vrijdag 4 maart 2016

The Voice van Vlaanderen? Jan Van De Ven. Ik weet het zeker.

Beste Jan,
 
Het was een uitgemaakte zaak.  The Voice van Vlaanderen? Ik zou niet kijken.  Daarvan was ik overtuigd.  Voor de volle honderd procent.  Als vrienden mij vroegen of ik zou kijken, volgde steeds een zelfverzekerd neen.  In die neen schemerde geen twijfel.  Mijn neen was kordaat.  Ik zou niet kijken.  Dat zou ik niet doen.  Nooit.  Geen enkele aflevering.  Zelfs zappen zou ik niet doen.  Geen enkele minuut.  Geen enkele seconde.
 
U leest het voorgaande.  U zou kunnen denken dat het iets persoonlijks is.  Dat in mijn aversie tegen het programma een afwijzing schuilt.  Dat ik ooit kandidaat was maar door de vakjury vakkundig de deur werd gewezen.  Dat is het niet.  Ik kan niet zingen.  Die bekentenis valt mij niet zwaar.  Het is zo.  Het is een feit.  Feiten wil ik niet ontkennen.  In mij schuilt geen nachtegaal.  Vlaanderen of de wereld heeft aan mij geen zanger verloren.  In mijn afwijzing van het programma schuilt niks negatiefs.  Zo ben ik niet.  Ik ben een positieve jongen.  Man.  Eerder is het tijdsgebrek.  Eerder is het een probleem van keuzes maken.  De Mol.  Clinch.  Eigen Kweek.  Molenbeek.  Terug naar eigen land.  Alloo in de psychiatrie.  Al die programma’s volg ik.  Of zal ik volgen.  Daarbij komt nog eens dat ik het aandurf een boek te lezen.  Dat ik ’s avonds al wel eens een stapje zet.  Naar toneel.  Naar een concert.  U ziet, dat tijdsgebrek is heus geen understatement.  Slechts zeven dagen werden geschapen.  Te weinig.  Dat stel ik al te vaak vast.
 
Het kan verkeren.  Bredero wist dat.  Hij kwam tot de vaststelling dat niks vast staat.  Dat alles aan verandering onderhevig kan zijn.  Ik lijk die historische waarheid te ontkennen.  Al te veel denk ik dat voornemens definitief zijn.  Dat is niet zo.  Dat merkte ik die vrijdagavond.  Nu meer dan twee weken terug.  
 
Vrijdagavond ging ik kuisen.  Dan moet muziek op.  Aan.  Dat moet.  Het verzacht de pijn.  De pijn van het kuisen.  Want laat mij duidelijk zijn.  Kuisen is niet één van mijn favoriete tijdsbestedingen.  Ik weet wel andere, leukere alternatieven.  Maar soms moet het gebeuren.  Soms kan men er niet onderuit.  Die mindere momenten moeten wij dan wat opleuken.  Zodat alles wat aangenamer wordt.  Zodat de tijd wat sneller lijkt te gaan.  Muziek kan dat doen.  Muziek kan die helende zalf zijn.  Die pleister op de wonde.
 
Waarom niet naar The Voice kijken/luisteren? Dat dacht ik.  Ik dacht het niet alleen.  Ik deed het ook.  De televisie ging aan.  Ik stemde af op VTM.  Wat ik nooit zou doen, deed ik toch.  Bredero had gelijk.  Kuisen kan vreemde dingen doen met een mens.  Terwijl ik aan de slag ging met water en dweil, keek ik naar The Voice.
 
Ik zag velen passeren.  Ik hoorde stemmen.  Zuivere stemmen.  Prachtstemmen.  Heldere stemmen.  Ik hoorde mannen en vrouwen, die echt wel kunnen zingen.  Voor wie zingen meer is dan eventjes een deuntje te zingen onder de douche.  Toch keek ik niet op.  Kuisen had nog altijd de voorrang.  Muziek diende enkel als achtergrond.
 
Dat veranderde.  Toen u opkwam.  U vroeg alles aan de kant te zetten.  Dat deed u niet letterlijk.  Uw houding suggereerde dat.  In uw houding kon afgelezen worden dat er iets stond te gebeuren.  Ik zag geen angstig vogeltje.  Ik zag een beer.  Een rockende beer.  Dat podium boezemde u geen angst in.  Neen.  Integendeel.  U vroeg om dat podium.  Met uw hele lijf.  Op dat podium moest u staan.  Nergens anders.
 
Dat was enkel uw verschijning.  Ik had uw stem nog niet gehoord.  Maar ik wist dat het goed zou zijn.  Daarover had ik de minste twijfel.  U zou mij omverblazen.  Dat wist ik.  Dat voelde ik.  Wat ik voorvoelde, deed u ook.  U sloeg mij met verstomming.  Ik knipperde met de ogen.  Als een wervelstorm was u gepasseerd.  Ik had mijn dweil in de emmer gedropt.  Ik was gestopt met kuisen.  U eiste de aandacht op.  U bracht de muziek naar de voorgrond.  De enige en juiste plaats.  
 
Ik zag geen kandidaat.  Ik zag een artiest.  Een rocker.  U was voor die enkele minuten het centrum.  Niet het centrum van de wereld.  Ik wil u niet te veel eer gunnen.  Overdrijven, het mag wel eens.  Maar ik wil dicht bij de waarheid blijven.  Niet het centrum van de wereld dus.  Wel het centrum van Vlaanderen.  U ging hard.  U ging snel.  U bracht een show.  Geen sollicitatie.  U moest gekozen worden.  Toch als de jury om muziek gaf.  Dat gebeurde ook.  Uiteraard.
 
U bent geen product.  Geen product waarmee blitse marketeers eventjes hun zin kunnen doen.  Waarmee zij alle stijlen kunnen uitproberen.  U hoeft niet gestyled te worden.  Of gerestyled.  U bent wat u bent.  U bent een zanger.  Die weet wat hij wil.  U wil werken.  Met uw stem.  Ik moet bekennen, uw stem is misschien niet de meest geschoolde.  De meest zuivere.  Maar dat hoeft niet.  Ik heb een hekel aan te mooie stemmen.  Wat u mankeert aan zuiverheid, compenseert u ruimschoots met emotie.  Want dat schuilt in uw stem.  Tonnen emotie.  Daarmee overtuigt u.  U gooit zich.  U werpt zich.  Met volle overgave.  Zonder enig compromis.  Het is mooi om zien.  Zo mooi dat ik u terugspoelde.  Zodat ik nog even kon zien.  Nog even kon horen.
 
Ik hoef niet meer verder te kijken.  Ik ken de winnaar.  Dat bent u.  Enkel de eerste plaats is juist voor u.  U bent The Voice.  Want u bent muziek.  In hart en nieren.  In longen en lever.  In dikke en dunne darm.  In alvleesklier en appendix (indien die nog niet werd weggenomen).  Ja, ook in uw geslachtsorganen.  Misschien daar nog het meest.  Want u brengt muziek met ballen.  U bent muziek.  U ademt muziek.  U zweet muziek.  Maar laat mij u geruststellen.  Dat zweet ruikt niet.  Dat doet rockzweet niet.  Rockzweet is een parfum.  Een verslavend parfum.
 
Ik wens u alle succes.  Misschien tot in Gent.  Op één van de vele podia, die mijn stad rijk is.  Ik hoop het.  Want ik wil u aan het werk zien.  Ik wil u zien.  Ik wil u horen.  Ik wil u ruiken.
 
Met vriendelijke groeten.


1 opmerking: