donderdag 7 juni 2018

Uitgelezen: Dubbel leven. Brief aan Montasser Alde'emeh.

Beste Montasser,
 
Uw naam was mij niet onbekend.  Ik had uw naam enkele malen opgemerkt in mijn krant.  In die krant las ik uw opiniestukken.  Over radicalisering.  Over deradicalisering.  Over terrorisme.  Ik had u enkele malen gezien in journaals.  In programma’s, bedoeld om te duiden.  U was gevraagd als gast om te debatteren over diezelfde ontwerpen.  Ik luisterde naar u.  Telkens waren uw meningen onderbouwd.  In dit debat hebben we nood aan goed onderbouwde meningen.  Want al te vaak wordt er geroepen en geschreeuwd.  Zonder enige diepgang.  Uw aanwezigheid in het debat voelde ik daarom als een verrijking.  Maar dan kwam die smet op uw blazoen.  U werd veroordeeld.  Voor valsheid in geschrifte.  Ik las wat ik las.  Ik ging twijfelen.  
 
Aan elk verhaal zitten steeds twee kanten.  Dat zei mijn vader steeds als ik weer maar eens een onderwerp te eenzijdig belichtte.  Studiewerk is nodig om tot een goed uitgebalanceerd verhaal te komen.  Enkel zo kan men een gefundeerde mening ontwikkelen.  Dat zei mijn vader ook nog.  Bij mijn twijfel tegenover uw persoon dacht ik aan die wijze woorden.  Ik moest aan het werk.  Op zoek naar die tweede kant van het verhaal.  Want in de media was al te eenzijdig slechts die ene kant belicht.  Ik wou de tweede kant van het verhaal horen.  Ik wou uw kant van het verhaal horen.
 
Ik las uw boek.  Zelden was ik zo blij dat ik een boek las.  Want via dat boek kwam ik dichter tot u.  Dat was noodzakelijk om u te kunnen begrijpen.  Al snel had ik door dat het verhaal heel wat gecompliceerder was dan die veroordeling.  Het verhaal was breder.  Complexer.  Net zoals uw persoonlijkheid.  In uw boek las ik dat u eigenlijk drie persoonlijkheden in u verenigde.  U was hulpverlener.  U trachtte te voorkomen dat jongeren zelfmoordaanslagen plegen.  U was onderzoeker.  U trachtte te achterhalen op welke islamitische bronnen jongeren zich baseerden.  U was informant.  U zocht uit waar strijders zich bevonden, wie deel uitmaakte van een netwerk, door wie jongeren geronseld werden, …Die vele rollen dwingen u tot balanceren.  U wordt een waar evenwichtskunstenaar.  Uw eigen mening dient u in het publieke debat te verdoezelen.  U moet een zekere mildheid tegenover radicalen tentoonspreiden en u mag kritiek op politie- en veiligheidsdiensten niet schuwen.  U moet wikken en wegen.  U moet schipperen.  Om zo de nodige informatie en inlichtingen los te weken.  Want via uw Kenniscentrum had u toegang tot moslims in de ban van jihadistische ideologie, teruggekeerde jihadisten die niet gerechtelijk vervolgd waren en hun ouders.  Dat kenniscentrum zou gegroeid zijn vanuit de Staatsveiligheid.  Zij waren vragende partij.  Jawel, het verhaal is complex.
 
Die complexiteit eist zijn tol.  Het tast uw functioneren aan.  U kan nooit vrijuit praten.  U kan nooit het achterste van uw tong tonen.  Niet als geliefde.  Niet als broer.  Niet als zoon.  Niet als vriend.  Niet als hulpverlener.  Dat weegt.  Nergens kan u terecht.  Dat gewicht moet u alleen dragen.  Dat doet wat met een mens.  Uw verhaal illustreert dat.  Vele voorbeelden haalt u aan.  U laat de lezer binnen in uw privéleven.  U toont wat de gevolgen zijn van uw handelen.  Die eerlijke kwetsbaarheid maakt uw boek persoonlijk.  Het blijft niet enkel een waargebeurde spionageroman.  Uw boek wordt dieper.  Intenser.  Menselijker.  Wij zien een twijfelend mens.  Een mens die zich regelmatig de vraag stelt wat het juiste is.
 
Die complexiteit doet u ook met een kritische blik kijken naar het veiligheidsapparaat.  Naar het veiligheidsbeleid.  In uw boek verweeft u uw kritiek.  Die is meervoudig.  U hekelt het systeem van informanten.  Die zijn onvoldoende omkaderd.  Worden onvoldoende psychologisch begeleid.  U vraagt om een juridisch kader voor informanten.  Daaraan wordt gewerkt door minister Geens.  Dat erkent u.  Dat siert u.  U wijst op mankementen in de veiligheidsarchitectuur van ons land.  Eén van die mankementen is de bestaande concurrentie tussen de federale politie en de Staatsveiligheid.  U was slachtoffer van die concurrentie.  Terecht stelt u de vraag waarom door de federale politie een onderzoek wordt gevoerd naar een informant van de Staatsveiligheid.  U laakt de afwezigheid van een efficiënt beleid om de wortels van het geïnspireerde radicalisme aan te pakken.  Alles blijft te vrijblijvend.  Er wordt nog te vaak geïmproviseerd.
 
Aan het eind van uw boek schrijft u dat de overwinning op Islamitische Staat een vals gevoel van veiligheid creëert.  We worden zelfvoldaan.  U waarschuwt hiervoor.  IS gaat ondergronds.  Zint op wraak.  Het Midden-Oosten blijft een kruitvat.  Daarom bepleit u een samenwerking tussen en een versterking van de Belgische en Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten.  Omdat u beseft dat in België een diverse wereld zit.  Vele nationaliteiten.  Vele denk- en zienswijzen.  U vraagt om meer middelen.  Om meer mensen.  Ondermeer Belgen met een migratieachtergrond.
 
Uw boek is een boeiend tijdsdocument.  U doet verslag van gebeurtenissen in de wereld.  U toont de gevolgen van de wereldpolitiek voor ons landje.  U toont hoe u in die wisselwerking een rol tracht te spelen.  Een rol waarvan u hoopt dat het zal resulteren in een grotere veiligheid voor ons land.  Die bezorgdheid is alomtegenwoordig in uw handelen.  Enkel door die gedachte laat u zich leiden.  Voorwaar, een nobele en bovendien oprechte doelstelling.
 
Ik was gaan twijfelen aan uw persoon.  Dat schreef ik in het begin van de brief.  Ik heb nu uw boek gelezen.  Ik las uw kant van het verhaal.  Die twijfel is weg.  Volledig.  In de plaats kwam een grote bewondering.  Ik bewonder u omwille van uw onaangetaste engagement.  Ik ben ontroerd als ik lees hoe u steeds maar weer de kracht vindt om er te blijven voor gaan.  Want laat mij duidelijk zijn, in dezelfde omstandigheden waren velen heel waarschijnlijk verbitterd geworden.  Die verbitterdheid blijft bij u totaal achterwege.  
 
Beste Montasser.  U bent een mooi mens.  Uw boek levert voldoende bewijs om tot dat besluit te komen.  Ik ben blij uw compagnon de route geweest te zijn op een deel van uw reeds afgelegde levensweg.  Het was een mooie reis.  Een boeiende reis.  Een leerrijke reis.  Ik wens u alle succes toe in het verderzetten van uw levensweg.  Wie weet, ontmoeten wij elkaar ooit op die weg.  Dat zou mooi zijn.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten