donderdag 22 januari 2015

Soldaten in de straat !? Brief aan Charles Michel, Jan Jambon en Bart De Wever.

Beste Charles,
Beste Jan,
Beste Bart,
 
Het Belgische leger in actie? Dan denken wij aan Libanon.  Aan Afghanistan.  Dan denken wij aan Mali.  Aan Irak.  In al die landen zijn onze jongens actief.  Tot voor kort dachten wij nooit aan de Belgische straten en pleinen.  Wij leven in vrede.  Vredestijd en soldaten, dat gaat niet samen.  Tot voor kort dachten wij dat dit een juiste gedachtegang was.  Nu moeten wij vaststellen dat wij het verkeerd voor hadden.  Wij dwaalden.  Politici, die het beste met ons voor hebben of menen te hebben, lijken plots heel anders te denken.  De recente gebeurtenissen in Frankrijk en België hebben hen tot die inzichten gebracht.
 
Na de aanslag tegen Charlie Hebdo en de gijzeling in een Joods warenhuis moesten alle veiligheidsmaatregelen aangescherpt worden.  Aangescherpt en uitgebreid.  Uit die update moest voldoende daadkracht blijken.  De regering wilde zo aantonen dat zij de juiste lessen trok uit die terreuracties.  Er werd gestreefd naar een juist evenwicht tussen preventie en repressie.  Over de noodzakelijkheid van de genomen maatregelen kan gediscussieerd worden.  Terechte vragen kunnen gesteld worden.  Wordt ons recht op privacy niet al te zeer ingeperkt? Wordt de actieradius van de veiligheidsdiensten niet al te zeer uitgebreid? Wordt de controle op de werking van de diensten voldoende gegarandeerd? In welke mate kan dit nieuwe pakket onze veiligheid garanderen?
 
Bij bepaalde maatregelen en beleidskeuzes plaats ik de nodige vraagtekens.  Bij één maatregel wens ik evenwel geen vraagtekens te plaatsen.  Omdat ik die maatregel zondermeer geschrapt wil zien.  Terwijl die andere maatregelen verondersteld worden de angst bij de burgers weg te nemen, doet die ene maatregel net het tegenovergestelde.  De inzet van onze soldaten voedt de angst.  Dat mag blijken uit het schrappen van een schooluitstap naar Brussel.  U mag deze reactie buitensporig en dom noemen maar toch is het een illustratie van mijn stelling.  Angst wordt niet kleiner.  Enkel groter.  Angst mag niet overheersen.  Dat is juist.  Maar angst mag zeker niet gevoed worden.  Ook dat is juist.
 
Maar meer nog dan die angst te voeden, creëert de aanwezigheid van soldaten in het straatbeeld een vals gevoel van veiligheid.  Ik hoef hiervoor enkel maar te verwijzen naar Parijs.  Vóór de aanslagen patrouilleerden in die wereldstad reeds soldaten.  Zelfs na de aanslag op Charlie Hebdo en een intussen verhoogde staat van paraatheid bij alle politiediensten kon Coulibaly behoorlijk gewapend een joods warenhuis binnenstappen om daar alle aanwezigen te gijzelen.  Hij kon dat zomaar.  Zonder ook maar één keer tegengehouden te worden.
 
Terroristen werken op een heel eigenzinnige manier.  Het uitgekozen doelwit is niet zo belangrijk.  Dat doelwit kan alles zijn.  Kan iedereen zijn.  Belangrijker voor terroristen is het effect dat zij met de uitgevoerde aanslag willen bereiken.  Het voornaamste effect is verdeeldheid zaaien.  Groepen tegen elkaar opzetten.  Gelovigen tegenover niet gelovigen.  Joden tegenover moslims.  Zij willen dat bepaalde groepen geviseerd worden.  Zodat uit die geviseerde groepen leden kunnen geworven worden.  Leden voor hun ‘rechtvaardige’ strijd.  Dat is wat zij willen.  Dat is wat zij doen.  Soldaten kunnen dan misschien verhinderen dat één specifiek doelwit wordt uitgekozen, zij kunnen niet vermijden dat andere, minder beschermde doelwitten worden uitgekozen.
 
Trek daarom die soldaten terug.  Onverwijld.  Onmiddellijk.  Wat moet er dan wel gebeuren? Ik heb zo een ideetje.  In een gecoördineerde actie wisten onze politionele diensten vorige week in Verviers een aanslag te verijdelen.  Het garanderen van de veiligheid lijkt wel een haalbare doelstelling voor deze diensten, zo mag blijken.  Zij demonstreerden met die laatste actie hun bekwaamheid in deze.  Hieraan mag niet getwijfeld worden.
 
Verbaasd was ik dan ook te lezen dat onze speciale eenheden voor deze actie leentjebuur moesten gaan spelen bij de Franse collega’s.  Helmen en flash-bangs moesten geleend worden.  Schreeuwen om soldaten op straat maar tegelijk moeten erkennen dat de federale politie geen of onvoldoende geld heeft voor materiaal en onderhoud.  Dat is wrang.  Bijzonder wrang.
 
Misschien zou het daarom geen slecht idee zijn bijkomend te investeren in ons politioneel apparaat.  Geen besparingen, wel bijkomende investeringen.  Ik sta niet alleen met die vraag.  Dat vraagt ook Catherine De Bolle, commissaris-generaal van de Belgische federale politie.  In een interview met De Standaard vraagt zij om bijkomende middelen.  Zij geeft aan dat de federale politie tussen 2011 en 2014 tachtig miljoen euro heeft moeten besparen.  Verder besparen is niet meer mogelijk.  Volgens haar is het vet van de soep.
 
Herhaaldelijk verwees premier Michel naar een spaarpotje van driehonderd miljoen euro voor onvoorziene uitgaven.  Uit die pot zou hij alle aangekondigde antiterreurmaatregelen willen bekostigen.  Zou het niet leuk zijn als bij het verdelen van die pot in het bijzonder zou gedacht worden aan onze politionele diensten?
 
Inzetten van soldaten.  Ik kan enkel lachen met zo veel dwaasheid.  Ik heb lange tijd gewacht met het schrijven van dit opiniestuk.  Omdat ik dacht dat u zelf tot inkeer zou komen.  Wij zijn nu één week verder.  De soldaten zijn er nog steeds.  Vandaar mijn oproep tot een verstandige terugtrekking.  Roep die soldaten opnieuw naar de kazernes.  Geef onze veiligheidsdiensten voldoende slagkracht.  Enkel dat zou getuigen van een klare en heldere geest.
 
Ik dank u.
 
Met vriendelijke groeten.

 

2 opmerkingen:

  1. Beste,

    Ik heb met veel genoegen uw opiniestuk doorgenomen. Ik respecteer dan ook ten volle uw mening.

    Vanuit mijn functie ga ik geen opiniërende discussie aangaan, maar wat ik wel even kort wil doen is u enkele feiten bezorgen over de inzet van het leger op dit ogenblik.

    - De anti-terreurmaatregelen van deze regering zijn geen of/of verhaal, maar wel een en/en verhaal.

    - De inzet van het leger werd door de meerderheidspartijen niet licht genomen. Daarom ook dat er een speciaal protocol werd uitgewerkt voor deze specifieke inzet. Met duidelijke grenzen, zowel naar opdracht als naar tijd toe.

    - Het is de politie (en ook de veiligheidsdiensten die onder de politie en Binnenlandse Zaken resulteren) die vragende partij zijn naar ondersteuning. En dat laatste woord is erg belangrijk want:
    •Het is in de eerste plaats aan de politie om in te staan voor zowel preventief inlichtingenwerk als voor extra bewaking van enkele kwetsbare locaties en gebouwen in België
    •In momenten van verhoogd dreigingsniveau komt de politie echter capaciteit te kort om bepaalde bewakingsopdrachten uit te voeren. Doen zij deze bewakingsopdrachten toch, dan moeten ze elders capaciteit wegnemen en ook dat gaat ten koste van de veiligheid en het comfort van burgers die op de politie rekenen in het bestrijden, onderzoeken en voorkomen van misdaden.
    •Vandaar dat er nu uitzonderlijk en tijdig voor bepaalde locaties in België de hulp en ondersteuning van het leger is gevraagd. De militairen nemen daarbij enkel 'statische' bewakingsopdrachten voor hun rekening en dit 100% onder het commando van een politieofficier. Zij hebben geen enkele politionele bevoegdheid.
    •De zware bewapening die deze militairen bij zich hebben is gebaseerd op het feit dat de meeste aanslagen ook gebeuren door mensen die vaak zelf beschikken over oorlogswapens en in veel gevallen ook een militaire achtergrond hebben doordat ze onlangs nog hebben gestreden in conflictzones.

    Met vriendelijke groeten,

    Tony Langone
    woordvoerder / porte-parole Steven Vandeput
    Kabinet Defensie en Ambtenarenzaken / Cabinet de la Défense et de la Fonction Publique

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Geachte,

    Bedankt voor uw mail.

    Ik heb uw opiniestuk met interesse gelezen. U heeft een punt als u aanhaalt dat de aanwezigheid van soldaten in het straatbeeld in Parijs de aanslag op Charlie Hebdo niet kon verhinderen.

    Over de inzet van het leger op straat heeft Groen altijd benadrukt dat dit nooit een structurele maatregel kan zijn.

    Het Actieplan voor Veiligheid en Verbondenheid van Groen pleitte voor een totaalaanpak: een integraal veiligheidsbeleid, een gespecialiseerd beleid voor terugkeerders, de voedingsbodem voor radicalisering wegnemen, en een geloofwaardig Belgisch en Europees buitenlandbeleid.

    Qua veiligheid vindt Groen vooral het beter inzetten van politie en het afstemmen van veiligheids- en inlichtingendiensten prioritair

    Met vriendelijke groet,

    Kristof Calvo
    Federaal Fractieleider Ecolo-Groen

    BeantwoordenVerwijderen