donderdag 14 juni 2018

Uitgelezen: De sixties. Seks! Drugs! Rock-'n-roll! Revoluties! Brief aan Rudolf Hecke.

Beste Rudolf,
 
Ik meende oprecht dat het niet bestond.  Dat het enkel bestaansrecht had in de stripverhalen van Suske en Wiske.  Nu weet ik dat het anders is.  Nu weet ik dat het bestaat.  Want ik heb het ervaren.  Met uw boek.  Uw boek was mijn teletijdmachine.  U flitste mij terug naar de jaren zestig.  De jaren zestig van de vorige eeuw.
 
U voerde mij terug naar vroegere tijden.  Naar tijden, die ik niet gekend heb.  Jawel, ik ben geboren in negentienhonderd achtenzestig.  Maar in die vroege levensjaren verzamelde ik nog geen herinneringen.  Ik was te zeer onder de indruk van de grote wereld, die ik net betreden had.  Ik zocht nog naar vaste ankerpunten, die als kapstok konden dienen voor mijn nog te collectioneren memories.  Die zoektocht vraagt tijd.  Vraagt geduld.  Zo passeerden de zestiger jaren langs mij heen.  Onwetend was ik van wat om mij heen gebeurde.
 
Ik werd teruggeflitst naar een tijd, die ik niet kende.  Ik had kunnen verloren lopen.  Ik had kunnen verdwalen.  Dat gebeurde niet.  U was mijn gids.  U nam mij bij de hand.  Ik moest terugdenken aan die politieke tijden, waarin de gids ervaren was.  Aan die woorden moest ik denken want u bent ervaren.  U bracht mij naar plaatsen waar ik voordien nog niet was geweest.
 
Nu moet ik eerlijk bekennen dat niet alles mij vreemd was.  Muziek is een omgeving waarin ik mij nogal thuis voel.  Hierin kon u mijn hand wat lossen.  Hierin mocht u mij wat vrijer laten rondlopen.  Serge Gainsbourg.  Françoise Hardy.  Bob Dylan.  The Doors.  Fairport Convention.  Canned Heat.  Frank Zappa.  David Bowie.  The Grateful Dead.  The Rolling Stones.  The Beatles.  The Yardbirds.  Ferre Grignard.  Paul Michiels.  Jimi Hendrix.  Die namen waren mij niet onbekend.  Vele verhalen achter die namen waren mij wel onbekend.  Enkele van die verhalen onthulde.  Enkele van die verhalen vertelde u.  Ik moest lachen toen ik las dat Lilianne Saint-Pierre met Jimi Hendrix op stap ging na een Duitse televisieshow.  Ik kon mijn lach niet onderdrukken toen ik las dat The Rolling Stones te gast waren bij Tienerklanken.  Bij tante Terry en nonkel Bob.  Ik vroeg mij af of het vrolijke vrienden geworden waren.  Ik keek vreemd op toen ik las dat Pink Floyd nog had opgetreden in het Antwerpse Pannenhuis.  Dit moeten heerlijke tijden geweest zijn, dacht ik.
 
U toonde mij hoe de muziek in die jaren professionaliseerde.  Managers.  Producers.  Alles werd ernstiger.  Serieuzer.  U toonde mij het begin van rockmusicals.  Van de supergroepen.  Van de muziekclubs en rocktempels.  Van de jeugdclubs.  U bracht mij naar Londen.  Naar Parijs.  Naar Amsterdam.  U voerde mij naar de gedurig wisselende rocksteden.  Samen met u ging ik langs bij de nieuwste muziekclubs.  The Marquee Club.  Olympia.  De Melkweg.  Paradiso.  Whisky a Go Go.  De Fillmore.  Wij klopten aan bij nieuwe radiostations.  Bij KPMX.  Bij Europe 1.  Bij Radio Luxembourg.  Samen met u beleefde ik legendarische concerten.  Waarvan u verslag deed.  Ik las en genoot.  Bij dat lezend genot trachtte ik de muziek te horen.  Ik trachtte die in mijn hoofd op te roepen.  Dat maakte het lezen nog intenser.  Nog echter.
 
U nam mij mee naar feestjes.  Met u ging ik naar happenings.  Naar human be-ins.  Naar love-ins.  U nam mij mee naar sekten.  Naar hippiegemeenschappen.  Ik wil eerlijk zijn, ik hou wel van een feestje.  Ik hou wel van een zwaar feestje.  Er mag al eens doorgezakt worden.  Wat ik hier las, deed mij evenwel blozen.  Ik voelde mij een broekventje.  Ik besefte plots dat ik heus wel een brave jongen was.  Ik las over gekke feestjes.  Over dolgedraaide feestjes.  Over feestjes waarop bijna alles mogelijk was.  Geen remmen.  Geen beperkingen.  Ik trok mijn ogen wijd open.  Vaak viel mijn mond open bij wat ik las.  Dit waren feestjes van een hogere categorie.  Van een bijna buitenaardse categorie.  
 
U bracht mij niet enkel naar de wereld van de muziek.  U bracht mij niet enkel naar feestjes.  Samen met u ging ik de straat op.  Om te protesteren.  Samen met studenten.  Samen met arbeiders.  Ik ging langs bij de derdewereldbeweging.  De vredesbeweging.  De vrouwenbeweging.  Ik zag hoe progressieve jongeren hun krachten bundelden tegen de autoriteiten.  Ik sloot mij aan bij het verzet tegen de oorlog.  Ik leverde mee strijd om gelijke rechten.  Ik uitte mijn afkeer tegen de consumptiemaatschappij.  Ik voerde acties tegen discriminatie omwille van seksuele geaardheid.  U bracht mij naar die plaatsen waar zwaar strijd werd geleverd.  Naar Selma.  Naar de Quartier Latin.  Naar Leuven.  U introduceerde mij bij groeperingen, die voor de omverwerping van het systeem gingen.  The Weathermen. The Angry Brigade.  Samen met u voelde ik de schreeuw om vrede.  De roep om revolte.
 
U bracht mij naar een wereld waarin alles volop aan het veranderen was.  Muziek.  Mode.  Kunst.  Seks.  Media.  Film.  Niks bleef hetzelfde.  U toonde mij hoe het brave verviel.  Hoe het gedurfde opkwam.  Ik reisde doorheen een gekke wereld.  Doorheen een wereld, die plots vaststelde dat het anders moest.  Dat de vastgelegde conventies dringend moesten opengebroken worden.  Samen met u was ik getuige van die strijd.  Van die veranderingen.
 
U nam mij mee naar een wereld.  Een wereld van waaruit ik terugkeek naar mijn wereld.  Naar de wereld, die ik ken.  De wereld van vandaag.  Ik besef dat we heel misschien wel nood hebben aan een stevige dosis ‘sixties’.  Ik besef dat we heel misschien opnieuw de barricades op moeten.  Dat er vandaag heel wat thema’s zijn die om een oplossing schreeuwen.  De toenemende ongelijkheid.  De klimaatopwarming.  Ik weet niet of het zal gebeuren.  Wij zijn te braaf geworden.  Wij roepen niet meer.  Wij schreeuwen niet meer.  Heel soms vragen wij.  Heel beleefd.  Heel stilletjes.  Verder gaat het niet.  Het blijft stil op straat.  Op universiteitscampussen.  Het mag wat wilder.  Wat stouter.  Wat harder.  Dat besef ik.  Dat hoop ik.
 
Beste Rudolf.  Ik was blij met u te mogen meestappen doorheen de jaren zestig.  Het was een boeiende en leerrijke reis.  In die mate dat ik wel een beetje verlang naar die jaren.  Niet omdat het toen beter was.  Wel omdat het nu nodig is.  Uw boek was een openbaring.  Een wake-up call.  Een oproep.  Voor dat alles wil ik u van harte bedanken.
 
Met vriendelijke groeten.

1 opmerking: