Beste vluchteling,
Ik heet u van harte welkom. Ik
ontvang u met open armen. U knippert met
de ogen bij het lezen van voorgaande zinnen.
U fronst de wenkbrauwen. U denkt
te dromen. Daarom knijpt u even in uw
wangen. Om het toch maar te
verifiëren. Maar u droomt niet. Dit is echt.
Voorgaande zinnen werden wel degelijk geschreven. Staan wel degelijk op papier.
Toch gelooft u het niet. Vanuit
Europa verwacht u geen dergelijk signaal.
Die hoop hebt u reeds lang laten varen.
Omdat de werkelijkheid u een heel ander verhaal vertelt. Omdat u oog in oog hebt gestaan met het wrede
gezicht van datzelfde Europa.
U hoopt op een veilige en legale manier bescherming te zoeken in
Europa. Die hoop wordt u ontnomen door
een falend beleid. Door een afwezig
beleid. U botst op overbevolkte en ongezonde
kampen. U botst op systematische
gevangenneming. U botst op
pushbacks. U botst op
prikkeldraadversperringen. U botst op een systeem dat u in de illegaliteit dwingt. Dat u veroordeelt tot mensensmokkelaars. U botst op
elk mogelijk systeem om u toch maar buiten de grenzen te houden.
U wordt uitgemaakt.
Uitgescholden. Gelukzoeker, zo
wordt u genoemd. U komt naar hier om te
profiteren. Om te genieten van onze
sterk uitgebouwde sociale zekerheid.
Terrorist, zo wordt u ook genoemd.
Vooral na de bomaanslagen in Parijs wordt u dit verwijt vaak in uw
aangezicht geslingerd. Dit is geen
toogpraat. Dat zou u kunnen denken. Het zou u misschien enigszins kunnen troosten
indien deze woorden zouden uitgesproken worden door benevelde geesten. Dat is het niet. Ik moet u teleurstellen. Die woorden worden uitgesproken in
gemeentehuizen. In stadhuizen. Door bange burgervaders. Die woorden worden uitgesproken in het
parlementaire halfrond. Door politici,
die hopen electorale baat te hebben bij een dergelijk pleidooi. Meer nog, die woorden worden uitgesproken
door een eurocommissaris. U botst op
generalisaties. U botst op een
vervuiling van het debat. Op een
verharding van het debat. Waarvan enkel
u het slachtoffer bent.
Laat mij duidelijk zijn. Ik
onderschrijf die gratuite uitlatingen niet.
Ik ben eerder geneigd geloof te hechten aan cijfers van de
vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Die cijfers zeggen dat in het vorige jaar
acht op de tien migranten uit conflictgebieden kwamen of landen waar ernstige
schendingen van de mensenrechten zijn.
Dat verhaal wens ik te geloven.
Omdat het gebaseerd is op onderzoek.
Niet op nattevingerwerk. Ik geef
u deze getallen mee. Ter overweging.
U botst op die ene dooddoener.
Dat Europa die vluchtelingenstroom financieel niet zou kunnen
dragen. U knippert alweer met de ogen. Net als ik.
Want net als u geloof ik die woorden niet. Net als u denk ik dat dit een fabeltje
is. In België vertegenwoordigen de
vluchtelingen een halve procent van de totale Belgische bevolking. Indien er in de 28 landen van de Europese
Unie een plafond zou komen van 250.000 vluchtelingen, zoals vooropgesteld in
het plan Samson, zou dat aantal slechts 0,0005% betekenen op een totale
bevolking van 580 miljoen inwoners. Alweer
geef ik u deze getallen mee. Eveneens
ter overweging.
Over die financiële draagkracht wil ik nog het volgende kwijt. Ooit werden wij in Europa geconfronteerd met
een bankencrisis. Toen werd enorm veel
overheidsgeld in het financiële systeem gepompt. Nooit werden toen vragen gesteld over de
financiële draagkracht. Want die
miljardeninjectie was nodig.
Broodnodig. Om ons financiële
systeem weg te houden van het failliet. Zo
werd ons telkenmale verteld. Nu dreigt
ook een failliet. Een failliet, waarin u
dreigt meegesleurd te worden. Want in
deze crisis dreigt de humanitaire en solidaire pijler van de Europese Unie
weggeblazen te worden. Waardoor u
verweesd zou achterblijven.
U bent vluchteling. Omdat u
vreest vervolgd te worden omwille van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke
overtuiging of omdat u tot een bepaalde sociale groep behoort. Als ik dat lees, denk ik onmiddellijk aan de
Conventie van Genève, neergeschreven door de Verenigde Naties. U bent vluchteling. Omdat in uw land een oorlog woedt. Als ik dat lees, denk ik dadelijk aan de
subsidiaire bescherming, uitgewerkt door de Europese Unie.
In de grootste humanitaire crisis sinds de Tweede Wereldoorlog gaan
stemmen op om die internationale afspraken te herdenken. Te heroverwegen. Te herzien.
Omdat die crisis een te grote last zou leggen op de schouders van
individuele landen. U begrijpt het
niet. Net als ik bent u van oordeel dat
net in die crisissen gemaakte afspraken dienen gehonoreerd te worden. Dat net in crisissen die papieren verdragen
hun waarde kunnen bewijzen. Wij hoeven
niet achteruit te deinzen. Wij hoeven
vooruit te stappen. Met die ooit mooi
neergeschreven woorden in de hand.
Vertrekkend vanuit die door alle landen ondertekende verdragen dient
Europa zijn beleid te herdenken. Op een
ander spoor te zetten. Want het spoor,
waarop het beleid vandaag rijdt, loopt dood.
Loopt nergens heen. Ik wil u een
andere weg tonen. Een alternatief,
waarin Europa zijn sociale, combattieve gelaat niet aflegt maar net bevestigt.
Samen met u wil ik op de deur van de grote Europese leiders
aankloppen. Samen met u wil ik vragen op
een solidaire manier vluchtelingen op te vangen in alle landen van de
Unie. Rekening houdende met een billijk
spreidingsplan. Zonder enig
plafond. Samen met u wil ik vragen om
correcte en gelijke procedures voor de toekenning van de
vluchtelingenstatus. Samen met u wil ik
vragen om steun aan de landen in de conflictregio’s en om de belofte een deel
van hun zware last over te nemen via resettlement. Samen met u zou ik tot slot willen vragen dat
Europa uit één mond spreekt. Eén taal
spreekt. Eén duidelijke taal. Samen met u zou ik willen vragen dat Europa
eindelijk zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Want die verantwoordelijkheid ontloopt Europa nu. Met drogredenen. Met valse argumenten, die angst voeden en
oplossingen op de lange baan schuiven.
Beste vluchteling, ooit hoop ik u recht in de ogen te kunnen
kijken. Want dat kan ik nu niet. Schaamte weerhoudt mij hiervan. Schaamte Europeaan te zijn. Schaamte deelgenoot te zijn in dit Europese
falen.
Beste vluchteling. Ik wil u
vragen te blijven hopen. In Calais. In Lampedusa.
In Lesbos. Aan de grenzen
van Hongarije. Van Oostenrijk. Van Slovenië.
Ik wil u vragen te blijven hopen.
Dat onze Europese leiders snel en eindelijk het licht zullen zien. Dat zij eindelijk het geweer van schouder
zullen veranderen. Dat Europa u
eindelijk welkom heet. Zoals het
eigenlijk zou moeten. Dat alles hoop
ik. Samen met u.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten