Elke morgen hetzelfde. Elke
morgen hetzelfde liedje. Opstaan,
wassen, ontbijten, werken? Neen, dat bedoel ik niet. Want dat weerkerende ritueel vervalt in het
weekend. In het weekend kunnen wij ons
eigen ritme bepalen. Neen, dat bedoel ik
dus niet. Wat ik wel bedoel is die ene
constante. Die ene dagelijkse
constante. Een constante, die geen
onderscheid maakt tussen werkdag en weekend.
Een constante, die mij zeven dagen op zeven gratis en voor niks wordt
aangeboden. Die constante is het kraaien
van de haan.
Ik dacht in de stad gevrijwaard te blijven van dit landelijke
lawaai. Blijkbaar dacht ik
verkeerd. Blijkbaar dacht iemand van de
buren een beetje van die landelijke couleur locale te moeten injecteren in het
gebetonneerde stadsleven. Voorwaar een
mooie gedachte.
De haan kraait. Elke
morgen. Elke morgen word ik gewekt door
het natuurlijke gezang van die haan. Ik
kan het niet helpen, het lijkt alsof ik in mijn slaap anticipeer op dat kraaien. Dat anticiperen maakt mij wakker. Alsof een duiveltje in mijn hersenpan
oordeelt dat ik dat kraaiende concert niet wil missen. Dat duiveltje tikt vooraan tegen mijn
hoofd. Dat duiveltje maakt mij wakker
zodat ik genietend kan meeluisteren.
Elke dag opnieuw.
Terwijl ik in mijn bed aftel naar het volgende salvo van onze
operettehaan, stel ik mij die ene vraag.
Terwijl ik mijzelf tracht te overtuigen dat het kraaien van een haan
eigenlijk toch wel een warme geruststelling is dat de wereld blijft draaien,
vraag ik mij af waarom hanen eigenlijk kraaien.
Want het antwoord op die vraag weet ik nog steeds niet. Wikipedia kan heel misschien een oplossing
bieden. Maar dat weiger ik te doen. Antwoorden op belangrijke levensvragen dienen
bij zichzelf gezocht te worden.
Dergelijke antwoorden moeten het resultaat zijn van eigen
onderzoek. Tot op heden blijft de vraag
evenwel onbeantwoord. Toch heb ik een
aantal mogelijke denksporen.
Zou het te maken hebben met haantjesgedrag? Een middel tot verleiden?
Zou het kraaien gelijkstaan met het krieken van de dag? Om aan te geven dat de
nacht definitief voorbij is en dat slapen niet meer hoort? Zou het een
waarschuwing kunnen zijn naar zijn mede-nestgenoten? Om door te seinen dat
groot onheil nadert in de persoon van dreigende diersoorten? Zou het kunnen dat
het bedoeld is als een manier om het territorium af te bakenen? Zou de haan
elke morgen zijn erf rondwandelen en op elke hoek een luide kraaistoot geven?
Zou het kunnen dat het moet geïnterpreteerd worden als een uitnodiging tot
ontbijt? Om te melden aan zijn collega hanen en kippen dat het eten klaar is?
Zou het kunnen dat het kraaien gewoon een uiting van tevredenheid is? Om aan de
omgeving duidelijk te maken dat deze haan blij is aan een nieuwe dag te kunnen
beginnen? Misschien zoeken wij het te ver.
Misschien is de verklaring veel eenvoudiger. Zou het gewoon kunnen dat de haan het meest
asociale dier is, dat met iedereen, zowel mens als dier, overhoop ligt? Zou het
kunnen dat die haan zijn plezier vindt in het verstoren van de ochtendlijke
stilte? Enkel en alleen om tegendraads te doen.
Misschien moet ik het antwoord gewoon vragen aan de haan. Er zal hier op de hele planeet toch wel één
hanenfluisteraar rondlopen. Die
fluisteraar kan misschien gewoon die ene vraag influisteren. Maar eigenlijk ken ik het antwoord al. Dat antwoord zal één langgerekt gekraai
zijn. Dat wil ik niet weten. Dat wil ik niet horen. Ik zal dus verder blijven zoeken. Elke morgen.
Ik laat het u weten als ik het antwoord heb gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten