Over van alles en nog wat. Over de grote en de kleine dingen. Over verbazing en ontreddering. Over verwondering en bewondering. Over goede en slechte, mooie en lelijke dingen. Kortom, over het leven.
Met een zekere angst begon ik aan uw boek.Lezen en vrezen, het zou niet mogen
samengaan.Toch was het zo.Ik kan die angst moeilijk verklaren.Toch doe ik een poging.Ik vreesde een te gedetailleerd verslag.Ik vreesde mijzelf te verliezen in een weinig
geanimeerd feitenrelaas.Een opsomming
van feiten en feitjes.Wat ik vreesde,
was een boekhoudkundig relaas.Als ik
het heb over een boekhoudkundig relaas, dan denk ik meteen aan saai en
droog.Ik weet dat ik de boekhouders te
lande hiermee behoorlijk te kort doe.Dat ik alle boekhouders over dezelfde kam scheer.Nochtans weet ik dat wij daarmee moeten
opletten.Dat daarin een groot gevaar
schuilt.Toch doe ik het.Ik ben niet volmaakt.Ik heb mijn kleine kantjes.
Ik keek naar uw boek.Een boek,
waarvan ik, ondanks mijn vooroordelen, besefte dat het moest gelezen worden.Toch als ik wou begrijpen hoe het zo ver is
kunnen komen in Rwanda.Ik meende dat uw
verhaal een mooie bijdrage zou kunnen leveren tot dat begrip.
Ik ging aan de slag met uw boek.Wat ik aanvankelijk vreesde, werd geen realiteit.Soms moet een mens zijn angsten recht in de
ogen kijken.Om dan vast te stellen dat
die angsten zonder grond zijn.Dat is
wat ik deed.Ik las uw verhaal.Een aaneenschakeling van feiten.Van feitjes.Een opeenvolging van data.Maar
ondanks dat werd het nooit saai.Integendeel.Die opsommingen stoorden
niet.Omdat u het goed weet te
verpakken.U vertelt uw verhaal op een
boeiende manier.Nooit oppervlakkig.Altijd overtuigend gedocumenteerd.U dwingt de lezer bij de les te blijven.Dat doe ik ook.Omdat ik de draad doorheen uw argumentatie
niet wil verliezen.Ik moet dus vaak
terugkoppelen.Moet af en toe eens
enkele bladzijden terugkeren.Meerdere
keren moet ik doorbladeren naar de namenlijst, achteraan in het boek.Naar de chronologische samenvatting.Maar dat stoort niet.Dat doe ik graag.Omdat uw verhaal te interessant is.Dan zou het zonde zijn om de weg te
verliezen.Dat wil ik niet.Ik wil bij u blijven.Samen met u wil ik doorstappen.Tot het einde.Ik wil u niet verliezen.Want u bent mijn gids.Mijn gids in een bijzonder woelige periode.
Een diplomaat behoort diplomatisch te zijn.Dat is evident.Nooit mag hij of zij het achterste van zijn
of haar tong laten zien.Die manier van
werken belicht u uitvoerig in uw boek.Voortdurend moet u wikken en wegen.U moet laveren.In uw oordeel
moet u de bekommernissen van uw werkgever weerspiegelen.Maar tegelijk moet u hierin de bezorgdheden
van uw gastheer verwerken. U moet de lijnen openhouden. Dat is een
delicate oefening.Met grote zorg maakt
u die oefening.Elke dag opnieuw.U vormt uw mening.Herziet diezelfde mening indien de
omstandigheden u daartoe dwingen.U moet
trachten alle elementen op te pikken en te vatten om op basis daarvan te kunnen
oordelen. Als ambassadeur bent u een equilibrist.U danst op een smalle koord.Hoog boven de grond.Zonder vangnet.
U bent kritisch.Op een
diplomatieke manier.Uw kritiek dient
tussen de regels gelezen te worden.Nooit wijst u openlijk met het vingertje.Het beschuldigende vingertje.Nooit gebruikt u grote woorden.Grove woorden.Zoals ik al zei, u bent een diplomaat.Dat lijkt u wel te zijn voor het leven.Want nooit valt u uit uw rol.Nog altijd schippert u.Zoekt u naar het goede.Naar het foute.Dat alles legt u in de weegschaal.Tussen de regels heb ik uw kritische analyse
gevonden en gelezen.U plaatst
vraagtekens bij een al te zwak VN-mandaat.U durft te opperen dat er in deze ramp ontegensprekelijk geopolitieke
belangen in het spel waren.Belangen,
die er voor zorgden dat alles liep zoals het gelopen is.U stelt de rol van Frankrijk in vraag.U staat kritisch tegenover de houding van
Frankrijk ten opzichte van ons land.Merkt op dat dit alles voor verbetering vatbaar was. U uit uw twijfels over de gemaakte excuses van
ons land aan Rwanda.U weet niet waarom
die excuses moesten gemaakt worden.Want
wat heeft België verkeerd gedaan? Wat hebt u verkeerd gedaan? Niks.Dat is wat ik denk.Na het lezen van uw boek.Als er dan toch één fout gemaakt werd, is het
misschien dat wij al te lang in vrede hebben geloofd.Terwijl diezelfde vrede langs alle kanten
werd bedreigd.U geloofde in de
verworvenheden van de vredesakkoorden van Arusha.Maar kan dat blijvende geloof in vrede ons
ten kwade geduid worden?
Slechts één keer gaat u ‘full monty’.Eén keer laat u alle reserves vallen.Hebt u lak aan het diplomatieke taaltje.Dat is aan het eind van het boek.Als heel duidelijk wordt wat er staat te gebeuren.Als de genocide bijna realiteit is.Dan gaat u door het lint.Uw vrouw gaat u voor.Zij start een scheldtirade tegen Rwandese
gezagsdragers, die naar uw residentie gekomen zijn.Zij kan vrijuit spreken.Dat doet zij ook.Zij noemt die gezagsdragers laf en zwak.Zij verwijt hen geen pogingen te ondernemen
om het bloedvergieten te stoppen.Om de
radicale elementen te temmen.Om de haatmedia
het zwijgen op te leggen.Dat alles zegt
zij.U volgt.Doet die tirade nog een keer over.Niet zo openlijk.Maar wel direct.Directer dan bij uw vorige interpellaties.
Ik las uw boek.Een boek, dat
mij toegang verleende tot een deel van uw leven.U liet mij binnen.Opende de deur van uw ambassade.Zette de deur van uw residentie open.Over uw schouders keek ik mee.Ik werd een deelgenoot in uw beslissingen.Beslissingen, die niet alleen een impact
hadden op het leven van de Rwandezen.Die beslissingen hadden net zozeer een impact op uw gezin.Want de verantwoordelijkheid voor uw gezin
moest u ook meenemen in alle overwegingen.Die persoonlijke kant van het verhaal gaat u niet uit de weg.Daarvoor hebt u ook oog.Dat maakt het boek tot meer dan enkel
geschiedschrijving.Net die invalshoek
maakt uw boek nog interessanter.Nog
boeiender.
Ik heb uw boek gelezen.Die
aanvankelijke vrees was onterecht.Uw
boek is verplichte lectuur voor iedereen die wil weten hoe het zo ver is kunnen
komen.Voor iedereen die wil begrijpen
hoe het kan gebeuren dat mensen elkaar zo veel wreedheid kunnen aandoen.In dat boek kunnen zij een antwoord
vinden.Heel misschien een beangstigend
antwoord.Want wat in Rwanda gebeurde,
kan overal gebeuren.Als persoonlijke
belangen en ambities de overhand halen.Als het staatsmanschap zwijgt en radicaliteit het overneemt.Dan kan het gebeuren.
Beste Johan, ik wil u danken voor dit intense boek.U hebt mij doen begrijpen.Op een boeiende wijze.Op een intrigerende wijze.U schreef een indrukwekkend boek.Een belangrijk boek. Een meeslepend boek.
Het zal een lange dag worden.Dat weten we nog niet bij het ontwaken.Bij het ontwaken is elke dag een onbeschreven blad.Een leeg blad, dat hopelijk volgeschreven
wordt.Vol gekladderd met grote en
kleine avonturen.Bij het begin van de
dag een blanco blad dus.Aan het eind
van diezelfde dag een nieuw hoofdstuk in het boek van het leven.Van uw leven.Van mijn leven.Geschreven door
mezelf.Want ik zelf ben de auteur.
Om half negen staan we in het Vredespark.Dat is behoorlijk vroeg.Toch op vakantie.Uitslapen zou een mogelijkheid kunnen
zijn.Maar dat willen we niet.We komen van ver.Dan willen we iets zien.Elke dag weer.Geen uitslapen dus.Vroeg uit de veren.Zo hoort het.
We gaan naar het Vredespark.Houden kort halt bij de cenotaaf.Op dit grafteken staan de namen van alle slachtoffers.Niet enkel staan op dit teken de namen
gegrift.Het bevat ook die ene
inscriptie: ‘Rust in vrede.We zullen
deze fout nooit meer maken.’Ik lees die
tekst.Ik herhaal hem in mijn
hoofd.Terwijl ik die woorden herhaal,
kijk ik naar de Vredesvlam.Die brandt
nog steeds.Zal blijven branden tot alle
nucleaire wapens uit de wereld verbannen zijn.Dat is nog niet gebeurd.De
mogelijkheid van een herhaling blijft bestaan.De geschiedenis heeft vele gekken gekend.We weten dat slechts één gek volstaat om de
hele wereld in brand te zetten.Het zou dus
kunnen.Helaas! Die woorden op de
cenotaaf kunnen gekraakt worden.Verpulverd.Voorlopig blijven ze
overeind.
De halte bij de cenotaaf is van korte duur.Stille momenten hoeven niet lang te
duren.Ingetogenheid behoeft geen grote
sier.Is het best gediend met
soberheid.Niet met grote gebaren.Daarom slechts een kort moment.We gaan door naar het museum.Daar willen we vroeg zijn.Om al te lange wachtrijen te vermijden.Want die rijen verwachten wij.Bij de ingang van het museum is het
rustig.We zijn de stormloop voor.In alle rust kunnen we doorheen het museum
wandelen.Want vroeg in de morgen is er
nog niet te veel volk.Dat is goed.
In het museum krijgen we het hele verhaal.Via getuigenissen en persoonlijke bezittingen
van slachtoffers.Via foto’s en
video’s.Het is intens.Aangrijpend.Dit alles komt hard binnen.Terwijl ik rondom mij kijk, hoor ik in mijn hoofd constant dat ene
liedje.Terwijl ik kijk en lees, hoor ik
dat ene liedje van Orchestral Manoeuvres in the Dark.Enola Gay.Genoemd naar de B-29 bommenwerper, die de atoombom boven Hiroshima
dropte.Ik denk aan die vele
feestjes.Waarop ik wild stond te dansen
op die hit van OMD.Nooit luisterde ik
naar de tekst.Ik danste.Ik amuseerde mij.Nu, hier in Hiroshima, vind ik dat
vreemd.Hiroshima en dansen? Atoombom en
dansen? Het kan niet samen gaan.Volgende keer blijf ik aan de kant.Weg van de dansvloer.
Ik zie al dat menselijke leed.Ik zie wat mensen elkaar kunnen aandoen.Dan denk ik aan de woorden van mijn moeder.Dat de mens slechts een heel dun laagje
beschaving heeft.Dat vertelde mijn
moeder.Heel even krassen, zei zij.Slechts heel even dat dun laagje weg krassen
en we zien een hongerig dier.Een wreed
dier.Dat enkel slaat.Nooit zalft.Als kind vond ik dat wrede woorden.Ik keek om mij heen.Ik zag enkel
goedheid.Mijn moeder wist beter.Wist wat voorbij was.Zij kende de geschiedenis.Niet enkel haar geschiedenis.Ook de geschiedenis van de wereld.Die kennis bracht haar tot die zware
woorden.In dit museum kijk ik dat
hongerige dier recht in de ogen.Dit
museum lijkt haar gelijk te geven.En
toch.Toch weiger ik zelf die woorden te
spreken.Omdat in die woorden te veel
pessimisme weergalmt.Dat pessimisme
weiger ik te aanvaarden.Ik blijf
geloven dat alles toch nog goed komt.Ondanks alle slagen.Boven en
onder de gordel.Vrede op aarde.Ik geef mijn geloof niet op.
Ik denk niet enkel aan mijn moeder.Ik denk aan die wetenschappers.Aan
die slimme koppen, die de atoombom ontwierpen.Die dat verschrikkelijke wapen realiseerden.Ik denk aan al die mensen en kan niet begrijpen
dat niemand ooit die ene vraag stelde.Dat niemand tijdens het hele ontwikkelingsproces die ene vraag
stelde.Kunnen we dit wel doen? Kunnen
we hiermee doorgaan? Niemand stelde blijkbaar die ene vraag.Of toch.Na de eerste atoomtest ondertekenden zeventig wetenschappers een
petitie, waarin zij vroegen de atoombom niet te gebruiken.Slechts zeventig wetenschappers.Niemand luisterde.Iedereen deed maar door.Leverde zijn stukje in het leggen van die
wrede puzzel.Ik kan niet begrijpen dat
niemand op de rem ging staan.Dat
niemand besefte dat, als hiermee zou doorgegaan worden, de mensheid zou
falen.Want dat is wat gebeurd is.De mensheid faalde.
Jawel, ik weet het.Ik ken de
verschoningsgronden.De excuses.Er moesten afwegingen gemaakt worden.Politieke en militaire.Toch blijf ik er bij.Die bom mocht niet gegooid worden.Nooit.Dat was een stap te ver.Dat
besef ik nu.Meer dan ooit.We zullen deze fout nooit meer maken.Die woorden staan op de cenotaaf.Een atoombom droppen, dat hebben we nog niet
opnieuw gedaan.Dat is waar.Toch blijven we onmenselijke fouten
maken.Blijven we inhumane daden
stellen.Ik lees die onmenselijkheid
vandaag af in onze houding tegenover de vluchtelingen.In ons falen een humaan beleid te
voeren.Gebaseerd op respect en niet op
angst.Hiroshima herinnert ons aan de
boodschap van vrede.Van
humaniteit.Het wordt hoogtijd dat die
boodschap doordringt in het handelen van onze politieke leiders.Vele wereldleiders kwamen naar Hiroshima. Zij spraken grote woorden.Maar het blijven woorden.Woorden, die snel vervagen als diezelfde
wereldleiders op het vliegtuig stappen.Naar hun land.Wij hebben geen
woorden nodig.Geen vage beloftes.Daden hebben wij nodig.Hoogdringende en overtuigende daden.Maar die blijven uit.Voorlopig toch.Intussen blijft de wapenwedloop
doorgaan.Want eenieder wil de grootste
zijn.De sterkste zijn.Eenieder wil voorbereid zijn.Intussen blijven wapenfabrieken doen wat zij
moeten doen.Wapens produceren.Wapens verkopen.Die fabrieken sluiten zal nooit lukken.Omwille van de werkgelegenheid.Dat moeten we toch begrijpen.Overal in de wereld is er vraag.Die fabrieken leveren het aanbod.Het verfoeilijke spel van vraag en aanbod gaat
maar door.Alweer die excuses.Excuses om aan de kant te blijven staan.Om niet te hoeven handelen.
Ondanks alle miserie en ellende om mij heen hou ik mijn ogen
droog.Ik huil niet.Ik werp mij niet op de grond.Ik hef mijn armen niet ten hemel uit
onmacht.Ik ga gewoon door.Verder.Tracht alles om mij heen te begrijpen.Die zoektocht naar begrip om wat gebeurd is, leidt mij af.Houdt mij in zijn greep.Krijgt de bovenhand op het emotionele.Begrip vind ik niet.Tranen heb ik niet.Ik kom aan de uitgang.Kijk nog heel even achterom.Naar al die herinneringen aan de zesde
augustus.Naar al die bewijzen van de
zesde augustus.Ik schud met mijn
hoofd.Ik kan het niet begrijpen.Wil het niet begrijpen.Nog één maal kijk ik achterom.Ik kijk naar die ene stap, die de mensheid
zette.Die ene stap, die een einde
maakte aan een oorlog.Die ene stap, die
de wereld voorgoed onveilig zou maken.Want sindsdien bestaat die onzekerheid.Die twijfel.Dat het ooit nog
eens zou kunnen gebeuren.
Ik stap nog even de museumshop binnen.Eén boekje koop ik.Hiroshima van
John Hersey.Ik moet betalen.Dat doe ik.Uiteraard.Ik ben een nette
jongen.Welopgevoed.Ik ga met mijn boekje naar de kassa.Ik betaal.Ik kijk de winkeljuffrouw in de ogen.Dan gebeurt datgene wat voordien niet gebeurde.Ik moet vechten tegen mijn tranen.In de ogen van dat vriendelijke
verkoopstertje zie ik alles opnieuw.Alles wat ik voordien heb gezien.In haar ogen zie ik de slachtoffers.Ik zie Sadako Sasaki.Ik zie de kraanvogels.Ik breek.Ik wil dat Japanse mevrouwtje in mijn armen sluiten.Verlate troost.Verlate excuses.Ik voel de onmacht.Het onrecht.De onschuld.Ik wil iets
zeggen.Weet niet wat.Daarom zwijg ik maar.Ik neem mijn boekje.Haast mij naar buiten.Moet even gaan zitten.Duw op de pauzeknop.Stilte.Dat is wat ik nodig heb.Ik moet
alles laten bezinken.Even niet
bewegen.Tot alle indrukken
vastliggen.Niet meer kunnen schuiven.Hiroshima? Het doet wat met een mens.
Troost heb ik niet kunnen bieden.Zelfs niet in uitgesteld relais.Wel heb ik de boodschap kunnen verkondigen.De blijde, naïeve boodschap.In het Vredespark heb ik de Vredesklok
geluid.Dat was het enige wat ik kon
doen.Dat was mijn enige, kleine bijdrage.Mijn bijdrage aan de wereldvrede.Ik luidde de klok.Niet hard.Niet wild.Wel kort en stil.Mijn roep om vrede trilt na.In Hiroshima.Zindert na.In de wereld.Mijn roep galmt na.Versterkt zich.Wordt gehoord.Niet enkel door mij. Door iedereen.U noemt mij naïef.Dat stoort mij
niet.Ingrijpende hervormingen of
veranderingen begonnen vaak vanuit een zekere naïviteit.Vele hervormers begonnen vaak vanuit een
droom.Een droom, die door anderen werd
weggelachen.Als onrealistisch.Zij verweten die ene hervormer het contact
met de echte wereld verloren te hebben.Maar die verwijten deden hem of haar niet twijfelen.Hij of zij zette door.Realiseerde de droom.De droom werd werkelijkheid.Een betere werkelijkheid.Een mooiere en meer rechtvaardige
werkelijkheid.Dromen zijn niet altijd
bedrog.Heel vaak zijn zij de kiem tot
iets moois.Tot iets groots.
We hebben de klok geluid.In
het Vredespark hebben we nagedacht over de waanzinnige onzin van oorlog.Hebben we de absolute noodzaak aan een
wereldvrede begrepen.Een wereldvrede,
die evenwel al te vaak geschonden wordt.Op vele plaatsen.In vele landen.Die wereldvrede moet constant zijn.Moet alomtegenwoordig zijn.Voor die wereldvrede hebben we misschien
andere wereldleiders nodig.Grote
vragen.Geen antwoorden.Tijd om het Vredespark te verlaten.Of wij worden gek.
Wij gaan naar de volgende halte.De volgende stop.We gaan naar
Miyajima.Daarvoor nemen we de
tram.Vanuit het Vredespark is dat een
ritje van vijfenveertig minuten.Dan nog
kort met de ferry.Schipper, mag ik
overvaren? Die vraag hoeven we niet te stellen.Hoeven we zelfs niet te zingen.Gewoon een ticketje nemen, aanschuiven en de ferry opstappen.Alweer mogen we ervaren dat het openbaar
vervoer meer dan goed georganiseerd is.Nooit wachten.Altijd op
tijd.Een heel regelmatige
verbinding.Terwijl ik op tram en ferry
zit, denk ik dat het misschien goed zou zijn om enkele Japanners te droppen op
het kabinet van de Vlaamse Minister van Mobiliteit.Misschien zouden zij een einde kunnen stellen
aan de stiefmoederlijke behandeling van het openbaar vervoer.Misschien zouden zij het beleid kunnen
opfrissen.Kunnen updaten.Kunnen optillen naar een beleid van deze
eeuw.Naar een beleid voor de volgende
eeuw.Want hier in Japan blijken ze toch
visie te hebben.Blijken ze toch zicht
te hebben welke richting het uit moet.Dat in België kunnen realiseren, het zou mooi zijn.Maar voorlopig dus niet.
Miyajima.Heiligdomeiland.Dit eiland in de Japanse Binnenzee doet ons
de macht ervaren van een foto.Tot
vandaag had ik Miyajima altijd vereenzelvigd met die Otorii.Een vermiljoenrode poort, die bij eb uit zee
oprijst.Op elke toeristische folder
prijkt die ene toegangspoort.Niks
anders.Enkel dat.Dat is wat ik dacht dat Miyajima was.Een poort.Meer niet.De fotografische
waarde en kracht van die ene torii had mij tot die verenging gebracht.Een zware denkfout, dat moet ik vandaag
vaststellen.Een ontkenning van al het
andere.Want het heiligdomeiland is zo
veel meer.
Wij zijn niet alleen op het eiland.Iedereen komt kijken naar de drijvende torii.Naar het Itsukushimaheiligdom.Naar de pagode met vijf verdiepingen.Naar de tamme herten.Japan lijkt het fenomeen van massatoerisme
ook te kennen.Dat stellen wij hier
vast.Wij stappen snel door.Laten de massa achter ons en haasten ons naar
de kabeltjesbaan.Wij gaan de berg Misen
op.Naar de top.Via een tussenstation komen we boven
aan.Op het observatieplatform.Met uitzicht op de Japanse Binnenzee.Daar beginnen we aan onze wandeling.
Aan dat platform is het nog behoorlijk druk.Maar dan beginnen we te stappen.Naar ons uiteindelijke doel.De Daisho-intempel.Daar moeten we heen.Geleidelijk aan laten we iedereen achter
ons.Tot wij bijna alleen zijn.Alleen op de wereld.Zo voelt het.Zo lijkt het.Toch zijn wij niet
alleen.Er blijken nog andere wezentjes
te zijn.Enge wezens.Gevaarlijke wezens.Daarvoor waarschuwen borden langs het wandelpad.We moeten uitkijken voor mamushi’s.Dat zijn giftige slangen.Zij bijten.Elk jaar worden in Japan twee- tot drieduizend mensen gebeten door deze
slang.Elk jaar sterven enkele mensen
aan deze slangenbeten.We moeten dus
uitkijken.Willen niet eindigen als
toetje voor een hongerige mamushi.
Heelhuids bereiken we de Daisho-intempel.Onderweg hebben we geen strijd moeten leveren
met mamushi’s.Wij stonden niet op de
menukaart.Die Japanse slangen hadden
blijkbaar net hun buikje rond gegeten als wij passeerden.Hadden blijkbaar andere dingen te doen dan
die enkele Belgen lastig te vallen.Zonder ook maar één schrammetje stappen wij het Daisho-in complex
binnen.
Het regent vandaag.Toeristen
blijken allergisch te zijn aan regen.Zij gaan schuilen.Kruipen
binnen.Wachten tot de bui
overwaait.Wij doen hier niet aan
mee.Wij gaan verder.Lopen van de ene naar de andere
bezienswaardigheid.Want hier valt wat
te beleven.Wij zien Tengu.Een figuur met lange neus en vleugels.Zij zouden bovennatuurlijke krachten hebben
en zouden fungeren als een soort van beschermheer.Wij zien vijfhonderd Rakan beeldjes.Elk met een unieke gelaatsuitdrukking.Wij zien het beeld van Kannon.Met elf hoofden.Bedoeld om elk levend wezen te zien en te behoeden.Kannon waakt over elk levend wezen.Enkele hoofden extra kunnen dan best wel
nuttig zijn.Langsheen de hoofdtrap zien
wij gebedswielen.Die draaien wij rond.Want dat zou geluk brengen.Vele toeristen komen niet tot hier.Te ver.Uit de baan.Dat is jammer.Want dit complex is meer dan de moeite
waard.Hier mag wat voor gestapt
worden.Hier mag wat voor gezweet
worden.De beloning is immens groot.
Wij kunnen ons wel een tijdje zoet houden in de Daisho-intempel.Maar we moeten verder.Het is bijna sluitingstijd en we moeten nog
langs het Itsukushimaheiligdom.De massa
is intussen al behoorlijk uitgedund.We
moeten nog even wachten.Dan zijn wij
bijna alleen.Pas dan kunnen we
ongehinderd foto’s nemen van de grote Otorii.Dat is bijna een verplichting.Kunnen we niet zomaar voorbij wandelen.Door Japanners wordt deze torii alom bejubeld als één van de drie
mooiste panorama’s.Foto’s moeten dus
genomen worden.Dat doen wij.Uiteraard.Wij zijn toeristen.Toeristen
nemen foto’s.Dat is al jaren zo.Vroeger niet.Vroeger was het anders.Dan
schreven zij brieven.Of boeken.Nu niet meer.Foto’s zijn gebalde samenvattingen.Eén groot verhaal, teruggebracht in die ene, enkele foto.
We hebben die ene, noodzakelijke foto.De grote Otorii.Bij
valavond.Wij hebben die ene,
noodzakelijke foto maar weten nu dat Miyajima zo veel meer te bieden
heeft.Zo veel meer dan enkel die
toegangspoort.Nu weten we dat foto’s
niet altijd het volledige verhaal vertellen.Soms verhullen zij dingen.Laten
zij dingen achterwege.Die achterwege
gelaten dingen zelf gaan ontdekken is deel van het reizen.Die ontdekkingen maken reizen tot iets moois.
Het eiland sluit.De tamme
herten worden opnieuw heer en meester van het eiland.Wij moeten weg.Moeten de ferry en de tram halen.Maar dat gaat makkelijk nu.We weten hoe het moet.Wij zijn ervaringsdeskundigen.Het nemen van een ticketje voor de ferry aan
de automaat gaat vlotjes.Geen enkel
probleem.Nu toch niet.Op de heenweg was het wat anders.Dan stonden we te stuntelen.Te zoeken en te proberen.Nu niet meer.Nu lukt alles bij de eerste keer.Net zoals op de tram.We weten nu
dat we de tram gewoon kunnen opstappen.Dat we pas moeten betalen bij het uitstappen.Hoe die conducteur weet waar wij precies
opgestapt zijn, weet ik niet.Alles
lijkt gebaseerd op vertrouwen.Op dat
heldere geloof dat elke burger doodeerlijk is.Dat geloof in het goede zien en ervaren, is ontroerend.
Het was een zware dag.Mijn
hoofd zit nog vol.Hiroshima houdt mij
bezig.Heeft mij in zijn houdgreep.Zelfs als ik ga slapen en mijn ogen sluit,
blijft alles natollen.Vele vragen
flitsen door mijn hoofd.Ik zoek
antwoorden.Soms vind ik die.Soms niet.Dan blijf ik zoeken.Al zoekend val
ik in slaap.Klaar voor de volgende dag.
Mijn reisverhaal Japan. Dag 7: Hiroshima – Onomichi. Te lezen op dinsdag 03/01/2017.
Ik zal het niet
hebben over uw tweet.Die tweet waarin u
het hebt over wereldvreemde rechters.Daarover werd reeds voldoende geschreven.Ik zal die discussie dus niet hernemen.Wel wil ik het hebben over uw argumentatie,
die u opbouwde.Over uw verhaal, waarin
u beweert dat België niet alle asielzoekers van de wereld kan opvangen.Over uw verhaal, waarin u beweert dat
rechters het Europese asielbeleid onmogelijk hebben gemaakt.
Indien België een
humanitair visum zou verlenen aan het Syrische gezin uit Aleppo, zou dat de
deur openzetten voor een oncontroleerbare toestroom aan Syriërs.Dat is wat u beweert.Om uw argumentatie kracht bij te zetten,
verwijst u naar Zwitserland.Omdat de
situatie in Syrië snel achteruitging, besliste Zwitserland in 2013 om de
voorwaarden voor visumaanvragen van Syriërs te versoepelen.Geen geldig paspoort.Geen financiële garanties.Bovendien kon men bij nagenoeg elke familiale
band met Zwitserland een aanvraag indienen.In uitzonderlijke gevallen werden de reiskosten zelfs gedragen door de
Zwitserse overheid.Dat scenario dreigde
nu in België realiteit te worden.Daarvoor waarschuwde u.Daarvoor
vreesde u.
Nochtans is uw
vrees zonder grond.De Belgische
situatie verschilt in alles van de Zwitserse.In België worden wel degelijk voorwaarden gesteld.In België moet het bewijs geleverd worden dat
de aanvrager van een humanitair visum niet ten laste zal vallen van de
Belgische staat.Degene, met wie de
aanvrager zich in België zal herenigen, moet beschikken over voldoende
financiële middelen en tevens vast werk hebben.De hereniger in België zal ook het bewijs moeten voorleggen van
voldoende huisvesting.De visumaanvrager
moet beschikken over een geldig reisdcoument en moet bewijzen dat hij de
administratieve bijdrage van 215,00 euro betaald heeft.Bovendien wil ik nog meegeven dat een
humanitair visum geen recht is.Het is
een gunst, waarbij de Dienst voor Vreemdelingenzaken elke aanvraag op
individuele basis beoordeelt.
U vreest dat
vanaf heden zestig miljoen vluchtelingen naar een Belgische ambassade kunnen
stappen, een humanitair visum aanvragen, vertrekken en uiteindelijk in België
asiel kunnen aanvragen.U vreest dat die
waanzin kan omgezet worden in werkelijkheid.Dat zijn uw woorden.Bovenstaande
moet evenwel duidelijk maken dat een dergelijk ‘horrorscenario’ niet tot de
mogelijkheden behoort.Wat u doet, is
stemmingmakerij.Paniekzaaierij.U verdraait de realiteit voor politiek
gewin.Voor politiek gespin.
U beweert dat rechters
het Europese asielbeleid onmogelijk hebben gemaakt.U verwijst hierbij naar het arrest Hirsi vs.
Italië, dat pushbacks op de Middellandse Zee sindsdien verbood.Ook verwijst u naar een arrest, waarbij
België werd veroordeeld voor het terugsturen van een asielzoeker naar
Griekenland.Sindsdien zou het
Dublin-akkoord, dat bepaalt welk land in Europa verantwoordelijk is voor de
behandeling van een asielverzoek, dood zijn.Dat alles beweert u.
Alweer gaat u
hier heel kort door de bocht.In beide
gevallen oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat de
mensenrechten voor de betrokken personen geschonden werden.Volgens Paul Lemmens, rechter bij het EHRM,
heeft het Hof nooit de bedoeling gehad het immigratiebeleid van nationale
overheden over te nemen maar ziet het Hof er wel op toe dat diezelfde overheden
opereren binnen de grenzen van de mensenrechten.Ik meen te mogen geloven dat u als ware
democraat diezelfde bekommernissen deelt.
In het eerste
arrest werd Italië veroordeeld omdat het land een groep Somaliërs en Eritreeërs
naar Libië had teruggestuurd terwijl er duidelijke aanwijzingen waren dat
vluchtelingen in dat land op een mensonterende manier werden behandeld.De vluchtelingen liepen het risico mishandeld
te worden of dreigden teruggestuurd te worden naar het land, dat ze ontvlucht
hadden.In het tweede arrest oordeelde
het Hof dat België een Afghaan niet had mogen terugsturen naar Griekenland (in
uitvoering van het Dublin-akkoord) omdat de opvang in Griekenland barslecht was
en is.Uit beide arresten spreekt een
humane bezorgdheid.Een bezorgdheid, die
wij jammer genoeg ontberen in het Europese asielbeleid.
U, samen met Theo
Francken, beweert dat het arrest Hirsi vs. Italië smokkelaars een vrijgeleide
geeft om vluchtelingen op gammele bootjes de zee op te sturen.Volgens u zou iedereen die in een bootje
stapt en asiel aanvraagt meteen Europa binnenmogen.U beweert dus dat rechters bestaansrecht
geven aan mensensmokkelaars.Alweer doet
u de waarheid geweld aan.Niet de
rechters treft hierin schuld.Wel de
Europese politici.Nog altijd is het
bijna onmogelijk Europa binnen te komen op legale wijze.Europa trekt steeds hogere muren op aan de
buitengrenzen.Het veroordeelt
vluchtelingen tot het nemen van onmenselijke risico’s.Het beleid en niet de rechters stuurt
vluchtelingen de zee op in gammele bootjes.Dat is de waarheid.Een waarheid,
die u anders verpakt.
Een oplossing
voor bovenstaande zou misschien kunnen liggen in het vlotter toekennen van
humanitaire visa.Dit zou de mogelijkheid
bieden om meer vluchtelingen veilig naar een bepaald land te laten reizen en
hen bescherming te bieden bij aankomst.Gevaarlijke tochten, waarbij vluchtelingen hun leven moeten riskeren,
zouden op die manier tot het verleden behoren.Uiteraard hoeft België dit niet alleen te doen.Een dergelijk beleid moet gekaderd worden in
een uniform Europees beleid.Dat is wat
Vluchtelingenwerk bepleit.Dat is wat
Dokters van de Wereld bepleit.Dat is
een pleidooi, waarvoor politici ongevoelig voor blijken te zijn.
En zo komen we
opnieuw uit bij het humanitaire visum.Waarmee de cirkel rond is.Ik
betreur uw verzet.Ik betreur uw
argumentatie.U verschuilt zich achter
angst.Angst om overrompeld te
worden.Dat is verkeerd.Dat is fout.Als politicus moet u zich laten leiden door een zorg om
menselijkheid.Door het streven naar een
humaan beleid.Die bezorgdheid is nu ver
weg.Dat bewees u nog maar eens met uw
uitspraken.Zo lang dat niet gebeurt
faalt u als verantwoordelijk politicus.
Ik hoop dat 2017
een nieuwe start mag betekenen.Een
nieuwe start voor een ander asielbeleid.Een beleid, gebaseerd op durf en humaniteit.Dat zou mooi zijn.Laat dat mijn wens zijn.U kan die wens tot realiteit maken.Door niet angstig achterover te leunen maar
door daadkrachtig een vernieuwende voortrekkersrol te spelen.
Goed geslapen.Een
wonderbaarlijke vaststelling.We hadden
het ergste verwacht.Slapen op de vloer,
in ons hoofd hadden we allerhande rampscenario’s uitgedacht.Geen enkel scenario wordt Het werkelijkheid.Integendeel.We worden wakker na een uitstekende nachtrust.Geen stijve ledematen.Geen pijnlijke rug.Niks van dat alles.We zijn fris.We zijn monter.Klaar voor een
nieuwe dag.
Vandaag reizen we door naar Hiroshima.Met het openbaar vervoer.Wij
denken aan datzelfde vervoer in België.We denken aan lange wachttijden.We denken aan treinen/bussen, die dan toch niet rijden.Neen, in ons landje is het openbaar vervoer
geen te overwegen alternatief.Daarvoor
moet nog heel wat gebeuren.In Japan is
het anders.Heel wat anders.Hier is het geen enkel probleem om het land
te bereizen met het openbaar vervoer.Stiptheid en vlotheid zijn belangrijke betrachtingen bij de Japanse
vervoersmaatschappijen.U zou kunnen
denken dat het heel wat zoekwerk vraagt om een juiste bus te nemen.Want wie kan die Japanse tekens ontcijferen
aan de bushaltes? Ik kan het niet.Andere toeristen kunnen het heel waarschijnlijk ook niet.Daarop hebben onze Japanse vrienden iets
gevonden.Uiteraard.Efficiëntie is het hoogste goed in
Japan.Aan de bushalte staat een
werknemer van de vervoersmaatschappij.Met handen en voeten en een klein beetje Engels krijgt zij uitgelegd
welke bus wij dienen te nemen.
Vóór we de bus opstappen, lopen we nog even rond in Beppu.Het is niet de meest aangename stad.Het is niet meest flitsende stad.Maar we hebben een postkantoor nodig.Willen een kaartje versturen.Naar het thuisfront.Aan hen willen we zonnige groetjes
wensen.Een mailtje was ook een
mogelijkheid geweest.Zelfs een sms’je
hadden we kunnen overwegen.Toch geef ik
de voorkeur aan een prentbriefkaart.For
sentimental reasons.
Het postkantoor vinden we vrij snel.Daar doen we een vreemde vaststelling.Zien wij iets wat bij ons al lang niet meer bestaat.De postbeambten zitten niet weggestopt achter
veiligheidsglas.Zij zitten gewoon
achter hun bureau.Zonder enige
barrière.Als wij het zouden willen,
zouden wij hen zo kunnen aanraken.Wij
zouden hen zo kunnen omhelzen.Dat doen
wij uiteraard niet.Wij willen die
postbeambten niet al te zeer laten schrikken.Wij houden afstand.Toch juich ik
de afwezigheid van dat verfoeilijke glas toe.Het lijkt het persoonlijke contact nog te versterken.Het staat voor openheid.Voor geloof.Jawel, geloof in een vredelievende maatschappij.In een maatschappij waar mensen rustig
praten.Niet roepen.Niet tieren.Niet slaan en schoppen.Maar
gewoon de zaken uitpraten.Rustig en
stilletjes.Dat alles lees ik in het
afwezig zijn van veiligheidsglas.Zou
het kunnen dat ik te naïef ben? Of hebben wij gewoon dat geloof verloren?
Het was mij de voorbije dagen al opgevallen.Vandaag zie ik het opnieuw.Japan is netjes.Proper.In de stad.Op het
platteland.Langs de wegen.Nergens is ook maar één papiertje te
vinden.Geen snippertje.Slechts zelden zie ik een papierrestje rond dwarrelen.Maar dat is dan die ene uitzondering.Die netheid is bijna beangstigend.Wij zijn dat niet gewoon.Sluikstorten lijkt bij ons bijna
aanvaard.Elke stad heeft zo wel zijn
kankerplekken.Hier, in Japan, dus niet.Toch is die netheid geen evidentie.Vuilnisbakken zijn zeldzaam.Vuilnismannen zien we nauwelijks.Japanners moeten heel waarschijnlijk een
enorme zelfdiscipline hebben.Om toch
maar niks achter te laten.Ik vermoed
dat alle vuilnis wordt bijgehouden.Om
éénmaal thuis alles eindelijk in die ene vuilnisbak te kunnen droppen.
Die alomtegenwoordige netheid heeft ook een impact op mijn
handelen.Ik beken, thuis zou ik het wel
eens durven.Snel een papiertje op de
openbare weg achterlaten.Ik durf het
wel eens te doen.Slechts heel
uitzonderlijk.Maar toch.Hier doe ik het nooit.Ik vrees de reactie als ik het toch zou
doen.Ik zou terechtgewezen worden.Door verontwaardigde Japanners.Dat denk ik.Die sociale controle weerhoudt mij.Maar het is niet enkel angst, die mij drijft.Het is nog iets anders.Die netheid vraagt om navolging.In die netheid lees ik een uitnodiging.Om het zelf ook te doen.Om zelf ook oplettend te zijn.Om zelf ook een bijdrage te leveren.Want ik moet bekennen, een propere stad is
heerlijk.Het storende aan
rondslingerend vuil valt weg.Geen
ergernissen hierover.Eén ergernis
minder.Het maakt de mens minder
chagrijnig.Het maakt diezelfde mens
gelukkiger.
Over die nette wegen rijden wij.Met de bus.Over het water varen
wij.Met de ferry.Dat moet.Vandaag maken wij de oversteek.Van Kyushu naar Honshu.Daarvoor
moeten we de Straat van Shimonoseki over.Dat gaat niet te voet.Over het
water wandelen heeft slechts één iemand gekund.En zelfs die ene prestatie wordt in twijfel getrokken.Die ene prestatie heeft zijn believers en
zijn non-believers.Wij kunnen het
alleszins niet.Daarvoor is ons geloof
te zwak.Wij gaan met de bus de boot
op.Varen naar het grootste eiland van
Japan.
Enkel wij staan op het buitendek.Nochtans zijn wij niet alleen.Anderen hebben ook ingescheept.Waar zijn die dan? Ik ga op onderzoek.Het volstaat niet enkel vragen te stellen.Antwoorden dienen ook gezocht te worden.Dat antwoord vind ik al snel.De rest van de medepassagiers vind ik op het
binnendek.In enkele kamers zijn
tatami-matten uitgerold.Daarop liggen
zij.Te slapen.Dat lijkt een Japanner graag te doen.Elke verloren minuut lijkt de Japanner aan te
grijpen om een dutje te doen.Om even
uit te rusten en zo de batterijen op te laden.Wij doen het niet.Wij hebben
geen verloren minuten.Zelfs geen
verloren seconde.Wij kijken voortdurend
om ons heen.Nieuwsgierig als we
zijn.Zelfs op zee kijken wij rond.Laten die weidse uitgestrektheid op ons
inwerken.Wij nemen die rustige stilte
in ons op.Zo zoeken wij onze rust.Niet door te slapen.Wel door te observeren.
’s Avonds laat arriveren we in Hiroshima.Die historische plaats.Wij moeten de deur uit.Om te eten, dat ook.Maar niet enkel daarom.We willen al even passeren langs het
Vredespark.Alsof het moet.Alsof wij naar die plaats geroepen worden.Het is avond.Het is donker.We zijn bijna
alleen in het Vredespark.Dat is goed.Alsof het zo hoort.We worden niet afgeleid.Aan het kindervredesmonument zijn wij
alleen.Alleen met onze gedachten.Wij denken aan Sadako Sasaki.Ik zie haar kraanvogels vouwen.Origami, de Japanse vouwkunst.Duizend kraanvogels vouwt zij.Want dan mag zij een wens doen.Haar wens wordt niet gehonoreerd.Geen genezing voor dit meisje.Dit dappere meisje.Zij overlijdt alsnog aan de gevolgen van de
Amerikaanse atoombom op haar stad.Ik
word stil.Ik ril van de koude.Koude rillingen lopen over mijn armen.Over mijn rug.Mijn weinige haar gaat overeind staan.Grote mensen vechten oorlogen.Kleine mensjes sterven in die oorlogen.Het zou niet mogen.Oorlogen zouden niet mogen.Niet nu.Niet later.Nooit.
Terwijl wij naar het stadscentrum stappen, zien wij om ons heen dat
rare fenomeen.Het is vrijdagavond.Dan gaan de collega’s op stap.Met hun baas.Op die vrijdagavonden wordt gedronken.Stevig gedronken.Niet één
glaasje.Wel vele glazen.Iedereen moet mee.Niemand mag aan de kant blijven.Het zou de teamgeest moeten bevorderen.Dat zou de bedoeling zijn.In die gezellige bacchanalen groeien de
werknemers naar elkaar toe.Drank maakt
de tongen los.Opgekropte frustraties
worden geuit.Wat al zo lang op de lever
ligt, wordt eindelijk ter sprake gebracht.Niemand zal u iets kwalijk nemen.Het is vrijdagavond.Dan mag
alles gezegd worden.Op die avond zijn
er geen geheimen.Toch meen ik te mogen
zien dat velen niet meer tot praten in staat zijn.Zij wankelen.Waggelen.Worden ondersteund door
collega’s.Voor velen waren de glazen
diep.Te diep.Morgen is alles vergeten.Dat is wat alcohol doet met een mens.Het wist uit.Morgen is er weer nood aan een vrijdagavond.Om datgene te zeggen wat nu vergeten is.
Wij gaan niet drinken.Of toch
niet in die mate.Wij gaan eten.Okonomiyaki.Dat is wat we zullen eten.De
specialiteit van Hiroshima.Japanse
pannenkoeken, dat is wat het is.Gebakken
op een ijzeren plaat.Eerst de bodem, de
eigenlijke pannenkoek.Daarbovenop witte
kool.Aan te vullen met eigen
wensen.Extra vlees kan.Extra groente kan.Extra kaas kan.Alles kan.Volgens eigen wensen.En oh ja,
een eitje komt er ook nog bovenop.
Wij zitten in een klein restaurantje.Een okonomiyaki-bar.Ergens op de
tweede verdieping.Hier maken we kennis
met het Japanse ondernemerschap.Wij
zien hoe een Japanse kleine zelfstandige onderneemt.Hoe hij initiatief neemt.De gasten entertainen, dat moet hij geleerd
hebben op de schoolbanken.Op die
schoolbanken waar mensen omgevormd worden tot ondernemers.Die genoten lessen zet onze gastheer nu om in
de praktijk.Hij hoort ons praten.Vraagt vanwaar we zijn.België, antwoorden wij in alle openheid.Met dat ene antwoord gaat hij aan het
werk.Hij heet ons welkom.In het Nederlands.Tracht ook snel nog de vrouwen aan tafel te
verleiden met enkele Franse zinnen.Dat
hij van hen houdt.Voor eeuwig en
altijd.Wij lachen.Onze gastheer schakelt nog een versnelling
hoger.De televisie gaat aan.Een Nederlandstalige schlager schalt door de
boxen.Weliswaar een schlager van het
derde knoopsgat, maar toch.Onze
gastheer zoekt verder.Omdat hij weet
dat wie zoekt ook vindt.Zelfs in Japan
is dat zo.Hij heeft gevonden.Een schat heeft hij opgegraven.Hij schenkt ons Wannes Van De Velde.Kan het nog echter? Kan het nog puurder? Ik
denk het niet.Onze gastheer graaft
verder.Dieper.Via YouTube komt hij uit op filmpjes over
België.We zien Gent.Antwerpen.Brussel.Luik.Zelfs onze biercultuur komt aan bod.Op een moment dat deze cultuur nog geen
immaterieel cultureel erfgoed was.Deze
man kent zijn klassiekers.Maar dan is
er dat ene moment.Dat moment, waarop
overmoed het overneemt.Onze gastheer
waant zich te zeker.Denkt dat er niks
verkeerd kan lopen.Net op die momenten
gebeurt het dan toch.Wij krijgen
beelden te zien van de terreuraanslagen in Brussel.Een fout filmpje op het foute moment. Dit kan niet.Straks krijgen wij nog beelden te zien van Marc Dutroux.Van het Heizeldrama.Van de Bende van Nijvel.Dat denken wij.Dat vrezen wij.Met die dieptepunten uit onze nationale
geschiedenis willen we niet geconfronteerd worden.Dit is geen wegkijken.Dit is geen negatie.We weten dat het gebeurd is.Maar op reis hoeven we hiermee niet
geconfronteerd te worden.De gastheer
grijpt in.Aan onze reactie kan hij
afleiden een gevoelige snaar geraakt te hebben.Het verslag over de terreuraanslagen wordt uitgezet.Terug naar kalmer vaarwater.Naar muziek.Dat is veiliger.
We nemen afscheid.Van onze
gastheer.Van ons toonbeeld van Japans
ondernemerschap.We keren terug naar ons
hotel.Kruipen onder de wol.Want morgen alweer een nieuwe dag.
Nog even dit.Deze avond namen
we de taxi naar ons hotel.Niets
gemakkelijker dan een taxi te nemen.U
houdt een taxi aan.Gewoon zoals op
andere plaatsen.Even de hand in de
hoogte.Een taxi is er snel.De deur hoeft u niet te openen.Dat gebeurt automatisch.Via een duwknopje opent de chauffeur vanuit
de wagen de deur voor u.De deur
dichttrekken hoeft ook niet.Ook dat
gebeurt automatisch.Net als de
kofferbak.Automatisch open en dicht.
Tijdens de rit hoeft u zich geen zorgen te maken over een juiste
afrekening.Een Japans taxichauffeur is
betrouwbaar.Sjoemelt niet.Is altijd correct.Hier hebben we geen Axel Daeseleire
nodig.Geen Axel Opgelicht om ons te
wijzen op mogelijke oplichterspraktijken.Dat hoeft niet.Wat ook niet
hoeft, is het zoeken naar fooien.Dat
wordt niet gedaan in Japan.Nooit.Hou dat enkelgeld dus maar in de broekzak.Fooien worden ervaren als een
belediging.Iemand beledigen is wel het
laatste wat we willen doen.Geen fooi
dus.
Japan? Elke dag leren we bij.
Mijn reisverhaal Japan. Dag 6: Hiroshima. Te lezen op dinsdag 27/12/2016.