woensdag 18 september 2013

Uitersten!

Jawel, het werd toegestaan.  Toch viel er weinig eer te halen uit die ene activiteit.  Hoogstens kon het gezien worden als een oefening in het ontwikkelen van sociale vaardigheden.  Dat was alles, meer niet.  Op café gaan, het vroeg enig doorzettingsvermogen.  Want wat deed men op café? Als men al iets deed, was die activiteit overladen met heel wat negatieve bijklank.  Toogpraat? Uit die term valt af te leiden dat men op café geen wereldverbeterende visies verwacht.  Geen helder betoog.  Enkel geleuter en gewauwel.  Aan de toog hangen? Niet fier rechtop staan, in de ene hand een sprankelend watertje.  Wel languit onderuit liggen, gevloerd door dat laatste duveltje.  Cafépsycholoog? Lullen over emotionele instabiliteit.  Op de schouder uithuilen om het aangedane onrecht.  Niks van doorwrochte psychoanalyse.  Een cafénieuwtje? Geen internationaal nieuws over één of andere baanbrekende wetenschappelijke ontdekking.  Hoogstens een nieuwtje in de lijn van het tenenkrullende Storyaanse roddeltje.
 
Wetenschap? Oei, wat een moeilijk woord.  Als men denkt aan een wetenschapper, denkt men aan een wereldvreemd mannetje of vrouwtje.  Bijna automatisch wordt die verbinding gemaakt.  Gekleed in een modieuze stijl, die ons enkele decennia terugwerpt in de geschiedenis van de mode.  Stuntelend, zwaar bebrild.  Zijn favoriete stekje is het steriele labo, zijn beste vriend lijkt de microscoop te zijn.  Heeft hij of zij nog een ander vriendje, dan is dat meestal de computer.  Sociaal geïsoleerd, dat lijken zij te zijn.  Bovenstaande plaatsen, zijnde het café, mijden zij.  Te weinig verheffend, te weinig intellectueel uitdagend.  Wetenschappers lijken op een andere planeet te vertoeven.  Die planeet is zeker niet de aarde.  Neen, zij vertoeven in een eigen wereldje.  Een wereldje, enkel toegankelijk voor vorsende mensen.  Nerds, dat is het hippe woord voor dat onhippe gedrag.
 
Twee afzonderlijke werelden.  Twee werelden, elk met een eigen, aparte bijklank.  Twee uitersten.  Geen enkele binding tussen beide uitersten.  Maar het kan anders.  Dat wist Paula Abdul al een tijdje.  In de jaren ’80 zong zij haar bescheiden hitje ‘Opposites Attrack’.  Uitersten trekken elkaar aan.  Paula zong het in een mooi gechoreografeerde clip.  De mensen achter het Wetenschapscafé vertalen deze Abdul-boutade naar de praktijk.  Zij brachten twee werelden, waarvan nooit gedacht werd dat zij ooit te verenigen waren, samen.
 
Wetenschap op café.  Het concept lijkt te werken.  Meer nog, het concept werd een succes.  Dat blijkt uit de enorme toeloop.  Mensen vinden gemakkelijk hun weg naar deze debatavonden.  Het zijn geen harde debatten, waarbij de één de ander wil overtuigen van zijn eigen grote gelijk.  Neen, het gaat er rustig aan toe.  Met vraag en antwoord.  Of poging tot een antwoord.  Of begin van een antwoord.  Elke maand wordt één thema belicht.  Eén moderator leidt het gesprek.  Enkele gasten trachten het gekozen onderwerp uiteen te zetten.  Te verklaren.  Het publiek mag luisteren.  Mag vragen.  Mag zijn eigen bijdrage leveren.  Dat allemaal op café.  Heel soms kan de wereld toch ideaal zijn.
 
Die ene dinsdag in de maand blijkt telkens weer dat wij onze beeldvorming hoogdringend dienen bij te stellen.  Telkens blijkt weer dat die wetenschappers eigenlijk nauwelijks verschillen van die tooghangende zuipschuiten.  Dat die tooghangende zuipschuiten best wel verhelderende en vernieuwende ideeën kunnen formuleren.  Dat een café niet noodzakelijk een oord van verderf is.
 
U gelooft mij niet.  Overtuig u zelf.  Ga kijken.  Neem deel aan het debat.

Link:
Wetenschapscafé Gent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten