Waarvan dromen groepen? Een internationale doorbraak. Daarop hopen zij. Want die doorbraak verschaft hen toegang tot
de grotere podia en festivals. Die
doorbraak voert hen weg van al te kleine zaaltjes, waar voor drie man en een
paardenkop gespeeld wordt. Die doorbraak
komt er niet zomaar. Daar moet wel wat
voor gedaan worden. Er moet geïnvesteerd
worden waarbij men uiteraard hoopt op een positieve return on investment. Maar niet enkel de investeringen brengen de
verhoopte doorbraak. Er is toch ook altijd
weer dat tikkeltje geluk. Dat tikkeltje
geluk, dat de groep onder de aandacht brengt van de juiste mensen. Want die juiste mensen kunnen de juiste
deuren openen en de verkeerde deuren sluiten.
Gisteren stond ik in De Centrale.
In het kader van The Big Next stond de Britse band Toy
geprogrammeerd. Die groep was mij
onbekend. Ik moet bekennen, alwetendheid
schrikt mij af. Net zoals zo vele andere
dingen. Maar laten wij niet
afwijken. Laten wij ons beperken tot de
kern van de zaak. Vóór het concert had
ik even rondgewandeld op internet. Enige
voorbereiding vind ik noodzakelijk. Om
mij toch niet blindelings in het grote avontuur te storten. In professionele muziekbladen werd de groep
vergeleken met The Horrors en Deerhunter.
Die groepen deden niet de nodige belletjes rinkelen. Die bellen bleven stilletjes hangen. Veel wijzer was ik niet geworden. Toch was er de hoop op een goed concert. Recensies van hun laatste album, Join The
Dots, lieten mij vermoeden dat dit geen broekventjes waren. Het Britse NME gaf het album een grote
onderscheiding. Net zoals AllMusic en
Clash. Enkel het Belgische Enola buisde
het album. Wat zou het worden? Wie zou
het grote gelijk binnenhalen? Of zou zoals altijd de waarheid in het midden
liggen?
Het voorprogramma liet ik aan mij voorbijgaan. Wat Charlie Boyer And The Voyeurs precies
deden, zal ik dus nooit weten. Eerst
even een pintje drinken met de vrienden.
Beetje bijpraten. Even peilen
naar de gezondheid. Naar het
geluksgevoel. Dat achtte ik noodzakelijk. Noodzakelijker dan het voorprogramma.
Na één Westmalle stond ik in de zaal.
Eén Westmalle? Jawel, van alcoholisme zal u mij niet kunnen
betichten. Ik drink met verstand, zoals
mij gevraagd wordt in allerlei campagnes.
Soms ben ik volgzaam.
Toy kwam het podium op.
Eventjes rustig inspelen was geen optie.
Van enige aanpassing was geen sprake.
Geen zachtjes aftasten zoals bij nieuwe vriendschappen wel gebeurt. Vol met de voeten vooruit, dat was het. Een vuistslag in het aangezicht. Dit was hevig. Dit was fel.
Eén brok energie. Dit was rock
zoals rock hoort te zijn. Geen
toegevingen. Geen rustpauzes. Recht vooruit, zonder om te zien. Net zoals Julius Caesar kwamen zij, zagen zij
en overwonnen zij. Misschien overwonnen
zij niet iedereen. Misschien waren er
nog twijfelaars. Ik evenwel was
verkocht. Ik twijfelde niet. Ik viel voor Toy. Zonder enig voorbehoud. Dat voorbehoud had Toy vakkundig
gesloopt. Song voor song brokkelde dat
voorbehoud af. Om aan het eind te moeten
erkennen dat dit concert meer dan fantastisch was.
Ik wens Toy een schitterende toekomst.
Ik wens Toy die internationale doorbraak. Omdat zij het verdienen. Omdat zij het meer dan verdienen. Als de groep dan hoge, internationale toppen
scheert, kan ik dan zeggen dat ik dat groepje ooit nog in De Centrale gezien
heb. Met veel plezier zal ik dan
terugblikken op die heerlijke avond.
Clip:
Toy – Join the dots.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten