Ik had een uitnodiging op zak voor een bezoek aan het
schildersatelier van Mark Rothko. Een persoonlijke uitnodiging. Van
de grootmeester zelf. Beetje vreemd, toch? Dat hoor ik u denken.
Want die grootmeester had toch zelfmoord gepleegd in 1970. Inderdaad, het
leven van de grootmeester eindigde in zijn studio. Een overdosis
antidepressiva en de polsen doorgesneden. Vanwaar dan die uitnodiging?
Die uitnodiging leek alleen maar zo. In werkelijkheid had ik een
ticketje gekocht voor ‘Rood’, een toneelvoorstelling van NTGent. Een
voorstelling over het leven en werk van Mark Rothko. In het Arca-theater
stap ik het schildersatelier van Rothko binnen.
Alvorens ik dat atelier binnenstap moet ik nog even langs een
kunstveiling. Ik hoor de veilingmeester. De miljoenen vliegen mij
om de oren. Uiteindelijk wordt afgeklopt op vijfenzeventig miljoen
honderdduizend dollar. Voor dat bedrag wordt een werk van Rothko verkocht
in 2012. Een overbodige intro? Zeer zeker niet. Het is
nuttig. Een illustratie van het pleidooi van Rothko, dat zal
volgen. Een illustratie van of toch eerder een contrast met hetgeen
volgt? Het zal blijken.
De inleiding is voorbij. Ik ben in het schildersatelier.
Gent is even ver weg. Die avond vertoef ik in downtown New York.
In gezelschap van Mark Rothko en zijn assistent. In dat atelier wordt
niet geschilderd. Er hangen wel enkele doeken. Maar dat is slechts
decor. Die doeken zijn slechts een aanleiding tot debat. Tot
discussie. Die doeken brengen mij tot een masterclass door de
grootmeester. In die masterclass oreert Mark Rothko. Heilig
overtuigd van zijn eigen kunnen. In de volle wetenschap dat enkel hij de
waarheid kent. Vanuit die wetenschap duldt hij geen tegenspraak. De
assistent incasseert. De assistent neemt op. Dat is zijn rol.
Hij is de gemakkelijke sparring partner van de grootmeester.
Aanvankelijk ondergaat de assistent gewillig de hem opgedrongen
rol. Zijn idolatrie benevelt hem al te veel. Hij beperkt zich tot
luisteren. Heel even brengt hij aan. Heel even stelt hij schuchter
een vraag. Zich ten volle bewust van zijn positie. De assistent is
een beginnend schilder. Voor hem moet alles nog beginnen. Hij
twijfelt nog. In het bijzijn van zijn grote idool beseft hij ten volle
dat hij nauwelijks iets weet. Of toch te weinig weet. Maar die
onbevangenheid is een zegen. Hij is vrij. In tegenstelling tot Mark
Rothko. Hij zit gevangen in zijn grote gelijk. Die gevangenschap
vernauwt zijn blik.
Mark Rothko gaat wild tekeer. Tegen de vermerking van
kunst. Tegen de maatschappij. Tegen het onbezorgd leventje.
Tegen het ‘kunstminnende’ publiek. Tegen de nieuwe generatie
kunstenaars. Tegen de oppervlakkigheid. Hij schreeuwt. Hij
vloekt. Hij tiert. Vlammende monologen in het begin. Maar dat
verandert. Heel geleidelijk. De monoloog wordt een dialoog.
De assistent gaat in de tegenaanval. Eerst schuchter, dan vol overgave.
De rollen worden omgekeerd. De grootmeester wankelt. Hij gaat
twijfelen. Twijfelen aan zijn opdracht voor het restaurant The Four
Seasons. Dat is de verdienste van de assistent. Hij plaatst het
aanvaarden van die opdracht tegenover de visie van Rothko over kunst.
Behoorlijk confronterend. Zo confronterend dat The Seagram Murals niet
zullen eindigen waar zij hadden moeten eindigen.
Wim Opbrouck als Rothko en Servé Hermans als zijn assistent weten meer
dan te overtuigen. Zij spelen de pannen van het dak. Een al te
gemakkelijke uitdrukking waarvan wij ons, vanuit eenzelfde gemak, al te vlug
bedienen. Maar donderdagavond vulden beide acteurs die uitdrukking met
kracht in. Zij brachten een heldere verbeelding van die definitie.
Maar het was niet enkel dat. Twee acterende klasbakken zijn niet altijd
een garantie voor een goede voorstelling. De theatertekst doet er ook
toe. Ook dat is een voorwaarde voor uitmuntendheid. De gebrachte
tekst brengt die hoge graad van uitmuntendheid. Het knettert op het
toneel. Het vonkt. Het knalt. Het spettert. Ik kijk
geboeid. Ik luister aandachtig. Na twee uur kan ik
vreugdevol besluiten dat dit een prachtige toneelavond was.
Tot slot nog een klein wistjedatje. In 1969 werden The Seagram Murals
door Mark Rothko aan de Tate Gallery geschonken. Was Mark Rothko dan toch
een man van zijn woord? Waren zijn vlammende betogen dan toch meer dan
intellectuele spielerei?
Link met speeldata:
NTGent – Rood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten