Op 22/01/2015 plaatste ik op mijn blog het opiniestuk ‘Soldaten op straat!? Brief aan Charles Michel, Jan Jambon en Bart De Wever’. Ik stuurde dit opiniestuk ondermeer door naar
Raf Jespers, advocaat bij Progress Lawyers Network.
In een reactie erkende hij dat er inderdaad veel bezwaren zijn tegen
de inzet van para’s. Bij zijn reactie
voegde hij een tribune, die hij samen met zijn collega Jan De Lien schreef,
waarin hij juridische en democratische bezwaren formuleert tegen de inzet van
het leger.
Deze tribune wil ik u niet onthouden.
Ik geef deze hierbij integraal en letterlijk weer:
Inzet leger heeft geen
wettelijke basis: detail of gevaarlijk precedent?
Afgelopen weekend bleek nogmaals dat de regeringspartijen niet op één
lijn zitten wat betreft de inzet van het leger in de straten van onze steden.
De inzet van de krijgsmacht ter vervanging van de politie is geregeld
in art. 43 van de wet tot organisatie van een geïntegreerde politie. In deze bepaling zou de burgemeester de
krijgsmacht kunnen opvorderen wanneer zowel de lokale politie als de federale
politie niet meer in staat zijn de nodige middelen te voorzien en dit in “geval
van ramp, onheil, schadegeval, oproer, kwaadwillige samenscholingen of ernstige
en nakende bedreigingen van de openbare orde”.
Er dient dus voldaan te worden aan een dubbele voorwaarde: een
ernstige en nakende bedreiging van de openbare orde en onvoldoende eigen
politiemiddelen zowel lokaal als federaal.
Wat de eerste voorwaarde betreft horen we in de media niets anders dan
dat dreigingsniveau 3 zou volstaan. Echter
bij nauwkeurige lezing van de wetgeving blijkt dit niet het geval te zijn. Dreigingsniveau 3 wordt immers gedefinieerd
als “dat de dreiging tegen de persoon, de groepering of de gebeurtenis die het
voorwerp uitmaakt van de analyse mogelijk en waarschijnlijk is” hetgeen een
ander begrip is dan “ernstige of nakende bedreiging van de openbare orde” van
artikel 43. Dreigingsniveau 4
daarentegen luidt als volgt: “dat de
dreiging tegen de persoon, de groepering of de gebeurtenis die het voorwerp
uitmaakt van de analyse ernstig en zeer nabij is”. Dit stemt overeen met de wettelijke begrippen
die het mogelijk maken het leger in te zetten. Het kan dus enkel onder dreigingsniveau
4. In het regeerakkoord staat wel dat
men wenst te veranderen maar tot op heden is hieromtrent niets concreet
ondernomen.
Het is dan ook verontrustend te moeten vaststellen hoe in tijden van
angst zomaar een wet, die een zware impact heeft op de samenleving, kan miskend
worden. Het gaat niet om juridische
muggenzifterij. Het is immers politiek
en ideologisch een heel grote stap achteruit wanneer zonder wettelijke basis de
krijgsmacht op eenvoudige vraag van een burgemeester kan ingezet worden voor
het handhaven van de openbare orde. De
democratische logica achter de huidige wettelijke regeling is immers dat het
leger enkel in zeer ernstige en nakende crisisperiodes kan ingezet worden. Want binnenlandse veiligheid moet in principe door
de politie gehandhaafd worden. Het leger
heeft als kerndoelstelling de buitenlandse veiligheid, de oorlog, de
verdediging van de grenzen. Politie en
leger zijn twee ‘verschillende beroepen’, met hun eigen logica, middelen,
opleiding. Het bewaken van potentiële
doelwitten kan op dit ogenblik volkomen legitiem zijn en wij begrijpen volkomen
de bekommernissen van de burgers die veilig willen leven, maar dan moet dit,
zolang dreigingsniveau 3 geldt, gebeuren door de politie.
Is er te weinig politie? Zijn de lokale en federale politie niet meer
in staat om orde handhaven? Daar kunnen wij ons moeilijk over uitspreken. Als de politie in bepaalde steden – bijvoorbeeld
omwille van de aanwezigheid van een grote Joodse gemeenschap – te weinig
middelen en mensen heeft moet dit dringend worden bijgestuurd. Het is overigens niet zo heel uitzonderlijk
dat dreigingsniveau 3 wordt afgekondigd. In het verleden bleek de politie wel
in staat de openbare orde te handhaven.
Het lijkt er op dat de huidige inzet van de krijgsmacht eerder dient
om “the hearts and minds” van de bevolking gewoon te maken aan meer kaki op
straat.
Vandaag tegen de jihadisten en morgen misschien tegen vervelende
stakers die piket vormen of foorkramers die een kruispunt bezetten, wet of geen
wet?
Raf Jespers
Jan De Lien
Advocaten PROGRESS Lawyers Network
Geen opmerkingen:
Een reactie posten