Beste Pascale,
Ik was afgeweken. Van het
rechte pad. Dat is altijd zo gevaarlijk
aan rechte paden. De mogelijkheid is
altijd aanwezig dat er afgeweken wordt. Een
mens moet recht in zijn schoenen staan om eeuwig op dat rechte pad te
blijven. Het vlees is zwak, zegt
men. Welnu, ik heb voor heel even dat juiste
pad verlaten. U leest dit. Heel misschien verwacht u nu een zware
zonde. Een doodzonde. Ik kan u geruststellen. Dat was het niet. Ik ben een brave jongen. Zwaar zondigen ligt niet in mijn aard. Toch ben ik niet perfect. Gelukkig maar, denk ik dan. Perfectie moet verschrikkelijk zijn. Moet saai zijn. Ik maak dus wel eens een foutje. Over één van die foutjes wil ik het
hebben. Met u. Omdat u betrokken partij bent.
Laat mij alles verduidelijken.
Want ongetwijfeld stelt u zich na deze inleiding vragen. Die vragen wil ik ophelderen. Met het vervolg van mijn brief. Ik zal u mijn verhaal vertellen. Daarvoor moeten we een stapje
terugzetten. Moeten we even naar het
verleden. Om dan weer naar het heden te
stappen.
Ik was een fan van u. U merkt,
ik spreek in de verleden tijd. Dat feit
ligt dus achter ons. We keren dus terug. Zoals ik had gezegd. Ik had al uw boeken. Uw kookboeken. Ik kookte volgens uw principes. Elke avond koos ik één gerechtje. Was het moeilijk? Was het lastig? Was het
tijdrovend? Helemaal niet. Ik ben geen
kookprins. Toch ging het vlotjes. Elke keer weer verbaasde ik mij zelf. Verdomme, ik kon koken. Ik kon lekker koken. Wat een openbaring. Koken werd een plezier. Koken werd ontspanning.
Heel waarschijnlijk vermoedt u het al.
Er wordt gezegd dat mooie liedjes niet lang duren. In dat gezegde schuilt kenbaar een kern van
waarheid. Mijn mooie liedje duurde niet
lang. Mijn aanvankelijke kookplezier
verwaterde. Ik verviel in oude
gewoontes. Uw kookboeken bleven
gesloten. Koken werd opnieuw
inspiratieloos. Koken werd een
sleur. Koken werd iets wat snel moest
gaan. Het werd een opdracht. Iets wat moest gebeuren. Iets wat we snel achter de rug wilden hebben. Om dan weer aan leuke dingen te
beginnen. Waar was het fout gelopen?
Waarom was het fout gelopen? Ik weet het niet.
Misschien moet ik een verklaring zoeken in het feit dat goede gewoontes
moeilijk vol te houden zijn. Dat slechte
gewoontes veel gemakkelijker zijn. Van
kookprins gleed ik af naar kookkluns. Ik
klungelde maar wat bijeen.
Maar dan kwam toch weer dat ene moment. Dat moment waarop ik uw nieuwste boek
kocht. Jawel, ik liet mij
verleiden. Ik kocht Puur Pascale 2. Het boek bleef een tijdje steken tussen de
andere boeken. Het bleef
onaangeroerd. Dat hoort niet. Dat mag niet.
Boeken moeten gelezen worden.
Kookboeken moeten gebruikt worden.
Dat besefte ik. Ik ging opnieuw
aan de slag.
Courgetterolletjes met vis en tomaatjes. Spinazienestjes met mozzarella. Zalm met broccoli, avocado en een oosters
sausje. Aziatisch soepje van paddenstoelen
met garnalen. Soep met kikkererwten,
tomaat en boerenkool. Witlof opgevuld
met geitenkaas en dadels. Kip met
wortelen en gedroogde abrikozen.
Ik kies mijn recepten. Ik
slenter doorheen uw boek. Maak uitstapjes
naar uw vorige boeken. Ik wik en weeg. Ik laat mij leiden door mijn goesting. Mijn goesting kiest de recepten. Ik ga om mijn ingrediënten. Winkelen is geen opgave. Winkelen wordt een ontdekkingsreis. Ik ruik aan de groenten. Ik snuif aan de kruiden. Alles wordt opnieuw anders. De zon in mijn culinaire wereldje gaat
opnieuw schijnen. Kleuren worden
intenser. Geuren worden voller.
Ik kook niet meer. Ik kokkerel. Dat is een wereld van verschil. In dat ene woordje schuilt het hervonden
plezier. Ik lach opnieuw aan de
kookpotten. Elk stapje van het recept
volg ik. Bij elke stap wordt mijn
glimlach groter. Breder. Want ik weet wat het eindresultaat zal zijn. Ik weet dat het eindresultaat haalbaar
is. Omdat de moeilijkheidsgraad niet al
te hoog is. Drempels worden laag
gehouden. Er worden geen barrières
opgeworpen. Ik kan het. Zelfs ik kan het.
Wij gaan aan tafel. Nemen onze
tijd. Wij genieten. Dat vraagt tijd. Dat kan niet zomaar eventjes afgehandeld
worden. Wij gaan zitten. Snijden ons gerechtje aan. Wij proeven. Wij smullen.
Wij kijken elkaar aan. Zeggen
niets. Met volle mond praten doen wij
niet. Wij zijn welopgevoed. Maar in onze ogen fonkelen pretlichtjes. Die pretlichtjes behoeven geen woorden. Die zeggen alles. Die pretlichtjes zeggen dat het
superformiweldigeindefantakolosachtig is.
Ik ben teruggekeerd. Terug op
het rechte pad. Dat pad voelt goed. Hier wil ik blijven. Hier wil ik voor eeuwig vertoeven. Want dit is goed. Dit is lekker. Opnieuw mag ik dat intense plezier beleven. Ik was verdwaald. Maar nu ben ik terug. Soms moet een mens verdwalen om te beseffen
waar het goed is. Om te beseffen wat
goed is. Dat besef ik nu. Dat weet ik nu.
Beste Pascale. Ik wil u danken
voor de inspiratie. Ik wil u danken voor
die recepten. Maar bovenal wil ik u
danken voor die pretlichtjes.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten