Ik wou er altijd al eens heen.
Maar iemand moest mij roepen. Iemand
moest mij vragen naar de DOKarena. Een
beetje zoals het vroeger ging. Toen ik
nog een broekventje was. Dan kwamen zij
aan mijn ouders vragen of ik mocht buiten spelen. Buiten spelen was toen nog een
mogelijkheid. Maar bovenal was het een
te verwerven recht. Een recht,
afhankelijk van een aantal voorwaarden.
Een goed rapport was één van die voorwaarden. Of een gedreven medewerking op het juiste
moment in het huishouden. De vraag werd
gesteld door de vrienden. De ouders
wikten en beschikten. Ik moet zeggen,
het ging vlotjes. Het ging
gemakkelijk. Mijn ouders waren best
inschikkelijk. Ik was een braaf ventje,
dat hielp natuurlijk ook.
Ik wou naar DOKarena. Dit jaar
zou mijn laatste kans zijn. Volgend jaar
kan niet met zekerheid gezegd worden of deze tijdelijke zomerse ontmoetingsplek
opnieuw een vervolg zal kennen. Ik moest
dus het zekere voor het onzekere nemen.
Ik moest een mogelijkheid vinden.
Een reden om te gaan. JuliaHolter had een mogelijkheid kunnen zijn.
Maar iets weerhield mij. Dat iets
kon het best omschreven worden als twijfel.
Twijfel hield mij thuis. Er
zouden nog kansen zijn. Andere, betere
kansen. Zo dacht ik.
Die betere kans kwam met Sam Amidon.
Die betere kans greep ik. Deze
singer-songwriter wordt vandaag nogal gehypet.
Zijn nieuwste album ‘Bright Sunny South’ mocht lovende kritieken
ontvangen. Velen waren enthousiast over
deze traditionele Amerikaanse folk. Ik
was overtuigd. Eindelijk zou ik DOKarena
zien. Met daarbovenop nog een
interessante artiest.
DOKarena kon mij overtuigen.
Deze locatie is prachtig. Geweldig. Ik weet dat het niet hoort. Ik weet dat het niet echt samengaat met rock
maar toch wil ik dat ene woord gebruiken: knusjes. Rustig genieten van heerlijke muziek op een
plaats, waarbij het lijkt te zijn afgesneden van de wereld. De arena slaagt er in die wereld buiten te
houden. De arena lijkt voor die
concerten te veranderen in een aparte muziekplaneet, met enkel de zanger en de
luisteraar als enige bewoners. Op een
zomerse avond op een bankje tegen de opgeworpen aarden wal. DOKarena, een heerlijk idee.
DOKarena was een voltreffer.
Dat kan ik niet zeggen van Sam Amidon.
Hij ontgoochelde wat. Een
openbaring werd het niet. Dat had ik
nochtans verwacht. Maar verwachtingen
worden niet altijd ingevuld. Dat maakt
het leven net zo boeiend. Wij kunnen
gokken. Soms kunnen wij winnen. Soms kunnen wij verliezen. Die avond had ik verloren.
Toch was het geen zwaar verlies.
Mijn verlies werd getemperd. Een
zalvende pleister werd op de wonde gelegd.
Want Lyenn stond in het voorprogramma.
Wat Sam Amidon niet kon, kon Lyenn wel.
Hij verraste. Meer dan
overtuigend klonk deze Belgisch-Britse singer-songwriter. Voordien kende ik de man niet. Maar de kennismaking was aangenaam. Het concert van Sam Amidon ben ik intussen
vergeten. Dat korte optreden van Lyenn
blijft evenwel hangen. Hangen als een
heerlijke herinnering.
Toch nog even meegeven. Mijn
onwetendheid doet oneer aan deze muzikant.
Want hij blijkt een bezig bijtje te zijn. Een bijtje, dat best wel geapprecieerd wordt
door collega-muzikanten. Vorig jaar toerde
hij met Mark Lanegan Band. Dit jaar gaat
hij opnieuw op tournee met Mark Lanegan en Duke Garwood. Hij is ook één van de bezielers van DansDans,
het project met Bert Dockx (Flying Horseman) en Steven Cassiers (DezMona). Zijn debuutalbum ‘The Jollity of My Boon
Companion’ werd opgenomen in de New Yorkse studio van Marc Ribot. Genoeg namedropping. Als overtuigend bewijs moet dit
volstaan. I rest my case.
Link:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten