Wij blijven wat langer in bed.
We trekken Kostroma niet in. We
willen het rustig houden. Eventjes geen
koersen naar hot en her. Er zijn
nochtans dingen te doen. Dingen te
zien. Wij zouden naar de brandwachttoren
kunnen gaan. Naar het Huis van generaal
Borshchov. Naar het Paviljoen van
Ostrovskiy. Naar het Klooster van de
Openbaring van Christus. Naar het
Kunstmuseum. Dat alles zouden we kunnen
doen. We doen het niet. Wij blijven liggen. Draaien ons nog even in bed. De batterijen zijn toe aan een
oplaadbeurt. Slapen kan hiertoe
bijdragen.
Die rust zullen we de volledige dag aanhouden. Neen, wij blijven niet in bed. Geen bed-in, in navolging van Yoko Ono en
John Lennon. Geen pacifistische
protestactie. Nochtans, het zou
kunnen. Met de aanwezigheid van Rusland
in Syrië zou een oproep tot vrede op zijn plaats kunnen zijn. Maar we houden de politiek even buiten. Wij zijn op reis. Politiek en reizen mogen niet samengaan. Ik ben nochtans een politiek beest. Niet op reis evenwel. In mijn hoofd wil ik de nodige rust. De nodige rust om dingen op te nemen. Die mogelijkheid tot opname wordt danig
verstoord door politieke overpeinzingen.
Ik doe het dus niet. Ik duw de
politiek voor mij uit.
Bij die rust moet ik denken aan de Ronde van Frankrijk. Ik denk aan die verbindingsritten in de
Ronde. Altijd een mogelijkheid om zich
even weg te steken in het peloton. Om
even op adem te komen. Vandaag wordt een
dergelijke verbindingsrit. Wij rijden
van Kostroma naar Soezdal. Zonder enige
tussenhalte. Nergens zullen we
stoppen. Slechts aan het einde van de
rit zullen wij de bus verlaten. Net vóór
het binnenrijden van Soezdal houden wij halt aan het Verlossersklooster van
Sint-Euphimius. Dat wordt onze eerste
stop.
Vandaag is het de derde dag dat wij doorheen de Gouden Ring
rijden. In die drie dagen heb ik al meer
heiligen leren kennen dan in mijn volledige, voorbije leven. Sint-Simeon.
Demetrius. Johannes de
Godgeleerde. Nicolaas de
Waterdrager. Nicolaas de Wonderdoener. Elke heilige heeft zijn eigen kerk. Of meerdere kerken. Zo hoort het.
Het heiligenstatuut heeft zo zijn verplichtingen. Om die verplichtingen kan men niet heen.
De Gouden Ring lijkt enkel te bestaan uit kerken. Eén lange aaneenschakeling van
heiligdommen. Elk dorpje in die Gouden
Ring lijkt op een zelfde wijze opgebouwd te zijn. In die mate dat ik elk dorpje kan samenvatten
in één lettercombinatie. Elk dorpje kan
teruggebracht worden tot KKK. Ik bedoel
dan niet dat Amerikaanse clubje. Dat is
het niet. Gelukkig maar. Elk dorpje kan teruggebracht worden tot
Kerken, Kloosters en Kremlins. KKK. Kerken en kloosters, een mens vindt die
overal. Overal in de wereld werden zij
neergepoot. Zieltjes winnen kan niet
zonder een uitvalsbasis. Die werden dan
ook vol gretigheid gebouwd. Tot eer en
glorie van het Hogere. Dat er ook
meerdere kremlins zijn, die kennis was mij niet bekend. Ik hoef mij daarover niet te schamen. Ik hoef mij niet te verontrusten omdat ik
bepaalde informatie ontbeer. Een mens
kan niet alles weten. Diezelfde mens kan
elke dag iets bijleren. Elke dag pikt
diezelfde mens wel iets op. Dat maakt
het leven boeiend. Verrassend. Verbazend.
Zonder verrassende verbazing zou het leven saai zijn. Wie wil nu een saai leven? Niemand, denk ik
zo. Iedereen streeft naar een opwindend
leven. Elke dag één iets bijleren kan
een bijdrage leveren aan dat streven.
Vele kremlins. Toch is er dat
ene verschil. De meeste kremlins worden
met kleine letter geschreven, gewoonweg kremlin. Slechts één uitzondering. Het Kremlin in Moskou wordt met hoofdletter
geschreven. Een grote letter. Een grote K.
Noblesse oblige. Het gebeurt
bijna automatisch. Als wij het hebben
over Kremlin of kremlin denken wij meteen aan Moskou. Alsof andere mogelijkheden niet bestaan. De kleinere kremlins worden daarmee in de
schaduw geduwd. Worden verbannen naar de
vergetelheid. Enkel wat groot is, lijkt
te worden gememoriseerd. Het kleine
verpulvert. Wordt vermalen. Het zou niet mogen. Maar die hang naar het grote is des mensen. Het zit ingebakken in de aard van de
mens. De Gouden Ring toont ons andere
kremlins. Toont dat ook in het kleine
schoonheid kan schuilen. Voorwaar een
mooie oefening.
Met die voorbije mijmeringen lijk ik bijna te vergeten dat wij aan het
Verlossersklooster van Sint-Euphimius staan.
Net voor het binnenrijden van Soezdal.
Ooit werd dit klooster gebruikt als staatsgevangenis. Voor de tegenstanders van Catharina II van
Rusland. Na de dood van Catharina bleef
het klooster gebruikt worden als gevangenis.
Deze keer voor politieke en religieuze dissidenten. Pas in 1905 zouden de cellen ontruimd
worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
werd ditzelfde klooster dan weer een interneringskamp van het Rode Leger. Zo werden deze gebouwen ingeschakeld in het
Goelag systeem. U ziet, een klooster kan
zo veel meer zijn dan enkel maar een klooster.
Ik moet denken aan het huidige debat.
Het debat omtrent de herbestemming van kerken. Leeglopende kerken. De mogelijkheden voor herbestemming zijn
legio. Rusland lijkt wel een voorloper
te zijn in dit debat. Zij maakten die
denkoefening al enkele malen. Doorheen
de Russische geschiedenis kregen vele kerken een nieuwe bestemming. Maar het resultaat van die denkoefeningen
hoeven we misschien niet na te volgen.
Kerken omvormen tot gevangenissen.
Leukere, inventievere alternatieven moeten kunnen.
Het is laat op de avond als wij Soezdal binnentrekken. De stad bezoeken zullen wij morgen doen. Vanavond willen wij enkel nog de inwendige
mens versterken. Wij gaan op zoek naar
een restaurant. Dat vinden wij al
snel. Wij wagen ons aan de Russische
keuken. Wij hadden pelmeni al eens
geprobeerd. Een soort van ravioli. Die keuze was ons meer dan bevallen. Wij gaan dus voor een volgend Russisch
gerechtje. Wij kiezen voor borsjt. Bietensoep. Dat was mij enkel bekend als zesletterwoord
bij kruiswoordraadsels. Nog nooit had ik
het geproefd. Op onze reis moeten wij
dit toch zeker één keer doen. Vandaag
zullen wij het doen. Het werd een enorme
meevaller. Bijzonder lekker. Mijn bordje was leeg en ik had spijt dat ik het
nog niet voordien had gegeten. Deze soep
was lekkker. De Russische keuken heeft
zijn strepen verdiend. Heeft mij
overtuigd.
Na de borsjt keren we terug naar het hotel. Het is reeds donker. Bedtijd.
Morgen moeten we vroeg op. Dan
gaan we Soezdal verkennen. Dan wacht ons
een ontmoeting met de stad.
Mijn reisverhaal Rusland. Dag 12: Soezdal – Moskou. Te lezen op dinsdag 14/11/2017.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten