Het was zaterdag. Ik zat in
mijn zetel. In de relax. Languit.
Onderuit. Ik had niks om handen. Eventjes rusten, dat was mijn
betrachting. Geen enkele afleiding, dat
is wat rusten vraagt. Geen boek. Geen krant.
Geen televisie. Enkel de radio
stond aan, dat was het enige. Die radio
was niet prominent aanwezig. Op de
achtergrond speelde zachtjes gemakkelijke muziek. Voor die gemakkelijke muziek stem ik af op
Radio 2. Of dat mijn favoriete zender
is? Mijn favoriete zender zou ik het niet onmiddellijk noemen. Eerder zou ik het omschrijven als mijn weekendzender. In de week opteer ik voor Studio
Brussel. Of Radio 1. Dat zijn mijn favorieten. Die zenders sluiten nauw aan bij mijn
muzikale voorkeuren. Radio 2 staat
verder af van die voorkeuren. Toch stem
ik elke zaterdag en zondag af op Radio 2.
Omwille van De Weekwatchers.
Omwille van De Zoete Inval. Omwille
van De Rotonde. Omwille van De Pré
Historie. Die programma’s zijn de
verklaring voor mijn afwijkende gedrag.
Zij zijn de reden waarom ik wekelijks trouw op mijn afspraak ben.
Na die programma’s blijf ik hangen.
Ik spring niet naar mijn favoriete zenders. Neen, intussen is Radio 2 gelijk te komen
staan met het weekend. Radio 2 en
weekend zijn voor mij synoniem geworden.
Het weekend brengen wij door met de grootste familie. Elk weekend maken wij deel uit van die
grootste familie. Zo ook vorige
zaterdag. Zo was ik dit stukje
begonnen.
Ik zat dus in de zetel. De
radio afgestemd op Radio 2. Nu begrijpt
u hoe dat komt. U kan zich zo meer
inleven. U kan zo meer begrijpend lezen. Ik dreig evenwel opnieuw af te dwalen. Laten wij daarom terugkeren naar de
essentie. Naar die relax. Ik zat heerlijk te dommelen toen ik dat ene
liedje hoorde. Die achtergrondmuziek
murwde zich naar voor. Achtergrond werd
voorgrond. Ik rustte wel nog maar het
dommelen was voorbij. De muziek had mijn
aandacht. Ik luisterde. Ik genoot van dat ene liedje. Dat ene liedje deed mij glimlachen. Bijna drie minuten lang. De glimlach bleef al die tijd op mijn
gezicht.
Het liedje was mij onbekend.
Tot die zaterdag had ik het nog niet gehoord. Ik wou weten wie de zanger was. De zanger zong in het Nederlands. In het West-Vlaams, om heel precies te zijn. Omwille van dat dialect dacht ik aan Het
Zesde Metaal. Ik dacht aan Willem
Vermandere. Ik dacht aan Flip Kowlier. Zekerheid had ik niet. Zekerheid kreeg ik niet. Ik moest mijn relax uit. De rust was voorbij.
Het internet bracht de oplossing.
Dat liedje over de eerste pieper werd geschreven naar aanleiding van
Valentijn. In opdracht van Radio 2. Dat alles wist internet mij te
vertellen. Vijf artiesten schreven elk
in hun eigen dialect een liefdesliedje.
Dat was de opdracht. Voor het
West-Vlaams was Radio 2 uitgekomen bij Bart Herman.
Zaterdag hoorde ik Bart Herman.
Meteen was ik verkocht. Een
heerlijk liedje over de liefde, meer hoefde het niet te zijn. Bart Herman deed mij glimlachen. Bart Herman verstoorde mijn korte rustpauze
maar ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ik
wil het hem zelfs niet ten kwade duiden.
Neen, ik wil hem danken. Danken
voor dat mooie liefdesliedje. Een
liefdesliedje met daarin de juiste dosis melancholie.
Link:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten