Ambitie. Dat is wat ons
drijft. Ambitie. Dat is de motor van ons handelen. Zonder ambitie lijkt de moderne mens niet te
functioneren. Lijkt de moderne mens niet
te bestaan. Doelen, dat is wat een mens
zich moet stellen. Aan het halen van die
doelen wordt het succes van diezelfde mens afgemeten. Niet door die ene mens. Wel door de omgeving van die ene mens. Die omgeving wikt en weegt. Die omgeving beslist. Imponeren is de boodschap. Imponeren wordt ambitie. Alles moet steeds maar groter. Steeds maar sneller. Steeds maar mooier. Steeds maar beter. Steeds maar hipper. Niet voor eigen roem en glorie. Wel voor de ogen van die ander. Want die ander bepaalt. Die ander oordeelt over de graad van succes. Over winst of verlies.
Dat is hoe het werkt. In deze
mallemolen moet iedereen mee. In deze
ratrace. Aan de kant blijven staan, is
geen optie. Iedereen moet mee in die
stroom. Iedereen wil mee in die
stroom. Want in de verte ligt
winst. Winst, die moet verworven worden. Om die nooit te verzadigen honger naar
ambitie te stillen. Ambitie is
vooruitgang. Want stilstaan is toch
achteruit gaan?
Heel soms blijven mensen toch achter.
Heel soms beslissen mensen toch niet mee te lopen. Heel soms plaatsen mensen zichzelf toch
buiten de maatschappij. Zoals in het
café van Harry Hope uit de voorstelling Alsemkomt van De Roovers. Dat café wordt enkel maar bevolkt door
verloren zielen. Beschouwen zij zichzelf
als verloren zielen? Ik weet het niet.
Ik twijfel. Maar in de ogen van
de maatschappij worden zij als outcasts beschouwd. Als nuttelozen. Zonder enige toegevoegde waarde. Over dat oordeel kan geen twijfel
bestaan. De klanten van Harry Hope zijn
zich bewust van die stempel. Zij
beseffen dat zij niet meespelen in het grote spel.
Zij hebben geen ambitie. Geen
enkele. Enkel illusies koesteren
zij. De ene zal ooit actrice
worden. De andere zal ooit trouwen. Nog een andere zal ooit advocaat worden. Hun plannen kondigen zij luid aan. Herhaalde keren. Maar in die aankondiging klinkt twijfel. Alsof zij toch beseffen dat het nooit zal
lukken. Maar dat besef weerhoudt hen
niet te blijven dromen. Te blijven
dromen van een leven buiten het café van Harry Hope. Te blijven dromen van een ‘normaal’
leven. Een succesvol leven.
Eén iemand, Hickey (gespeeld door Stefaan Degand), lijkt orde te
willen brengen in de wanorde van die verschillende tooghangers. Hij maant hen aan die illusies los te
laten. Hij raadt hen aan de waarheid
onder ogen te zien. De confrontatie met
zichzelf aan te gaan. Zij moeten
zichzelf niks meer wijsmaken. Geen
leugens meer. Sommigen nemen deze raad
ter harte. Zij proberen hun leven
opnieuw in eigen handen te nemen. Voor
eventjes maar. Iedereen faalt. Iedereen keert terug naar die ene, vertrouwde
stal. Het café van Harry Hope. Enkel daar zijn zij thuis. Enkel daar lijken zij te functioneren.
De meeste tooghangers proberen eventjes. Toch keren zij terug. Uit angst? Heel misschien verlangen zij terug
naar dat vertrouwde nest. Dat nest, waar
zij hun plaats kennen. Dat door ons als
troosteloos ervaren drankhol wordt door die klaplopers gezien als een veilig
toevluchtsoord. Zijn zij mislukt? Voelen
zij zich mislukt? Ik aarzel hierop een antwoord te geven. Eén ding is zeker, zij kiezen. Zij maken de keuze terug te keren. Kiezen is vrijheid en vrijheid is het hoogste
goed, toch?
Eén iemand faalt. Slechts één
iemand. Dat is Hickey. Dat is de man, die alles op een rijtje
had. Althans, dat dachten wij. Onder de klaplopers was hij de enige met een
plan. Naar hem werd opgekeken. Hij had het gemaakt in die grote wereld
daarbuiten. Toch valt juist die ene man
het diepst. De man met ambities knalt hard
tegen de muur. Geen enkel vangnet om hem
op te vangen. Ambities lijken niet
altijd zaligmakend. Zijn ambities geen
aantrekkelijk en mooi verpakte illusies? Wordt de val bij het niet kunnen
realiseren van die vooropgestelde ambities daarom niet intenser en dieper?
Tristesse. Miserie. Dat is wat wij zien op het podium. Het zien van al die tristesse zou het publiek
triest kunnen stemmen. Niet bij
mij. Het klinkt vreemd. Toch is het zo. Voor elk van die tooghangers koester ik een
warme sympathie. Mislukkelingen kunnen
zij genoemd worden. Maar ik doe het
niet. Ik wil in hun gezelschap
vertoeven. Met hen drinken. Met hen lallen en brallen. Met hen wil ik mij gooien in de drank.
Winnaars hebben ambitie.
Verliezers hebben illusies. Maar
wat als ambities niet gehonoreerd worden? Jaloezie. Moord.
Zelfmoord. Wat als illusies niet
bewaarheid worden? Drank. Drank. En nog eens drank. Misschien verklaart die tegenstelling wel
mijn keuze van kamp. Mijn keuze voor die
verloren zielen. Ik ben geen ambitieus
mannetje. Ik loop mee in die
ratrace. Dat wel. Omdat het moet. Omdat het wordt verwacht. Maar heel af en toe ga ik aan de kant
staan. Om te kijken. Om te glimlachen met die grappige kermis, dat
het grote leven eigenlijk toch wel is. Dat grote leven, dat door iedereen als zo serieus wordt beschouwd en
beleefd.
Alsemkomt. Heerlijk
theater. Steengoede acteurs en
actrices. Alsemkomt. Prachtige soundtrack. Steengoede muzikant. Eergisteren was hard. Eergisteren was mooi. Eergisteren was aangrijpend. Eergisteren was emotioneel. Woensdagavond zag ik een pracht van een
voorstelling.
Trailer:
De Roovers – Alsemkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten