Beste Jan,
Het was een uitgemaakte zaak.
The Voice van Vlaanderen? Ik zou niet kijken. Daarvan was ik overtuigd. Voor de volle honderd procent. Als vrienden mij vroegen of ik zou kijken,
volgde steeds een zelfverzekerd neen. In
die neen schemerde geen twijfel. Mijn
neen was kordaat. Ik zou niet
kijken. Dat zou ik niet doen. Nooit.
Geen enkele aflevering. Zelfs
zappen zou ik niet doen. Geen enkele
minuut. Geen enkele seconde.
U leest het voorgaande. U zou
kunnen denken dat het iets persoonlijks is.
Dat in mijn aversie tegen het programma een afwijzing schuilt. Dat ik ooit kandidaat was maar door de
vakjury vakkundig de deur werd gewezen.
Dat is het niet. Ik kan niet zingen. Die bekentenis valt mij niet zwaar. Het is zo.
Het is een feit. Feiten wil ik
niet ontkennen. In mij schuilt geen
nachtegaal. Vlaanderen of de wereld
heeft aan mij geen zanger verloren. In
mijn afwijzing van het programma schuilt niks negatiefs. Zo ben ik niet. Ik ben een positieve jongen. Man.
Eerder is het tijdsgebrek. Eerder
is het een probleem van keuzes maken. De
Mol. Clinch. Eigen Kweek.
Molenbeek. Terug naar eigen
land. Alloo in de psychiatrie. Al die programma’s volg ik. Of zal ik volgen. Daarbij komt nog eens dat ik het aandurf een
boek te lezen. Dat ik ’s avonds al wel
eens een stapje zet. Naar toneel. Naar een concert. U ziet, dat tijdsgebrek is heus geen
understatement. Slechts zeven dagen
werden geschapen. Te weinig. Dat stel ik al te vaak vast.
Het kan verkeren. Bredero wist
dat. Hij kwam tot de vaststelling dat
niks vast staat. Dat alles aan
verandering onderhevig kan zijn. Ik lijk
die historische waarheid te ontkennen.
Al te veel denk ik dat voornemens definitief zijn. Dat is niet zo. Dat merkte ik die vrijdagavond. Nu meer dan twee weken terug.
Vrijdagavond ging ik kuisen.
Dan moet muziek op. Aan. Dat moet.
Het verzacht de pijn. De pijn van
het kuisen. Want laat mij duidelijk
zijn. Kuisen is niet één van mijn
favoriete tijdsbestedingen. Ik weet wel
andere, leukere alternatieven. Maar soms
moet het gebeuren. Soms kan men er niet
onderuit. Die mindere momenten moeten
wij dan wat opleuken. Zodat alles wat
aangenamer wordt. Zodat de tijd wat
sneller lijkt te gaan. Muziek kan dat
doen. Muziek kan die helende zalf
zijn. Die pleister op de wonde.
Waarom niet naar The Voice kijken/luisteren? Dat dacht ik. Ik dacht het niet alleen. Ik deed het ook. De televisie ging aan. Ik stemde af op VTM. Wat ik nooit zou doen, deed ik toch. Bredero had gelijk. Kuisen kan vreemde dingen doen met een
mens. Terwijl ik aan de slag ging met
water en dweil, keek ik naar The Voice.
Ik zag velen passeren. Ik
hoorde stemmen. Zuivere stemmen. Prachtstemmen. Heldere stemmen. Ik hoorde mannen en vrouwen, die echt wel
kunnen zingen. Voor wie zingen meer is
dan eventjes een deuntje te zingen onder de douche. Toch keek ik niet op. Kuisen had nog altijd de voorrang. Muziek diende enkel als achtergrond.
Dat veranderde. Toen u
opkwam. U vroeg alles aan de kant te
zetten. Dat deed u niet letterlijk. Uw houding suggereerde dat. In uw houding kon afgelezen worden dat er
iets stond te gebeuren. Ik zag geen angstig
vogeltje. Ik zag een beer. Een rockende beer. Dat podium boezemde u geen angst in. Neen.
Integendeel. U vroeg om dat
podium. Met uw hele lijf. Op dat podium moest u staan. Nergens anders.
Dat was enkel uw verschijning.
Ik had uw stem nog niet gehoord.
Maar ik wist dat het goed zou zijn.
Daarover had ik de minste twijfel.
U zou mij omverblazen. Dat wist
ik. Dat voelde ik. Wat ik voorvoelde, deed u ook. U sloeg mij met verstomming. Ik knipperde met de ogen. Als een wervelstorm was u gepasseerd. Ik had mijn dweil in de emmer gedropt. Ik was gestopt met kuisen. U eiste de aandacht op. U bracht de muziek naar de voorgrond. De enige en juiste plaats.
Ik zag geen kandidaat. Ik zag
een artiest. Een rocker. U was voor die enkele minuten het centrum. Niet het centrum van de wereld. Ik wil u niet te veel eer gunnen. Overdrijven, het mag wel eens. Maar ik wil dicht bij de waarheid
blijven. Niet het centrum van de wereld
dus. Wel het centrum van
Vlaanderen. U ging hard. U ging snel.
U bracht een show. Geen
sollicitatie. U moest gekozen
worden. Toch als de jury om muziek
gaf. Dat gebeurde ook. Uiteraard.
U bent geen product. Geen
product waarmee blitse marketeers eventjes hun zin kunnen doen. Waarmee zij alle stijlen kunnen
uitproberen. U hoeft niet gestyled te
worden. Of gerestyled. U bent wat u bent. U bent een zanger. Die weet wat hij wil. U wil werken.
Met uw stem. Ik moet bekennen, uw
stem is misschien niet de meest geschoolde.
De meest zuivere. Maar dat hoeft
niet. Ik heb een hekel aan te mooie
stemmen. Wat u mankeert aan zuiverheid,
compenseert u ruimschoots met emotie.
Want dat schuilt in uw stem.
Tonnen emotie. Daarmee overtuigt
u. U gooit zich. U werpt zich.
Met volle overgave. Zonder enig
compromis. Het is mooi om zien. Zo mooi dat ik u terugspoelde. Zodat ik nog even kon zien. Nog even kon horen.
Ik hoef niet meer verder te kijken.
Ik ken de winnaar. Dat bent u. Enkel de eerste plaats is juist voor u. U bent The Voice. Want u bent muziek. In hart en nieren. In longen en lever. In dikke en dunne darm. In alvleesklier en appendix (indien die nog
niet werd weggenomen). Ja, ook in uw
geslachtsorganen. Misschien daar nog het
meest. Want u brengt muziek met
ballen. U bent muziek. U ademt muziek. U zweet muziek. Maar laat mij u geruststellen. Dat zweet ruikt niet. Dat doet rockzweet niet. Rockzweet is een parfum. Een verslavend parfum.
Ik wens u alle succes.
Misschien tot in Gent. Op één van
de vele podia, die mijn stad rijk is. Ik
hoop het. Want ik wil u aan het werk
zien. Ik wil u zien. Ik wil u horen. Ik wil u ruiken.
Met vriendelijke groeten.
Mooie commentaar ... helemaal mee eens ... gogogo Jan Van de Ven
BeantwoordenVerwijderen