Beste Trixie,
Beste Ziggy,
We zouden katjes nemen. Die
beslissing stond vast. Daarover bestond
geen enkele twijfel. Enkel het tijdstip
was nog onduidelijk. Daarover bestond
nog geen eensgezindheid. Het juiste
moment moest nog bepaald worden. Wanneer
dat juiste moment precies zou vallen, wist niemand. Zelfs wij wisten het niet.
Goede beslissingen moeten voorbereid worden. Improvisatie vormt geen goed vertrekpunt. Op een wankele basis kan niet gebouwd
worden. Enkel een stevig fundament kan
voldoende garantie bieden. Die wijze
levensles houden wij steeds in ons achterhoofd.
Die behoefte aan voorbereiding dreef ons naar buiten. Naar het Gentse dierenasiel. Naar de Poezenboot. Een verkennende voorronde. Om even de mogelijkheden af te tasten. Om ons voorzichtig voor te bereiden.
De Poezenboot. Daar gebeurde
het. Daar gebeurde datgene wat wij niet
verwacht hadden. Wat wij nog niet
verwacht hadden. Omdat we nog in de
voorbereidingsfase zaten. Een stevig
fundament, u weet nog wel. Toch gebeurde
het op die boot. Een vriendelijke
medewerkster bracht ons naar het benedendek.
Om even te kijken naar het aanbod.
Als onderdeel van onze verkenningsronde.
Op dat benedendek zagen wij jullie voor de eerste keer. Wij waren onmiddellijk verkocht. Een vreemde uitdrukking. Maar zo was het. Wij werden als het ware naar jullie
getrokken. Daar hadden jullie alle verdienste
aan. Jullie waren zo lief. Wij smolten.
Als boter onder een te hete zon.
Dan gaat het snel. Heel
snel. Wij keken in jullie ogen. Jullie keken in onze ogen. Een chemische reactie, dat is wat
gebeurde. Een reactie, dat moest
uitmonden in liefde. Onvoorwaardelijke
liefde.
Toch was er die spreekwoordelijke kink in de kabel. Die kink, die alles anders doet
verlopen. Anders dan de manier, waarop
wij het hadden gewenst. Jullie konden
niet mee met ons. Jullie waren reeds
toegewezen. Nog een kort bezoekje bij de
dokter en dan zouden jullie vertrekken naar jullie nieuwe thuis. Die nieuwe thuis zou niet ons huis zijn. Een ander adres, dat was het. Wij zaten in zak en as. Teleurgesteld. Want op dat korte moment, dat wij elkaar
zagen, hadden wij het al uitgemaakt.
Jullie zouden onze nieuwe katjes worden.
Niet dus. Die mededeling kwam
hard binnen.
Dagen gingen voorbij. Dagen,
waarin wij toch geregeld aan jullie dachten.
Jullie bleven in onze hoofden hangen.
Wij praatten vaak over jullie.
Hoe fijn het zou geweest zijn.
Hoe leuk. Hoe fantastisch. Jawel, wij hadden spijt. Veel spijt.
Maar dan kwam die zaterdag. Die
zaterdag kregen wij dat onverwachte telefoontje. In dat telefoontje werd gevraagd of wij nog
interesse hadden in jullie.
Uiteraard. Zeer zeker. Er werd ons gezegd dat er iets was misgelopen
in de oorspronkelijke adoptie. Nu kwamen
zij bij ons terecht. Nu hadden wij de
eerste keuze. Wij hoefden hierover niet
meer na te denken. Wij zeiden
onmiddellijk toe. Zonder enige
aarzeling. Zonder enige twijfel. Wij waren verheugd. De hand van God, dat zagen wij in deze
vreemde wending. De hand van God? Die
bestaat. Vraag het maar aan Maradona. Of aan het Engelse team, dat hierdoor de
kwartfinale verloor op het WK in Mexico.
Wij kwamen onmiddellijk naar jullie toe. Met een korte omweg. Snel nog even passeren bij de
dierenwinkel. Beetje proviand inslaan. Proviand en een krabpaal. Want dat zouden jullie nodig hebben. Wij willen het beste voor jullie. Jullie moeten jullie welkom weten in ons
huisje. Dan moet alles een beetje heringericht
worden. Moet alles een beetje op jullie
gericht zijn.
Wij kwamen thuis. Met
jullie. Op de Poezenboot was alles vlot
gegaan. Geen enkel probleem. Alles was voorbereid. Wij kregen jullie mee. Wij kwamen dus thuis. Bang afwachten hoe jullie zouden
reageren. Er is toch altijd die
aanpassing. Aan een nieuwe omgeving. Soms kan dat moeilijk verlopen. Wij kennen die verhalen. Dat katjes verdwijnen onder de kast. Schuchter.
Bang. Benauwd om zich over te
geven aan het nieuwe. Hiervan was bij
jullie niks te zien. Meteen trokken
jullie op verkenning. Doorheen jullie
nieuwe thuis. Alles werd besnuffeld. Een intense kennismaking werd het.
Wij keken toe. Met glinsterende
oogjes. Oogjes, waarin jullie
ongetwijfeld blijheid zagen weerspiegeld.
Want blij waren wij. Blij en
opgelucht. Dat wij jullie bij ons
hadden. Zoals wij het ons eigenlijk hadden
voorgesteld. In onze dromen. Er wordt wel eens gezegd dat de meeste dromen
bedrog zijn. Maar heel soms worden
dromen werkelijkheid. Zoals nu.
Jullie zijn nu een weekje bij ons.
Alles is anders nu. Beter. Er is beweging in huis. Frivoliteit.
Speelsheid. Er is opnieuw
deugnieterij in huis. Jullie zijn de
clowns. De narren. Jullie zijn de entertainers. Wij lachen met jullie gekke capriolen. Met jullie bokkesprongen.
’s Morgens vertrekken wij naar het werk. Met pijn in het hart. Omdat wij jullie moeten achterlaten. Maar ’s avonds haasten wij ons dan naar
huis. Want wij willen bij jullie
zijn. Elk moment. Wij willen jullie zien. Zo veel mogelijk. Zo lang mogelijk. Wij willen jullie koesteren. Zo intens mogelijk. Zo warm mogelijk.
Plots lijken wij weer volledig te zijn. Zonder dat wij het wisten ontbrak er een
stukje. Een stukje waardoor de puzzel
onvolledig was. Nooit af was. Nu is dat laatste stukje gelegd. Nu is de puzzel volledig. Dankzij jullie. Jullie hebben ons dat laatste stukje
geschonken. Daarvoor zijn wij jullie nu
al dankbaar.
Beste Trixie. Beste Ziggy. Wij gaan jullie verzorgen. Verwennen.
Daarover bestaat geen enkele twijfel.
Dat engagement gaan wij aan. Met
jullie. Voor jullie. Want één ding is zeker, wij willen jullie
gelukkig zien. Want pas dan kunnen wij
gelukkig zijn.
Vele groetjes.
heel mooi. Jullie zijn gelukkig, de poesjes zijn gelukkig en wij zijn gelukkig dat ze zo een fantastische thuis hebben gekregen bij jullie. Prachtige foto's. Dank je wel. Groetjes. Mieke van de Poezenboot
BeantwoordenVerwijderen