofd. Ik wil niet veroordelen. Bovenal wil ik begrijpen. Ik kijk rondom mij. Ik zie enkel desolaatheid. Dit dorpje heeft nauwelijks iets te bieden aan een jong meisje. In niks wordt zij uitgedaagd. In niks kan zij vertier vinden. Of toch, in dat ene potje lijm.
In onze afwezigheid is uiteindelijk een oplossing gevonden. De restaurantuitbater biedt zichzelf aan als
gids. Als gps. Hij zal ons omheen de wegblokkade
leiden. Hij kent de binnenwegen als zijn
broekzak. Die binnenwegen zijn nauwelijks
te berijden. Zandwegen, dat zijn
het. Stapsgewijs vorderen onze
bussen. Zandwolken stuiven hoog op
achter onze bussen. In de bussen worden
wij heen en weer geschud. Maar wij
rijden. Wij gaan vooruit. Tot wij opnieuw op een te berijden weg uitkomen. Een asfaltweg. Onze tijdelijke gids is geslaagd in zijn
opzet. Niet alleen heeft hij de
hongerigen te eten gegeven. Hij heeft de
dolenden ook terug op het juiste pad gezet.
De aanvraag tot heiligverklaring van deze man is onderweg. Deze man heeft een mirakel bewerkstelligd.
Tijdens ons omweggetje doen wij een ietwat vreemde vaststelling. Hoop opgehangen aan lantaarnpalen zien wij
poppen hangen. Niet één keer maar
meerdere keren. Eén pop zouden wij
hebben kunnen negeren. Maar de herhaling
van dit bizarre feit doet ons naar een verklaring zoeken. Een restant van Halloween, zo dachten wij
aanvankelijk. Maar dat is het niet. Die poppen houden een waarschuwing in. Een waarschuwing aan mogelijke dieven of
ander tuig. Die poppen moeten suggereren
dat betrapte misdadigers op een gelijkaardige manier om het leven zullen
komen. Hun straf wordt als het ware
begrijpend uitgebeeld. Oog om oog, tand
om tand. Dat is de rechtspraak van het
volk. In die kleine dorpjes is politie
vaak afwezig. Waarom dan wachten op
politionele versterking? Bewoners nemen het recht in eigen hand. Het lijkt mij een wreed spel. Oneerlijk.
Onrechtvaardig. Recht moet
gesproken worden. Niet genomen worden.
Onverharde wegen, zo was het ons verteld. Het grootste deel van de rit zou over
dergelijke wegen gaan. Urenlang rijden
wij langsheen een weg in aanleg. Een
autosnelweg in aanleg. Bijna zijn deze
wegen voltooid. Enkel het asfalteren
moet nog gebeuren. Maar dat gebeurt
niet. Alsof men bang is voor die laatste
fase. Wegenbouw, het blijkt een project
voor de langere termijn te zijn.
Intussen denderen wij voort over dat reservebaantje. Nu eens links, dan weer rechts van die
hoofdweg in aanleg. Dat staat van het
geïmproviseerde en tijdelijke wegendek zou een invloed kunnen hebben op de
reistijd. Maar die invloed is
beperkt. Ons busje is niet zomaar een
busje. Ons busje is een monsterbus. Een monstertruck. De bus hangt ongeveer een halve meter boven
de grond. De achterwielen zijn abnormaal
breed. Met dat karretje razen wij voort
over dat baantje aan de zijkant. Niet
aan een gezapig tempo. Gezapigheid is
ons totaal vreemd.
Wij rijden doorheen kleine, nauwelijks bewoonde dorpjes. In sommige houden wij halt. Voor die noodzakelijke sanitaire stop. In dorpjes, waar bijna geen passage is,
worden wij opgemerkt. Dat kan niet
anders. Buitenaardse wezens, dat moeten
wij voor hen zijn. In winkeltjes worden
wij, het onverwachte en vreemde gezelschap, aangegaapt. Zonder enige gêne. Er wordt gegrinnikt en schuchter
weggekeken. Wanneer wij hen aanspreken,
kijken zij elkaar aan. Zij barsten in
lachen uit. Die stotterende, stuntelige
conversaties zijn dan ook best wel grappig.
Wij zorgen voor onverwacht entertainment. Een onverhoopte afwisseling in die eindeloos
lange en monotone dagen.
Een twaalf uur durende busrit.
Wat doet een mens tijdens een zo lange verplaatsing? Lezen. Muziek beluisteren. Slapen.
Dat allemaal kan gedaan worden.
Afzonderlijk. Of
tegelijkertijd. Ik zou dat ook kunnen
doen. Maar ik heb een andere
tijdsbesteding gevonden. Een nuttige
tijdsbesteding. Ik tel. Herhaaldelijke malen. Langsheen de weg staan vele kruisjes. Kleine monumentjes voor
verkeersslachtoffers. Minieme
herinneringen aan accidenten met fatale afloop.
Die kruisjes ga ik tellen.
Aandachtig kijk ik rondom mij.
Geen enkel mag aan mijn aandacht ontsnappen. Ik ben alert.
Mijn klein wetenschappelijk onderzoek levert een onthutsend resultaat
op. Omgerekend kom ik tot twee
slachtoffers over een lengte van één kilometer.
Uitzonderlijk veel. Vooral als
wij in overweging nemen dat wij over rechte banen rijden. Banen, waarbij zachte of scherpe bochten
nauwelijks lijken te bestaan. Immer
gerade aus, zoals de Duitsers zeggen.
Lood- en loodrecht. Eentonigheid
blijkt dodelijk te zijn.
Maar die rechte banen kunnen ons niet verschalken. Behouden en wel bereiken wij onze
bestemming. Wij staan in Uyuni. Morgen de zoutvlakte op. Maar nu eerst gaan slapen. Niks doen en stilzitten, het kan best wel
vermoeiend zijn.
Volgende aflevering (dag 13) op
woensdag 28/01.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten