Tax shift. Het zou een
kanshebber kunnen worden bij de verkiezing van het Woord van het Jaar
2015. Toch zal dit modieuze woord de
verkiezingen niet winnen. Nooit
winnen. Omdat het woord ten ondergaat in
onduidelijkheid. Aanvankelijk was het
simpel. Er moest een verschuiving komen
van inkomen uit arbeid naar inkomen uit vermogen. Om op die manier te komen tot een
rechtvaardige verdeling van de lasten.
Om op die manier eindelijk te realiseren dat de sterkste schouders ook
de zwaarste lasten zouden torsen.
Voorwaar een nobel principe.
Maar dan gebeurde er iets vreemds.
Hoe luider werd geschreeuwd om een rechtvaardige lastenverdeling, hoe
onduidelijker de vraag naar een tax shift werd.
Iedereen gaf een eigen invulling aan het begrip. Geleidelijk aan dreef de taks shift weg van
zijn oorspronkelijke uitgangspunten.
Door de regeringspartijen werd de vraag naar een tax shift vertaald naar
een vraag om lastenverlaging op arbeid. Een
BTW-verhoging en een milieubelasting, dat wordt voor onze politici het te
bewandelen pad naar een lastenverlaging.
Een belasting op vermogen wordt overwogen maar wordt niet als
noodzakelijk en broodnodig geïnterpreteerd.
De bocht, weg van een vermogens(winst)belasting, lijkt ingezet. De sterkste schouders lijken alweer opgelucht
te mogen ademhalen.
Ik wil terug naar die aanvankelijke duidelijkheid. Naar die eenduidigheid. Hierbij pleit ik zonder enig voorbehoud voor
een vermogensbelasting. Geen
vermogenswinstbelasting. Een dergelijke
belasting is te eng. Vermoed wordt dat
een vermogenswinstbelasting hoofdzakelijk zal geheven worden op aandelen en
obligaties. Die heffing kan gemakkelijk
vermeden worden door de grote vermogenden.
Zij kunnen uitwijken naar andere producten en/of beleggingen. Waardoor die vermogenswinstbelasting zijn
aanvankelijke doel voorbijschiet.
Ik weet het. Ik besef het. Tegen een vermogensbelasting worden allerlei
argumenten in stelling gebracht. Vaak
genoeg worden die argumenten herhaald.
Tot in den treure. Nooit of bijna
nooit worden die argumenten ontkracht.
Met mijn pleidooi voor een vermogensbelasting doe ik een poging.
Meest belangrijke en meest aangehaalde argument is het ontbreken van
een vermogenskadaster. Het invoeren van
een dergelijk kadaster zou als onmogelijk beschreven worden. Enkel de onmogelijkheid wordt geopperd. Meer niet.
Dat moet volstaan. Bewijzen voor
die stelling hoeven niet aangedragen te worden.
Bij die onmogelijkheid worden intussen de nodige vraagtekens
geplaatst. Niet door marxisten. Niet door leninisten. Niet door communisten. Twee liberale denkers menen dat een dergelijk
kadaster tot de mogelijkheden behoort.
In het VRT-programma ‘De Vrije Markt’ opperde Luc Coene, gouverneur van
de Nationale Bank, dat het instellen van een vermogenskadaster vrij eenvoudig
is. Volgens hem beschikken diverse
overheidsdiensten over vele gegevens zoals immobiliën en financiële
activa. Die gegevens samenbrengen moet
met de huidige technologie niet al te moeilijk zijn. Paul De Grauwe beweert dan weer dat het
ontbreken van een vermogenskadaster enkel dient toegeschreven te worden aan een
gebrek aan politieke wil. Herhaaldelijk
gaf hij aan dat het niet zo is dat er geen vermogensbelasting komt omdat er
geen vermogenskadaster is. Wel is het zo
dat men geen vermogenskadaster wil invoeren omdat men geen vermogensbelasting
wil. Voorgaande lijkt een leuk
woordspelletje, toch raakt het de kern van de zaak.
Een mogelijke kapitaalvlucht wordt ook vaak aangehaald als reden om
een vermogensbelasting toch maar niet te realiseren. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar de gekke
capriolen van Gérard Depardieu, een Russisch staatsburger met verblijfadres in
België. Net zoals één zwaluw de lente
niet maakt, zou dit voorbeeld ons niet mogen weerhouden te blijven pleiten voor
een vermogensbelasting. Het afschaffen
van de rijkentaks in Frankrijk zou ook munitie moeten leveren tegen een
vermogensbelasting. De tegenstanders
lijken hierin het ultieme bewijs te vinden.
Toch vergeten zij hierbij te vermelden dat in Frankrijk nog een andere belasting
van kracht is, de Impôt de Solidarité sur la Fortune. Om begrijpelijke redenen vertellen
tegenstanders niet het volledige verhaal.
Het zou nochtans mooi zijn het volledige plaatje te belichten. Terwijl in sommige landen (Denemarken,
Duitsland, Italië, Luxemburg, Spanje, …) de vermogensbelasting werd afgeschaft,
werd deze in andere landen (Griekenland, IJsland, Liechtenstein, Nederland, …)
toch behouden. Recent nog vervoegde ook
Oostenrijk de lijst van landen, die één of andere vorm van vermogensbelasting
heffen. Alweer blijkt dat het invoeren
van een vermogensbelasting een politieke keuze is. Uit voorgaande wordt duidelijk dat het
ontbreken van politieke wil één van de voornaamste redenen is voor het niet
realiseren van een dergelijke belasting in België.
Als voorgaande redenen niet zouden volstaan een vermogensbelasting
buiten de deur te houden, wordt gegrepen naar dat laatste argument: angst. De middenklasse zou het grootste slachtoffer
zijn van een dergelijke belasting. De
hardwerkende Vlaming (en Waal), die zwaar in zijn portefeuille wordt geraakt,
wordt weer maar eens van stal gehaald.
Een verkeerde voorstelling van zaken moet die hardwerkende Belg
mobiliseren in het verzet tegen een vermogensbelasting. Verkeerde voorstelling van zaken? Jawel. In de media werden reeds voorstellen gedaan
omtrent een mogelijke vermogensbelasting.
Zo stellen Paul De Grauwe en het ACV voor de eerste 1 miljoen niet te
belasten en naarmate het vermogen uitstijgt boven één miljoen een stijgend
tarief toe te passen. Uit een studie van Sarah Kuypers en Ive Marx blijkt dat 95% van de Belgische huishoudens een netto
vermogen heeft van minder dan één miljoen euro.
Het voorstel van De Grauwe en het ACV zou dus enkel bedoeld zijn voor
slechts 5% van de Belgische huishoudens.
De middenklasse hoeft niks te vrezen.
Zij moeten geen geloof hechten aan allerlei voorgespiegelde
doemscenario’s. Angst hoeft helemaal
niet. Enkel politieke wil, dat
hoeft. Enkel politieke wil, dat moet.
Een vermogensbelasting? Het kan.
Het moet. Uit een enquête op
vraag van Knack en VTM Nieuws blijkt dat 85% van de Vlamingen voorstander is
van een belasting op vermogens boven één miljoen euro. Eenzelfde percentage vindt bovendien dat de
regering de inkomensongelijkheid moet aanpakken. Er bestaat een draagvlak voor een dergelijke
belasting. Een ruim draagvlak. Het zou een unieke gelegenheid bieden aan de
regering om het asociale karakter van hun huidige beleid wat af te
zwakken. Want wat hebben wij reeds door
onze maag gestompt gekregen? Stompen, die een onevenwichtige balans in genomen
maatregelen extra sterk in de verf zetten.
Excess profit rulings, de interne regularisatie-instructies van de
Bijzondere Belastingsinspectie, de kaaimantaks en de belofte deze taks niet te
hanteren bij de selectie van fiscale controles, de inperking van het
visitatierecht van de Bijzondere Belastingsinspectie, de vraag vanwege de
verzekeraars naar het verlagen van de gegarandeerde rendementen op
groepsverzekeringen, inperking van de inschakelingsuitkering, de indexsprong
voor lonen en uitkeringen, geen indexsprong voor huurgelden, …Ik kan nog even
doorgaan. Ik zou nog kunnen verwijzen
naar Swiss Leaks. Naar Lux Leaks. Uit dit alles moet blijken dat een gelijke
verdeling van de lasten nog ver af is.
Dat de sterkste schouders niet de zwaarste lasten torsen. Integendeel.
Een vermogensbelasting moet.
Binnen een even broodnodige fiscale hervorming. Weg van de vennootschappelijking. Met eenvoud en rechtvaardigheid als
leidmotief. Zowaar een hele
uitdaging. Wie neemt de handschoen op?
Wie gaat de uitdaging aan? Lefgozers, dat is wat wij nodig hebben. Geen angsthazen. Geen handpoppen, aan het lijntje gehouden
door het grote geld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten