woensdag 26 maart 2014

Het rapport van Vlaamse parlementsleden. Kan het ook anders?

Politici? Zij hebben het niet makkelijk.  Het zijn zakkenvullers.  Leeggangers.  Niksnutten.  Dat zijn dan nog de eerder mildere, zachtere vormen van verwijten.  Vaak kan het nog krachtiger.  Heel vaak kan het nog vuiler.  Ik ben een beschaafde jongen.  Ik hou het graag netjes.  Dergelijke verwijten zal ik dan ook niet in de mond nemen.  Omdat het niet hoort.  Iemand uitschelden voor rotte vis, het ligt niet in mijn aard.
 
Politici, het zijn zakkenvullers.  Vaak is dat het uitgangspunt van debat.  Vaak is dat het besluit van discussie.  In dat populistische gewauwel ontbreken heel vaak of meestal onderbouwde argumenten.  Een verstandelijke argumentatie is helemaal niet nodig.  Het buikgevoel spreekt.  Dat gevoel vraagt geen grondige analyses.  Kennis of enige vertrouwdheid met de materie is niet nodig.  Dat maakt alles te gecompliceerd.  Laten wij het daarom eenvoudig houden, denken velen.  Laten wij daarom dat buikgevoel maar vertrouwen.  Voorwaar een spijtige zaak.
 
Ik wil een helder debat.  Ik wil een eerlijk debat.  Ik wil weg van dat buikgevoel.  Elk element, dat bijdraagt tot een open en eerlijk debat, vind ik daarom een verrijking.  Een verademing.  Deze morgen bij het lezen van de De Standaard bladerde ik dan ook heel snel door naar het Rapport van het Vlaamse Parlement.  Dat rapport zou mij een idee geven van de waarde van onze parlementsleden.  In dat rapport zouden zij gewikt en gewogen worden.  Op basis van dat rapport zouden wij een waardeoordeel kunnen uitspreken.  Een onderbouwd oordeel.  Een dergelijk initiatief kon ik enkel toejuichen.
 
Al snel doofde mijn aanvankelijke enthousiasme.  Bij het lezen van de inleiding fronste ik met de wenkbrauwen.  Dat fronsen veruitwendigt mijn zin voor kritiek.  Ik fronste diep.  In die inleiding kon ik lezen op welke basis het rapport was opgesteld.  Hier gingen mijn tenen krullen.  De voltallige Wetstraatredactie van De Standaard was op basis van een aantal zelfgekozen criteria tot een puntensysteem gekomen.  Die criteria waren: werkkracht, dossierkennis, impact, uitstraling en communicatie.  Dit alles werd aangevuld met gesprekken, die de journalisten hadden met meerdere parlementsleden.  Op welke manier al deze criteria cijfermatig konden vertaald worden, leek mij een raadsel.  Dit leek mij al te zeer op nattevingerwerk.  Objectiviteit leek in deze van geen tel.  Eerder leek het alsof de journalisten ook hun buikgevoel aanspraken.  Dat buikgevoel, dat ik zo verfoei.  De aangehaalde gesprekken met de parlementsleden waren geen balsem op de wonde.  Geenszins.  Want in hoeverre schemerden in deze gesprekken persoonlijke afrekeningen, partijvetes en afkeer voor deze of gene partij door.
 
Bovendien blijkt het waardeoordeel meer bepaald te worden door de tekortkomingen en gebreken in de werking van het Vlaamse parlement en minder door de eigen, persoonlijke werking van de individuele parlementsleden.  De Vlaamse parlementsleden moeten roeien met de riemen, die zij hebben.  Op die riemen moeten zij beoordeeld worden.  Niet op de beste maar niet voorradige riemen.  Binnen dat huidige maar gebrekkige systeem moeten zij beoordeeld worden.  Niet binnen het ideale maar niet of nog niet gerealiseerde systeem.
 
Voorstellen van decreten.  Interpellaties.  Schriftelijke vragen.  Amendementen.  Al het voorgaande lijkt mij een voldoende waardemeter voor de werkkracht.  Uit de ingediende voorstellen, vragen en amendementen kan een voldoende kennis van betreffende dossiers blijken.  Toch worden al die beschouwingen niet meegenomen in het eindoordeel.  Een spijtig besluit.  Een fout besluit.  De journalisten lijken voor God te spelen.  Een bijzonder arrogante houding.
 
Net als de stemtest lijkt mij dit eerder een gimmick.  Een leuk speeltje met nauwelijks enige informatieve waarde.  Bedoeld als randanimatie.  Zeker niet bedoeld als journalistieke bijdrage in het debat, dat bij de kiezer moet leiden tot een heldere en weloverwogen stem.
 
Het rapport belandde al snel in de vuilbak.  Nauwelijks gelezen.  Met dit rapport kan ik mijn pap niet koelen.  Met meer plezier surf ik naar die website, waarover ik in De Morgen las.  Op die site worden onze Vlaamse parlementsleden eveneens gewikt en gewogen.  Maar dan op basis van het geleverde parlementaire werk.  Enkel de naakte cijfers worden gegeven.  De interpretatie wordt overgelaten aan de lezer.  Op basis van het geleverde cijfermateriaal kan die lezer tot een oordeel komen.  Deze website bewijst dat het anders kan.  Gelukkig maar.
 
Tot slot.  De Standaard belooft ons heel binnenkort een cijfermatige doorlichting van alle partijprogramma’s.  Nieuwsgierig en geïnteresseerd kijk ik uit naar deze studie.  Ik hoop dit keer op meer dan enkel een gimmick.  Op meer dan enkel een te doorzichtig verkoopstrucje.  Een verkoopstrucje, bedoeld als lokmiddel tot aankoop van de krant.  Want ik had het al gezegd, dat lijken dit oppervlakkige rapport en de onvolledige stemtest mij al te zeer.  Een te doorzichtig verkoopstrucje en daardoor een monster zonder waarde.

Website:
Ze werken voor jou.
Het federale regeerakkoord.

1 opmerking:

  1. Peter De Lobel - De Standaard Wetstraatredactie27 maart 2014 om 20:07

    Geachte heer Backx,

    Bedankt voor uw reactie. Het doet ons plezier dat u elke dag De Standaard leest. Het doet ons nog meer plezier dat u daarvoor een oude slogan van een van onze concurrenten aanhaalt. Maar dat u op uw honger bleef zitten na het lezen van ons rapport van de Vlaamse en Brusselse parlementsleden, dat vinden we natuurlijk minder plezierig, dat spreekt.

    Toch vinden we dat vreemd. Bij de beoordelingen is namelijk niet over één nacht ijs gegaan. De cijfers die we geven zijn niet om vrolijk van te worden, dat beseffen we. Het zou onverantwoord zijn om dit soort evaluatie te maken op basis van wat u 'het buikgevoel' van ons journalisten noemt. Behalve de criteria die u vermeldt op uw blog is er uiteraard ook met de 'activiteit' van de parlementsleden rekening gehouden. Dus ook met de voorstellen van decreet, resoluties, vragen en amendementen waar de parlementsleden de afgelopen jaren voor tekenden. Maar die kunnen onmogelijk als enige maatstaf dienen. Wat zewerkenvoorjou.be brengt ‑ een overzichtelijke bundeling van de cijfers op de website van het Vlaams parlement zelf ‑ is dus één element, maar niet meer dan dat.

    Waar het om gaat is wat er achter die cijfers zit. Politici die de meerderheid bedelven onder de vragen, maar vervolgens niet de moeite doen om het antwoord af te wachten alvorens te roepen dat het allemaal op niets trekt, die krijgen in het rapport van De Standaard inderdaad geen beste punten. Politici die in hun tussenkomsten niet verder komen dan de verplichte nummertjes, of die kort op de bal spelen verwarren met vragen stellen over wat ze die dag toevallig in de krant gelezen hebben, die worden evenmin beloond.

    Het is net door verder te kijken dan de neus van de cijfers lang is, dat onopvallende parlementairen die wel hard werken en wel dingen in beweging zetten ook aardige punten kunnen krijgen. Al dan niet met een aanmoediging om hun werk beter in de verf te zetten, of om hun actieradius wat uit te breiden, want ook dat hoort erbij. In een parlement mag de lat hoog liggen. Net zoals bij de beoordeling de middelmaat niet de norm mag worden.

    Mocht u nog meer vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om ons opnieuw te contacteren. In de hoop u van dienst geweest te zijn, sluit ik hier af. Er ligt namelijk nog een pak werk te wachten. In onze zaterdagkrant brengen we namelijk het rapport van de kamerleden en de senatoren. Ik wens u daarbij alvast hernieuwd leesplezier.

    Met vriendelijke groeten,

    Peter De Lobel

    BeantwoordenVerwijderen