Beste Montasser,
Uw naam was mij niet onbekend.
Ik had uw naam enkele malen opgemerkt in mijn krant. In die krant las ik uw opiniestukken. Over radicalisering. Over deradicalisering. Over terrorisme. Ik had u enkele malen gezien in
journaals. In programma’s, bedoeld om te
duiden. U was gevraagd als gast om te
debatteren over diezelfde ontwerpen. Ik
luisterde naar u. Telkens waren uw
meningen onderbouwd. In dit debat hebben
we nood aan goed onderbouwde meningen.
Want al te vaak wordt er geroepen en geschreeuwd. Zonder enige diepgang. Uw aanwezigheid in het debat voelde ik daarom
als een verrijking. Maar dan kwam die
smet op uw blazoen. U werd
veroordeeld. Voor valsheid in geschrifte. Ik las wat ik las. Ik ging twijfelen.
Aan elk verhaal zitten steeds twee kanten. Dat zei mijn vader steeds als ik weer maar
eens een onderwerp te eenzijdig belichtte.
Studiewerk is nodig om tot een goed uitgebalanceerd verhaal te komen. Enkel zo kan men een gefundeerde mening
ontwikkelen. Dat zei mijn vader ook
nog. Bij mijn twijfel tegenover uw
persoon dacht ik aan die wijze woorden. Ik
moest aan het werk. Op zoek naar die
tweede kant van het verhaal. Want in de
media was al te eenzijdig slechts die ene kant belicht. Ik wou de tweede kant van het verhaal
horen. Ik wou uw kant van het verhaal
horen.
Ik las uw boek. Zelden was ik
zo blij dat ik een boek las. Want via
dat boek kwam ik dichter tot u. Dat was
noodzakelijk om u te kunnen begrijpen.
Al snel had ik door dat het verhaal heel wat gecompliceerder was dan die
veroordeling. Het verhaal was
breder. Complexer. Net zoals uw persoonlijkheid. In uw boek las ik dat u eigenlijk drie
persoonlijkheden in u verenigde. U was
hulpverlener. U trachtte te voorkomen
dat jongeren zelfmoordaanslagen plegen.
U was onderzoeker. U trachtte te
achterhalen op welke islamitische bronnen jongeren zich baseerden. U was informant. U zocht uit waar strijders zich bevonden, wie
deel uitmaakte van een netwerk, door wie jongeren geronseld werden, …Die vele
rollen dwingen u tot balanceren. U wordt
een waar evenwichtskunstenaar. Uw eigen
mening dient u in het publieke debat te verdoezelen. U moet een zekere mildheid tegenover
radicalen tentoonspreiden en u mag kritiek op politie- en veiligheidsdiensten
niet schuwen. U moet wikken en
wegen. U moet schipperen. Om zo de nodige informatie en inlichtingen
los te weken. Want via uw Kenniscentrum
had u toegang tot moslims in de ban van jihadistische ideologie, teruggekeerde
jihadisten die niet gerechtelijk vervolgd waren en hun ouders. Dat kenniscentrum zou gegroeid zijn vanuit de
Staatsveiligheid. Zij waren vragende
partij. Jawel, het verhaal is complex.
Die complexiteit eist zijn tol.
Het tast uw functioneren aan. U
kan nooit vrijuit praten. U kan nooit
het achterste van uw tong tonen. Niet
als geliefde. Niet als broer. Niet als zoon. Niet als vriend. Niet als hulpverlener. Dat weegt.
Nergens kan u terecht. Dat
gewicht moet u alleen dragen. Dat doet
wat met een mens. Uw verhaal illustreert
dat. Vele voorbeelden haalt u aan. U laat de lezer binnen in uw privéleven. U toont wat de gevolgen zijn van uw
handelen. Die eerlijke kwetsbaarheid
maakt uw boek persoonlijk. Het blijft
niet enkel een waargebeurde spionageroman.
Uw boek wordt dieper.
Intenser. Menselijker. Wij zien een twijfelend mens. Een mens die zich regelmatig de vraag stelt
wat het juiste is.
Die complexiteit doet u ook met een kritische blik kijken naar het
veiligheidsapparaat. Naar het
veiligheidsbeleid. In uw boek verweeft u
uw kritiek. Die is meervoudig. U hekelt het systeem van informanten. Die zijn onvoldoende omkaderd. Worden onvoldoende psychologisch
begeleid. U vraagt om een juridisch kader voor informanten. Daaraan wordt gewerkt door minister Geens. Dat erkent u. Dat siert u. U wijst op mankementen in de
veiligheidsarchitectuur van ons land.
Eén van die mankementen is de bestaande concurrentie tussen de federale
politie en de Staatsveiligheid. U was
slachtoffer van die concurrentie.
Terecht stelt u de vraag waarom door de federale politie een onderzoek
wordt gevoerd naar een informant van de Staatsveiligheid. U laakt de afwezigheid van een efficiënt
beleid om de wortels van het geïnspireerde radicalisme aan te pakken. Alles blijft te vrijblijvend. Er wordt nog te vaak geïmproviseerd.
Aan het eind van uw boek schrijft u dat de overwinning op Islamitische
Staat een vals gevoel van veiligheid creëert.
We worden zelfvoldaan. U
waarschuwt hiervoor. IS gaat
ondergronds. Zint op wraak. Het Midden-Oosten blijft een kruitvat. Daarom bepleit u een samenwerking tussen en
een versterking van de Belgische en Europese inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. Omdat u beseft dat
in België een diverse wereld zit. Vele
nationaliteiten. Vele denk- en
zienswijzen. U vraagt om meer
middelen. Om meer mensen. Ondermeer Belgen met een migratieachtergrond.
Uw boek is een boeiend tijdsdocument.
U doet verslag van gebeurtenissen in de wereld. U toont de gevolgen van de wereldpolitiek
voor ons landje. U toont hoe u in die
wisselwerking een rol tracht te spelen.
Een rol waarvan u hoopt dat het zal resulteren in een grotere veiligheid
voor ons land. Die bezorgdheid is
alomtegenwoordig in uw handelen. Enkel
door die gedachte laat u zich leiden.
Voorwaar, een nobele en bovendien oprechte doelstelling.
Ik was gaan twijfelen aan uw persoon.
Dat schreef ik in het begin van de brief. Ik heb nu uw boek gelezen. Ik las uw kant van het verhaal. Die twijfel is weg. Volledig.
In de plaats kwam een grote bewondering.
Ik bewonder u omwille van uw onaangetaste engagement. Ik ben ontroerd als ik lees hoe u steeds maar
weer de kracht vindt om er te blijven voor gaan. Want laat mij duidelijk zijn, in dezelfde
omstandigheden waren velen heel waarschijnlijk verbitterd geworden. Die verbitterdheid blijft bij u totaal
achterwege.
Beste Montasser. U bent een
mooi mens. Uw boek levert voldoende
bewijs om tot dat besluit te komen. Ik
ben blij uw compagnon de route geweest te zijn op een deel van uw reeds
afgelegde levensweg. Het was een mooie
reis. Een boeiende reis. Een leerrijke reis. Ik wens u alle succes toe in het verderzetten
van uw levensweg. Wie weet, ontmoeten
wij elkaar ooit op die weg. Dat zou mooi
zijn.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten