Beste David,
Dit jaar zou u drie albums uitbrengen.
Achtentachtig dagen geleden bracht u Mutes uit. Dat was het eerste deel van uw trilogie. Naar aanleiding van dat eerste album schreef
ik u een brief. In het slot van die
brief schreef ik dat ik zou uitkijken naar uw volgende album. Dat volgend album is nu dus een feit. Moods hebt u hem gedoopt. Ik heb uitgekeken. Want ik weet dat belofte ook schuld
maakt. Ik beloof dus niet enkel. Ik doe ook.
Maar toch heb ik niet enkel uitgekeken.
Dat zou wat minnetjes zijn. Ik
heb ook geluisterd. Want dat is wat
uiteindelijk moet gebeuren met muzikale werkstukken.
Is het normaal te noemen dat wij bij het tweede album hetzelfde
verwachten? Die verwachtingen kunnen als normaal omschreven worden als dat
eerste album goed was. Het tweede wil
dan een verlengstuk zijn van het eerste.
Het zou dan gemakkelijk zijn in hetzelfde vijvertje te vissen. Om gewoon de lijn door te trekken. Dat zou iemand doen die gehecht is aan
rustige vastheid. Iemand die opteert
voor zekerheid en het avontuur bijgevolg uit de weg gaat. Met Moods botst u met die rustige
vastheid. U slaat een andere richting
in. U maakt het uzelf moeilijk. Maar u beseft dat een trilogie nood heeft aan
variatie. Dat net in die variatie de
uitdaging verscholen zit.
Nochtans. Een eerste,
oppervlakkige luisterbeurt zou mij kunnen doen besluiten dat Moods een kopie is
van Mutes. Dat ik in Moods een
gelijkaardige rust kan ontdekken. Indien
ik dat zou beweren, zou ik zwaar in de fout gaan. Muziek verdraagt geen oppervlakkigheid. Muziek vraagt aandacht. Concentratie.
Want pas dan kan er ontdekt worden.
Pas dan kan er begrepen worden.
Ik ging dus voorbij aan die eerste, oppervlakkige luisterbeurt. Aan die eerste luisterbeurt koppelde ik geen
conclusies. Ik luisterde verder. Meer intens.
De rust, die ik aanvankelijk vermoedde, blijkt vals te zijn. De vermoede rust verdwijnt. Ik ontdek het dreigende karakter van het
album. Zoals ik reeds zei, een mens moet
opletten met oppervlakkigheid.
Oppervlakkigheid zendt verkeerde signalen uit. Dat merk ik nu. In die dreiging proef ik verlies. Vervreemding.
Verlatenheid. Als luisteraar sta
ik alleen. In die eenzaamheid word ik
met mijzelf geconfronteerd. Ik stel
mijzelf vragen. Gemakkelijke
vragen. Moeilijkere vragen. Neen, niet langer is er die rust. Eerder is het verwarring. Een verwarring waarin enige verleidelijkheid
schuilt. Want als luisteraar word ik
niet weggeduwd. Ik word
teruggeroepen. Het album nodigt mij
uit. Telkens opnieuw. Telkens opnieuw verken ik dat dreigende. Dat donkere.
Ondanks die vervreemding en verlatenheid lijkt het toch bevrijdend te
werken. Helend. Misschien omdat ik op mijn vragen de juiste
antwoorden vind. Wat zou er gebeuren als
dat niet zo zou zijn? Hoe zou ik het album dan ervaren?
Ik vraag mij af hoe dat verschil met het eerste album kan verklaard
worden. Een verklaring kan misschien
gevonden worden in de manier van opname.
U maakt voor het eerst gebruik van de ‘prepared piano’. Dat las ik in het persbericht. Ik heb het niet zelf ontdekt. Niet zelf opgemerkt. Een dergelijk geoefend luisteraar ben ik
niet. Die muzikale opmerkzaamheid
ontbeer ik. Dat hoeft helemaal niet erg
te zijn. In mijn zoektocht naar het
begrijpen van een album mag ik mij best verlaten op andere bronnen buiten
mijzelf. In datzelfde persartikel lees
ik dat op, onder of tussen de snaren objecten zoals papier, vilt, bouten en
houten pinnen worden aangebracht. Zelfs
bestek en doopsuiker zouden tot uw arsenaal behoren. Dat arsenaal aan vreemde effecten draagt bij
tot het dreigende karakter. Tot het
vervreemdende karakter. Dat denk
ik. Dat vermoed ik.
Ik luisterde naar uw tweede album.
Naar Moods. Alweer werd het een
aangename kennismaking. Een
kennismaking, die wat meer voeten in de aarde had. Want het was niet evident. Uw tweede album was niet zo open als het
eerste. Moods is meer gesloten. Er moet dus wat gevochten worden om binnen te
raken. Het moet als het ware
opengebroken worden. Om toch enig licht
binnen te laten schijnen. Om op die
manier die verlatenheid te verlichten.
Om op die manier dat verlies te temperen. Die zoektocht maakt elke luisterbeurt tot een
uitdaging. In die uitdaging schuilt het wonderlijke
van dit album.
Ik luisterde naar uw tweede album.
Met veel plezier. Met evenveel
plezier kijk ik uit naar het finale deel van uw trilogie. Met deze belofte besef ik dat ook een derde
brief zal volgen. Dat ik ook een derde
brief zal moeten schrijven. Dat vind ik
niet erg. Vind ik helemaal niet
erg. Over mooie dingen is het heerlijk
te mogen schrijven. Ik deed het een
eerste keer. Ik deed het nu een tweede keer. Twee keer schonk u mij voldoende inspiratie.
Beste David. Ik wil u danken
voor het fantastische Moods. Voor die
fantastische tweede. Ik wens u voldoende
inspiratie de volgende achtentachtig dagen.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten