Wij staan tien hoog. Op het dak
van het MAS. De avond valt in boven
Antwerpen. De lichtjes aan de Schelde
worden aangeschakeld. De lucht kleurt
roodblauwgrijs. Een eigen huis, een plek
onder de zon, … Aan dat liedje moet ik denken als wij vanop het MAS neerkijken
over ’t Eilandje. Terwijl ik dat liedje
stilletjes zing, denk ik dat het hier heerlijk moet zijn om te wonen. Dichtbij de stad en toch rustig. Vanop het MAS kies ik mijn huisje. Mijn dakappartement. Of zou ik toch voor een herenhuis kiezen? Ik
droom en in die droom kies ik mijn favoriete stek. In die droom maken wij geen financiële
afwegingen. Wij laten ons niet
weerhouden door realistische en ontnuchterende bemerkingen. Wij kiezen gewoon. Wij pikken er gewoon eentje uit.
Deze immobiliaire dromen aan het MAS zijn nog klein en bescheiden te
noemen. Die dromen worden dezelfde avond
nog groter. Veel groter. Wij verlaten het MAS en rijden naar
Zurenborg. Hier staan imposante villa’s. Statige herenhuizen. Het dromen wordt wilder. Het kiezen gebeurt nog enthousiaster. Onze keuzes worden regelmatig herzien. Elke keer als wij een woning zien dat nog
groter en nog meer allure heeft, schrappen wij de vorige keuze en kiezen wij
voor het grotere. Voor het fraaiere.
Terwijl wij doorheen deze wijk wandelen, vergapen wij ons aan deze
architecturale pareltjes. Wij laten ons
overdonderen door fraai uitgewerkte ornamenten.
Door fijne versieringen. Door
frivole tierlantijntjes. Wij kijken naar
standbeelden, op balkons geposteerd als versteende wakers over de wijk. Griekse kariatiden lijken het wel. Tijdelijk gehuisvest in Antwerpen. Alsof zij de Griekse crisis ontvlucht zijn en
hier wachten op betere tijden. Al te
vaak vallen onze monden open. Al te vaak
schudden wij met onze hoofden, gevolgd door die ene, stamelende uitdrukking van
verbazing: ‘man, man, man, …’. In deze
wijk zijn deze villa’s geen uitzondering.
Deze villa’s zijn de standaard.
Zij staan netjes op een rij.
Zonder enige onderbreking.
Rijkdom paalt aan rijkdom. Grootsheid
aan grootsheid.
Die grootse, adembenemende architectuur doet mij verlangen de
oorspronkelijke bewoners te ontmoeten.
Met plezier zou ik doorheen die huizen willen wandelen. Kijken naar het dagelijkse leven van die
burgerlijke topklasse. Kijken naar dat
ongetwijfeld luxueuze, bijna decadente bestaan.
Slechts één iemand kan dat verlangen realiseren. Professor Barabas met zijn teletijdmachine
kan mij helpen. Maar die professor is
een stripfiguur. Stripfiguren bestaan
niet. Enkel in hun verhalen leiden zij
hun leventje. Ik zal dus in deze tijd
blijven. Noodgedwongen. Het einde van de negentiende eeuw is voor mij
niet bereikbaar. Dit onvermogen
verhindert evenwel mijn fantasie niet.
Die fantasie borrelt. Die
fantasie doet mij vervellen tot huiseigenaar.
Doet mij verworden tot lid van de bourgeoisie. Elke stap doet mij dat ietsje rechter
lopen. Ik recht mijn rug. Hef mijn hoofd ietsje meer rechtop. Ik kijk rond.
Zelfbewust. Elke stap doet die
wijk meer mijn wijk worden. Dit is mijn
wijk. Dit is mijn straat. Dit is mijn huis. Jawel, ik geloof het. Jawel, ik ben het.
De volgende morgen spatten onze dromen uiteen. Nieuwsgierigheid is de dader. Nieuwsgierigheid brengt ontnuchtering. Wij willen weten. Wij willen het financiële plaatje
kennen. Gisteren hadden wij een woning
te koop gezien. Vijf slaapkamers en drie
badkamers. Wij surfen naar de site vanhet immobiliënkantoor. Daar staat het
zwart op wit. Wij lezen de vraagprijs
één keer. Wij lezen het een tweede
keer. Een derde keer. Jawel, wij lezen het zelfs een vierde keer. Om onszelf te overtuigen dat wij alle
nulletjes op de juiste manier hebben gelezen.
Drie miljoen euro, dat is de vraagprijs.
Honderd twintig miljoen oude Belgische franken. De bubbel spat open. Met beide voetjes staan wij terug op de
grond. In de realiteit. Wij zijn voetvolk. Gewone jongens en meisjes. Van eenvoudige komaf. Maar meer nog dan gewone jongens en meisjes
zijn wij gelukkige jongens en meisjes.
De harde confrontatie met de zwaar doorwegende euro’s ontneemt ons dat
besef niet. Jawel, wij zijn
gelukkig.
Zurenborg heeft ons wakker geschud.
Heeft ons doen inzien dat er nog rijke ‘smeerlapjes’ rondlopen op deze
aardbol. Maar tegelijk heeft Zurenborg
dat aloude, troostende spreekwoord bevestigd: geld maakt niet gelukkig. Volmaakt gelukkig sluiten wij de site van het
immobiliënkantoor. Wij stappen terug in
ons leventje. Ons zalig leventje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten