maandag 21 oktober 2013

An old monk. Gezien in NTGent.

Een theatermonoloog.  Geschreven en gebracht door Josse De Pauw.  Muzikaal begeleid door het Kris Defoort Trio.  Tekst en muziek vechten om de aandacht.  Nu eens eist de tekst de hoofdrol.  Dan weer deemstert de tekst naar de achtergrond en treden de muzikanten op de voorgrond.  In die strijd verdringen zij elkaar niet.  Zij verstikken elkaar niet.  Zij versterken elkaar.  Zij beklemtonen elkaar.  Op momenten jaagt de muziek Josse De Pauw vooruit.  Hij raast, hij blaast.  Op andere momenten tempert de muziek diezelfde De Pauw.  Op die momenten houdt Josse De Pauw in.  Hij mijmert.  De muziek is heerlijk om te horen.  De tekst is heerlijk om te horen.  De samenwerking is meer dan geslaagd.
 
Een theatermonoloog.  Meer nog dan So You Think You Can Dance brengt deze voorstelling een ode aan het dansen.  Of neen, het is ruimer.  Veel ruimer.  Josse De Pauw brengt een ode aan het leven.  Want dansen stelt hij gelijk met leven.  Leven is gelijk aan dansen.  Er bestaat een wederkerigheid tussen beide.  De een voedt de ander.  Dansen is de hartslag van het leven.  Stoppen met dansen is sterven.  Dat is de bottom line.
 
Als jongeling dansen wij wild.  Ongeremd.  Het leven is één grote belofte.  De toekomst lacht ons toe.  Dat vieren wij.  Wilde danspasjes.  Wij lachen met alles en iedereen.  Wij zijn jong.  Vrijheid is ons deel.  Niks moet, alles mag.  Geen ingestudeerde danspasje.  Wij laten ons niet inkapselen.  Geen grenzen.  Hard en intens.  Zo dansen wij.  Zo leven wij.  Dansend stappen wij het grote leven in.
 
Dat grote leven brengt de ontnuchtering.  Plots botsen wij op grenzen.  Grenzen, gesteld door een relatie.  Grenzen, gesteld door een werkgever.  Grenzen, gesteld door kinderen.  Het wilde dansen is niet meer.  Het vuur in de danspasjes dooft uit.  Zachtjes en traag.  Tot wij stilstaan.  Tot wij stoppen met dansen.  Wij verhuizen naar de rand van de dansvloer.  Kijken naar die dansende jongeren.  Die jongeren, waarvan wij geen deel meer uitmaken.  Met dat kijken realiseren wij ons dat vele beloftes van toen niet werden ingelost.  Wij hadden verwachtingen.  Maar eens met beide voeten in het volwassen leven lijken veel van die verwachtingen een fata morgana te zijn.  Wij dansen niet meer.  Omdat het leven ons niet meer aanvuurt.  Teleurstelling en bitterheid verlammen onze benen.  Wij trekken ons terug.  Wij treden terug.  Allenigheid en stilte, dat is wat wij willen.
 
Maar dan komen die jaren.  Die laatste jaren.  Met die jaren komt het volle, ontnuchterende besef dat het leven eindig is.  Het jonge geloof dat wij onoverwinnelijk en onsterfelijk zijn botst met de bejaarde realiteit.  Plots beseffen wij dat wij het beste moeten maken van hetgeen ons nog rest.  De goesting komt terug.  De goesting om te dansen.  Als fel opgestoken middelvinger.  Met die goesting komt de zin van het genieten terug.  Wij omhelzen het leven.  De eindigheid dwingt ons er toe.  Het dansen gaat wat trager.  Maar de overgave is groter.  Intenser.  Eerlijker.  Gekker.
 
Bezinning, rust en stilte.  Daarvoor staat de monnik.  Intens, lust en bruisend leven.  Daarvoor staat het dansen.  Een perfecte balans tussen beide, dat moeten wij betrachten.  Heel misschien met een lichte voorkeur voor het dansen.  Gisteren kreeg ik een muzikale levensles op mijn bord.  Ik zal die belangrijke les ter harte nemen.  Ik zal dansen.  Ik doe het wel.  Nog steeds.  Maar het kan misschien altijd nog een beetje meer.  Toch?
 
Tot slot.  Als u mij die ene vraag zou stellen: één tip voor het jonge toneelseizoen? An old monk.  Dat zou ik antwoorden.  Kort en bondig.  Zonder enige twijfel.  Dit moet u zien.

Link met speeldata:
An Old Monk – Muziektheater Lod.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten