maandag 17 maart 2014

It's only rock 'n roll but I like it.

Neen, neen, neen.  In den beginne was er twijfel.  Toen ik via allerlei kanalen vernam dat The Rolling Stones headliner zouden worden van TW Classic, was ik niet onmiddellijk wild.  Ik sprong niet spontaan op tafel om als een jong veulen wild luchtgitaar te spelen.  Ik bleef rustig.  Ik bleef kalm.  Want zoals ik al zei, er was twijfel.  Heel veel twijfel.
 
In 2003 had ik hen nog aan het werk gezien.  Eveneens in Werchter.  Toen was ik nauwelijks onder de indruk.  Zij hadden niet overtuigd.  Die ervaring deed mij twijfelen.  Maar er waren nog andere redenen.  Op televisie zag ik hun passage op Hyde Park.  Vorig  jaar stonden zij in dat Londense tuintje.  Wederom vond ik hen zwakjes.  Zij leken te mak.  Te tam.  Zo tam zelfs dat ik het volledige concert niet heb uitgekeken.  Bovendien las ik dat Keith Richards onlangs een kinderboek geschreven had.  Vroeger haalde Keith de krantenkoppen met allerlei drugsperikelen.  Nu haalde hij de krant met zijn nieuwe kinderboek ‘Gus and me’.  Keith Richards als brave opa? Het is toch even wennen.  Het leek alsof het vuur doofde.  Het leek alsof het rock and roll hart van The Stones was stilgevallen.
 
Ik stond in dubio.  Zoals in dat liedje van Het Goede Doel.  Gaan? Niet gaan? Het ene moment zou ik wel gaan.  Het andere moment zou ik dan weer niet gaan.  Ik wist het niet.  Hadden The Rolling Stones recht op een herkansing? Studenten hadden recht op een tweede zit.  Rockgroepen moeten die kans op eerherstel toch ook geboden worden.  Bovendien is er die reële kans dat het wel eens de laatste passage zou kunnen zijn.  Dat deze passage mag beschouwd worden als een afscheidsconcert.  De jongens zijn al zeventig.  Nu kunnen zij wel nog jong van hart zijn, de beenderen ondergaan toch de tol van de leeftijd.  Rondhossen op een podium, voor zeventigers is het niet meer zo evident.
 
Bovenstaande redenen deden mijn aanvankelijke twijfel afbrokkelen.  Toen ik enkele uren na de aankondiging de volledige affiche las, was er van twijfel geen sprake meer.  Ik zou gaan.  Ik zou een ticket kopen.  Simple Minds, Seasick Steve, Triggerfinger, Arno en Admiral Freebee gaven mij één voor één dat extra argument om te gaan.
 
Zaterdagmorgen zat ik voor mijn computer.  Klaar voor een moeilijke strijd.  Voor dat zware gevecht om een ticket.  Want dat was wat ik zeker wist, het zou moeilijk worden.  Het zou er om spannen.  Ik verwachtte een stormloop.  Ik moest mij in die stormloop mengen.  Ik moest mij er tussenin wringen en in dat trekken en duwen moest ik hopen op een gemakkelijke toegang tot de website voor de ticketverkoop.
 
Dat het moeilijk zou worden, bleek al bij aanvang.  Ik kwam onmiddellijk op een wachtlijn.  Een tikkend klokje liet mij weten dat de wachttijd kon uitlopen tot maximum een half uur.  Het was duidelijk, ik moest geduld betrachten.  Meer kon ik voorlopig niet doen.  In die tussentijd konden er heel wat tickets verkocht worden.  Nagelbijten, dat was wat ik deed.  Tot het moment dat het klokje verdween en ik toegang kreeg tot de website.  Toen ging alles vlotjes en gemakkelijk.  Ik had mijn tickets.  Vrij snel eigenlijk.  Het bestaan van een muzikale God leek bevestigd te worden.  Die muzikale God leek mij gunstig gezind.  
 
Ik had kaarten.  Op achtentwintig juni sta ik op de wei van Werchter.  Klaar voor een feestje.  Dat hoop ik.  Dat hoop ik van ganser hart.  Zodat ik blij en welgezind afscheid kan nemen van Mick en zijn kornuiten.

Link:
The Rolling Stones, live at Prudential Center, Newark, New Jersey – The full concert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten