dinsdag 26 juni 2018

Uigelezen (uitgeprobeerd): Puur Pascale 2. Brief aan Pascale Naessens.

Beste Pascale,
 
Ik was afgeweken.  Van het rechte pad.  Dat is altijd zo gevaarlijk aan rechte paden.  De mogelijkheid is altijd aanwezig dat er afgeweken wordt.  Een mens moet recht in zijn schoenen staan om eeuwig op dat rechte pad te blijven.  Het vlees is zwak, zegt men.  Welnu, ik heb voor heel even dat juiste pad verlaten.  U leest dit.  Heel misschien verwacht u nu een zware zonde.  Een doodzonde.  Ik kan u geruststellen.  Dat was het niet.  Ik ben een brave jongen.  Zwaar zondigen ligt niet in mijn aard.  Toch ben ik niet perfect.  Gelukkig maar, denk ik dan.  Perfectie moet verschrikkelijk zijn.  Moet saai zijn.  Ik maak dus wel eens een foutje.  Over één van die foutjes wil ik het hebben.  Met u.  Omdat u betrokken partij bent.
 
Laat mij alles verduidelijken.  Want ongetwijfeld stelt u zich na deze inleiding vragen.  Die vragen wil ik ophelderen.  Met het vervolg van mijn brief.  Ik zal u mijn verhaal vertellen.  Daarvoor moeten we een stapje terugzetten.  Moeten we even naar het verleden.  Om dan weer naar het heden te stappen.
 
Ik was een fan van u.  U merkt, ik spreek in de verleden tijd.  Dat feit ligt dus achter ons.  We keren dus terug.  Zoals ik had gezegd.  Ik had al uw boeken.  Uw kookboeken.  Ik kookte volgens uw principes.  Elke avond koos ik één gerechtje.  Was het moeilijk? Was het lastig? Was het tijdrovend? Helemaal niet.  Ik ben geen kookprins.  Toch ging het vlotjes.  Elke keer weer verbaasde ik mij zelf.  Verdomme, ik kon koken.  Ik kon lekker koken.  Wat een openbaring.  Koken werd een plezier.  Koken werd ontspanning.
 
Heel waarschijnlijk vermoedt u het al.  Er wordt gezegd dat mooie liedjes niet lang duren.  In dat gezegde schuilt kenbaar een kern van waarheid.  Mijn mooie liedje duurde niet lang.  Mijn aanvankelijke kookplezier verwaterde.  Ik verviel in oude gewoontes.  Uw kookboeken bleven gesloten.  Koken werd opnieuw inspiratieloos.  Koken werd een sleur.  Koken werd iets wat snel moest gaan.  Het werd een opdracht.  Iets wat moest gebeuren.  Iets wat we snel achter de rug wilden hebben.  Om dan weer aan leuke dingen te beginnen.  Waar was het fout gelopen? Waarom was het fout gelopen? Ik weet het niet.  Misschien moet ik een verklaring zoeken in het feit dat goede gewoontes moeilijk vol te houden zijn.  Dat slechte gewoontes veel gemakkelijker zijn.  Van kookprins gleed ik af naar kookkluns.  Ik klungelde maar wat bijeen.  
 
Maar dan kwam toch weer dat ene moment.  Dat moment waarop ik uw nieuwste boek kocht.  Jawel, ik liet mij verleiden.  Ik kocht Puur Pascale 2.  Het boek bleef een tijdje steken tussen de andere boeken.  Het bleef onaangeroerd.  Dat hoort niet.  Dat mag niet.  Boeken moeten gelezen worden.  Kookboeken moeten gebruikt worden.  Dat besefte ik.  Ik ging opnieuw aan de slag.
 
Courgetterolletjes met vis en tomaatjes.  Spinazienestjes met mozzarella.  Zalm met broccoli, avocado en een oosters sausje.  Aziatisch soepje van paddenstoelen met garnalen.  Soep met kikkererwten, tomaat en boerenkool.  Witlof opgevuld met geitenkaas en dadels.  Kip met wortelen en gedroogde abrikozen.  
 
Ik kies mijn recepten.  Ik slenter doorheen uw boek.  Maak uitstapjes naar uw vorige boeken.  Ik wik en weeg.  Ik laat mij leiden door mijn goesting.  Mijn goesting kiest de recepten.  Ik ga om mijn ingrediënten.  Winkelen is geen opgave.  Winkelen wordt een ontdekkingsreis.  Ik ruik aan de groenten.  Ik snuif aan de kruiden.  Alles wordt opnieuw anders.  De zon in mijn culinaire wereldje gaat opnieuw schijnen.  Kleuren worden intenser.  Geuren worden voller.
 
Ik kook niet meer.  Ik kokkerel.  Dat is een wereld van verschil.  In dat ene woordje schuilt het hervonden plezier.  Ik lach opnieuw aan de kookpotten.  Elk stapje van het recept volg ik.  Bij elke stap wordt mijn glimlach groter.  Breder.  Want ik weet wat het eindresultaat zal zijn.  Ik weet dat het eindresultaat haalbaar is.  Omdat de moeilijkheidsgraad niet al te hoog is.  Drempels worden laag gehouden.  Er worden geen barrières opgeworpen.  Ik kan het.  Zelfs ik kan het.
 
Wij gaan aan tafel.  Nemen onze tijd.  Wij genieten.  Dat vraagt tijd.  Dat kan niet zomaar eventjes afgehandeld worden.  Wij gaan zitten.  Snijden ons gerechtje aan.  Wij proeven.  Wij smullen.  Wij kijken elkaar aan.  Zeggen niets.  Met volle mond praten doen wij niet.  Wij zijn welopgevoed.  Maar in onze ogen fonkelen pretlichtjes.  Die pretlichtjes behoeven geen woorden.  Die zeggen alles.  Die pretlichtjes zeggen dat het superformiweldigeindefantakolosachtig is.
 
Ik ben teruggekeerd.  Terug op het rechte pad.  Dat pad voelt goed.  Hier wil ik blijven.  Hier wil ik voor eeuwig vertoeven.  Want dit is goed.  Dit is lekker.  Opnieuw mag ik dat intense plezier beleven.  Ik was verdwaald.  Maar nu ben ik terug.  Soms moet een mens verdwalen om te beseffen waar het goed is.  Om te beseffen wat goed is.  Dat besef ik nu.  Dat weet ik nu.
 
Beste Pascale.  Ik wil u danken voor de inspiratie.  Ik wil u danken voor die recepten.  Maar bovenal wil ik u danken voor die pretlichtjes.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten