donderdag 23 november 2017

Uitgelezen: Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op. Het kapitalisme versus de aarde. Brief aan Ludo De Witte.

Beste Ludo,
 
Ik ben een zachtaardig persoon.  Ik sta afkerig tegenover geweld.  En toch.  Toch gebeurt het soms dat een woede in mij opborrelt.  Een woede, die slechts heel geleidelijk wegdeemstert.  Ik kan in woede ontsteken als ik om mij heen kijk.  Als ik kijk hoe tegen de klimaatverandering wordt aangekeken.  Hoe men de boodschap de wereld instuurt dat alles wel goed komt.  Zonder daadkrachtig te ageren, menen de meesten dat een oplossing zal gevonden worden.  Vanuit die overtuiging leunt men voldaan achterover en laat men verder begaan.  Als ik dat besef word ik boos.  Word ik woedend.  Als ik dat besef, klop ik hard met mijn hand op tafel.  
 
Die woede delen wij.  Dat hebben wij gemeenschappelijk.  Terwijl ik enkel gefrustreerd op tafel bonk, gaat u een stap verder.  U maakt een analyse.  Die analyse is helder en duidelijk.  U plaatst het kapitalisme in de beklaagdenbank.  Niet het neoliberalisme.  Niet de globalisering.  Wel het kapitalisme.  Dat doet u bewust.  U wenst geen schijngevecht.  
 
U beseft dat de gedane voorstellen en de uitgewerkte maatregelen slechts een druppel op een hete plaat zijn.  Zij zullen het verschil niet maken.  De klimaatconferenties zijn een maat voor niets.  Er worden beloftes gemaakt.  Geen enkel daadwerkelijk engagement wordt aangegaan.  In de klimaatakkoorden is nooit sprake van enig sanctioneringsmechanisme als de beloftes niet worden nagekomen.  Harde, dwingende maatregelen worden niet afgedwongen.  Praat voor de vaak, dat is het.
 
U toont aan hoe met getallen gegoocheld wordt.  In een poging om het succes van reeds genomen milieumaatregelen te bewijzen.  U ontmaskert deze climate cheating.  Zo wordt gezegd dat de economische groei in Europa samengaat met een afname van de broeikasgasuitstoot.  U toont aan dat men bewust vergeet het outsourcen van de industriële productie naar Zuidoost-Azië in rekening te brengen.
Hetzelfde gebeurt met de koolstofemissiehandel.  U toont dat deze handel een lege doos is.  Dat deze handel zijn doel voorbijschiet.  U neemt het woord gesjoemel in de mond.  Daarom moet deze afgebouwd worden.  Omdat in deze handel slechts een schijnoplossing schuilt.
 
U deelt het optimisme niet over de mogelijkheden van de hernieuwbare energie.  Tegen 2040 zal deze energie slechts 17 tot 31 procent leveren van de mondiale elektriciteitsproductie terwijl het energieverbruik zal toenemen met 48 procent.  Die cijfers zijn ontnuchterend.  In dat rijtje van vals optimisme plaatst u de groene labels, cleantech, repaircafés, bioboerderijen, carpoolen, voedselteams, … U staat sympathiek tegenover deze initiatieven maar tegelijk beseft u dat deze het verschil niet zullen maken.  Terecht stelt u dat de positieve impact van ‘groene’ bedrijfjes te beperkt is en dat zij niet kunnen opboksen tegen de grondstoffenverslindende multinationals.
 
U toont in uw uitgebreide analyse uitvoerig aan hoe multinationals het klimaatdebat gijzelen.  Niet enkel zaaien zij twijfel over de klimaatverandering en de kwalijke gevolgen.  Via lobbywerk hebben zij grote invloed op het wetgevend werk.  U geeft het voorbeeld aan van de olie-industrie.  U toont hoe die industrie zich in het centrum van de politieke macht nestelt.  In de Verenigde Staten verwijst u naar Rex Tillerson.  In Europa geeft u de naam van Miguel Arias Cañete.  Enkel die industrie met de vinger wijzen zou niet eerlijk zijn.  Hetzelfde geldt voor de vleesindustrie, de farmaceutische industrie, de wapenindustrie, … Ook daar zijn de scheidingswanden tussen politiek en industrie te dun of onbestaande.
 
In het streven naar economische groei zijn de multinationals nietsontziend.  U geeft hier tal van voorbeelden.  U laat het niet bij die vage, loze beschuldiging.  U illustreert.  U toont duidelijk aan hoe de winsten worden geprivatiseerd en de kosten worden gesocialiseerd.  Het komt er gewoon op neer dat het kapitalisme produceert en handel drijft om winst te maken.  Enkel de onmiddellijke resultaten worden in rekening gebracht.  Het is duidelijk dat de marktmechanismen geen rekening houden met de ware ecologische en sociale kosten van onze consumptie.
 
Bovenstaand punt zou kunnen geïntegreerd worden in handelsverdragen.  In die verdragen zou kunnen gezocht worden om ook die kosten in rekening te brengen.  Dat gebeurt niet.  Integendeel.  Deze handelsverdragen zijn een inperking van de soevereiniteit van regeringen, die milieu, natuur en mens willen beschermen.  
 
Schijnoplossingen wijst u van de hand.  U verwacht enkel heil van echte, ingrijpende hervormingen.  Sloganesk bundelt u dit in die ene uitspraak: system change, not climate change.  We moeten naar een economie waarin de behoeften van de mensen en niet de winsten van de aandeelhouders het richtsnoer zijn.  Dit betekent dat wij de fossiele energie in de grond moeten houden en dat er een moratorium moet komen op economische groei, gekoppeld aan een inperking van de consumptie in de rijkste landen.  Om dit beleid te realiseren hebben we nood aan een versterkte overheid, die aangestuurd wordt door een volksvertegenwoordiging die de voogdij van de geldmachten heeft afgeworpen.  Een overdreven stelling? Ik denk het niet.  Ik hoef hiervoor maar te verwijzen naar het jaarlijkse World Economic Forum, waarbij regeringsleiders al te welwillend op schoot gaan bij CEO’s van de grootste bedrijven ter wereld.  Als er één ding duidelijk is, is het wel dat wij een stringent klimaatbeleid niet mogen overlaten aan de dominante economische actoren.  Een stringent klimaatbeleid zou een economische rationele keuze kunnen zijn gezien de voordelen op het vlak van gezondheid, tewerkstelling of energieautonomie.  Dat hebt u duidelijk aangetoond in uw boek.
 
De lezer zou kunnen denken dat uw pleidooi voor een ‘system change’ nogal vaag blijft.  Dat alles te sloganesk is.  U countert deze mogelijke kritiek.  In uw boek eindigt u met het Leap Manifesto, uitgeschreven door Naomi Klein en haar medestanders.  Daarin doen zij een aantal voorstellen, die de transitie naar een ecosociale samenleving moeten ondersteunen.  U vat de voorstellen samen.  Sommige zijn evident.  Sommige zijn dat minder.  Los van uw boek las ik deze week de nieuwsbrief van Klimaatcoalitie.  Ik las de eisen van de Klimaatcoalitie voor een ambitieus, rechtvaardig en geïntegreerd energie- en klimaatplan 2030.  Ik hoorde echo's van het Manifest.  Ik hoorde echo's van uw boek.
 
Reeds lange tijd plaatste ik de nodige vraagtekens bij het huidige economische handelen.  Ik besefte dat het anders moest.  Nooit vond ik een alternatief.  Tot nu.  U schreef een alternatief uit.  Het lijkt niet evident ons economisch systeem drastisch te wijzigen.  U toont evenwel duidelijk aan dat de strijd tegen de klimaatverandering een hefboom kan zijn in deze pogingen.  De klimaatverandering kan wel degelijk een uitdaging zijn voor de politieke partijen.  Het kan een mogelijkheid zijn hun programma te updaten.
 
U schreef een verhelderend boek.  In uw analyse van de huidige politiek klinkt u negatief.  Het is pas in uw blik naar de toekomst dat u hoopvol bent.  In die vooruitblik lees ik optimisme.  In dat optimisme kan en wil ik u volgen.  Omdat ik besef dat het de enige uitweg is.  Andere mogelijkheden zijn er niet.
 
Beste Ludo, ik wil u danken.  Voor het boek.  Maar meer nog wil ik u danken voor de hoop.  Want die hoop put ik overvloedig uit uw boek.
 
Met vriendelijke groeten.

2 opmerkingen: