Jawel, het werd toegestaan. Toch viel er weinig eer te halen uit
die ene activiteit. Hoogstens kon het gezien worden als een oefening in
het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Dat was alles, meer niet.
Op café gaan, het vroeg enig doorzettingsvermogen. Want wat deed men op
café? Als men al iets deed, was die activiteit overladen met heel wat negatieve
bijklank. Toogpraat? Uit die term valt af te leiden dat men op café geen
wereldverbeterende visies verwacht. Geen helder betoog. Enkel
geleuter en gewauwel. Aan de toog hangen? Niet fier rechtop staan, in de
ene hand een sprankelend watertje. Wel languit onderuit liggen, gevloerd
door dat laatste duveltje. Cafépsycholoog? Lullen over emotionele
instabiliteit. Op de schouder uithuilen om het aangedane onrecht.
Niks van doorwrochte psychoanalyse. Een cafénieuwtje? Geen internationaal
nieuws over één of andere baanbrekende wetenschappelijke ontdekking.
Hoogstens een nieuwtje in de lijn van het tenenkrullende Storyaanse roddeltje.
Wetenschap? Oei, wat een moeilijk woord. Als men denkt aan een
wetenschapper, denkt men aan een wereldvreemd mannetje of vrouwtje. Bijna
automatisch wordt die verbinding gemaakt. Gekleed in een modieuze stijl,
die ons enkele decennia terugwerpt in de geschiedenis van de mode.
Stuntelend, zwaar bebrild. Zijn favoriete stekje is het steriele labo,
zijn beste vriend lijkt de microscoop te zijn. Heeft hij of zij nog een
ander vriendje, dan is dat meestal de computer. Sociaal geïsoleerd, dat
lijken zij te zijn. Bovenstaande plaatsen, zijnde het café, mijden zij. Te weinig
verheffend, te weinig intellectueel uitdagend. Wetenschappers lijken op
een andere planeet te vertoeven. Die planeet is zeker niet de
aarde. Neen, zij vertoeven in een eigen wereldje. Een wereldje, enkel
toegankelijk voor vorsende mensen. Nerds, dat is het hippe woord voor dat
onhippe gedrag.
Twee afzonderlijke werelden. Twee werelden, elk met een eigen,
aparte bijklank. Twee uitersten. Geen enkele binding tussen beide
uitersten. Maar het kan anders. Dat wist Paula Abdul al een
tijdje. In de jaren ’80 zong zij haar bescheiden hitje ‘Opposites
Attrack’. Uitersten trekken elkaar aan. Paula zong het in een mooi
gechoreografeerde clip. De mensen achter het Wetenschapscafé vertalen
deze Abdul-boutade naar de praktijk. Zij brachten twee werelden, waarvan
nooit gedacht werd dat zij ooit te verenigen waren, samen.
Wetenschap op café. Het concept lijkt te werken. Meer nog,
het concept werd een succes. Dat blijkt uit de enorme toeloop.
Mensen vinden gemakkelijk hun weg naar deze debatavonden. Het zijn geen
harde debatten, waarbij de één de ander wil overtuigen van zijn eigen grote
gelijk. Neen, het gaat er rustig aan toe. Met vraag en
antwoord. Of poging tot een antwoord. Of begin van een antwoord.
Elke maand wordt één thema belicht. Eén moderator leidt het
gesprek. Enkele gasten trachten het gekozen onderwerp uiteen te
zetten. Te verklaren. Het publiek mag luisteren. Mag
vragen. Mag zijn eigen bijdrage leveren. Dat allemaal op
café. Heel soms kan de wereld toch ideaal zijn.
Die ene dinsdag in de maand blijkt telkens weer dat wij onze
beeldvorming hoogdringend dienen bij te stellen. Telkens blijkt weer dat
die wetenschappers eigenlijk nauwelijks verschillen van die tooghangende zuipschuiten.
Dat die tooghangende zuipschuiten best wel verhelderende en vernieuwende ideeën
kunnen formuleren. Dat een café niet noodzakelijk een oord van verderf
is.
U gelooft mij niet. Overtuig u zelf. Ga kijken. Neem
deel aan het debat.
Link:
Wetenschapscafé Gent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten