Onze laatste dag in
Peru. Wij hadden het ons gemakkelijk
kunnen maken. Lekker lang slapen en de
rest van de wachttijd doorbrengen in de hotellounge. Dat had een optie kunnen zijn. Maar zo steken wij niet in mekaar. Wij willen buiten. Wij willen er op uit. Nog die kleine dingen van Lima
ontdekken. Bij het begin van onze reis
in Lima hadden wij ervoor gekozen het historische centrum van de hoofdstad te
vereren met ons bezoek. Deze keer
trekken wij naar Miraflores, één van de aantrekkelijkste en meest welvarende
wijken van de stad.
Het Parque Kennedy laten
wij links liggen. Daar hebben wij onze
eerste dag gestaan. Daar namen wij de
taxi naar het centrum van de stad. Nu
gaan wij naar het strand. Niet om pootje
te baden. Dat wordt het niet. Wij doen het anders. Wij wandelen op de kliffen van
Miraflores. Met uitzicht op de Grote
Oceaan. Met uitzicht op de
stranden. Wij nemen dus niet actief deel
aan het strandleven. Wij zijn passieve
strandgangers. Wij laten anderen dat
vervelende zandwerk voor ons opknappen.
Voor ons geen gezeul met strandlakens, strandstoelen en parasols. Dat laten wij over aan die mensen onder
ons. Aan die mensen op de stranden.
Wij passeren langs Parque
del Amor. Het park van de liefde, hier
kunnen wij niet zomaar aan voorbijgaan.
Hier moeten wij halt houden. Alleen
al om het imposante beeld ‘El Beso’ aan een grondig onderzoek te
onderwerpen. Dat doen wij. Uiteraard.
Bestaat er een mooier studieobject dan de liefde? Ik dacht het
niet. De liefde is de motor van alles. De liefde is de kracht, die ons stuurt. Hier even bij stilstaan is dan ook op zijn
plaats.
El beso
Bovendien nodigt dit park
uit tot verpozen. Die mozaïekbanken
nodigen u uit tot gaan zitten. Bijna
wordt u verplicht zich neer te vleien.
Om al die paraderende koppeltjes gade te slaan. Zien en gezien worden, dat is waar het hier
om draait. In een park, dat toch wel
doet denken aan het Parque Guell in Barcelona.
Het lijkt wel alsof Gaudí ook in Lima is gepasseerd om hier zijn gekke,
inspirerende ideeën los te laten.
Maar wij blijven niet in
het Parque del Amor. Wij blijven niet
aan de kliffen. Wij gaan door. Naar Larcomar, een winkelcentrum uitgehouwen
uit de kliffen van Miraflores. Hier
wandelen wij rond. Slenteren wij rond. De rest van Lima doet er niet meer toe. Miraflores verengt zich plots tot dat ene
winkelcentrum. Wij zijn een beetje
moe. Onze hoofden zitten vol. Het opslaan van nog meer data lukt
moeilijk. Daarom even rustig. Shoppen kan dan de juiste uitlaatklep
zijn. Ons aanvankelijk doel nog
bijkomende dingen te ontdekken verwatert.
Vervliegt.
Kliffen van Lima
Wij kijken rondom ons. Naar de etalages. Naar de mensen. Dat shoppende, hongerige beest. Ik moet denken aan die steenhakker. Uit Arequipa.
Ik hoor opnieuw die verhalen. Die
getuigenissen. Ik vraag mij af hoe hij
zich hier zou voelen. Ik vraag mij af
hoe de mensen zich zouden voelen tegenover die eenentachtigjarige
steenhakker. Zouden zij hem straal
negeren? Zouden zij hem beschouwen als een irritante indringer? Zouden zij hem
open tegemoet treden? Zouden zij hem vriendelijk maar kordaat de uitgang
wijzen? Omdat hij niet op zijn plaats is.
Omdat hij niet op de juiste plaats is.
Ik word een beetje weemoedig. Het
nakende afscheid, het doet wat met een mens.
Ik mag niet te lang
rondtollen in die gedachten. Ik mag niet
wegzinken in die hersenkronkels. Dat doe
ik niet. De volgende vraag dient zich
immers al aan. Een vraag, dat een
antwoord vereist. Waar zullen wij eten?
Wij zijn in Larcomar. Een
winkelcentrum. De mogelijkheden lijken bijna
onbeperkt. De wereldkeuken is in al zijn
variaties aanwezig in dit centrum. Wij
hoeven maar te kiezen. Gewoon
aanschuiven en bestellen. Dat doen wij. Wij zoeken ons een tafeltje. Wij eten en mijmeren. Blikken terug op onze reis. Wij benoemen de hoogtepunten. Wij lachen om de dieptepunten. Aan dat tafeltje tikken onze laatste uren in
Peru weg. Wij beseffen dat. Naarmate dat afscheid nadert, worden wij
stiller.
Wij kijken op onze
horloge. Het wordt tijd om te
vertrekken. Wij verlaten Larcomar. Met een volle maag. Met een vol hoofd. Op de terugweg naar ons hotel zien wij in het
park enkele evenwichtskunstenaars. Zij
balanceren op koorden. Te dunne koorden
voor ons. Niet voor hen. Zij doen halsbrekende toeren. Het bijna onmogelijke maken zij
mogelijk. Het lijkt een eenvoudig
spelletje. Gemakkelijk te kopiëren trucjes. Maar dat is het niet. Helemaal niet. Moeilijke, ingewikkelde dingen lijken altijd
eenvoudig. Daarin schuilt juist die
moeilijkheid.
Cirque du Soleil
Die evenwichtskunstenaars
blijken niet de eerste de beste te zijn.
Zij werken voor Cirque du Soleil.
Het lijkt alsof zij werden ingehuurd door de stad Lima om ons uitgeleide
te doen. Om op een professionele en
artistiek verantwoorde manier afscheid te nemen van ons. Wij appreciëren dat gebaar. Wij houden halt. Kijken de ogen uit onze kop. Wij kijken elkaar aan. Wij lachen.
Wij kijken nogmaals op ons
uurwerk. Wij moeten voortmaken. Wij moeten nog naar het hotel. Onze koffers pakken en dan de bus op. De bus, die ons naar de luchthaven zal
brengen. De luchthaven, vanwaar het
vliegtuig zal vertrekken. Het vliegtuig,
dat ons naar Brussel zal brengen. Met
een ommetje langs Madrid. Elke stap, die
wij nu zetten, wordt een stap verder weg van Lima en dichter bij Brussel. Morgen staan wij in Brussel. Een vreemde gedachte. Een spijtige gedachte.
Volgende aflevering (dag 24 – the end) op vrijdag 20/03.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten