donderdag 29 juni 2017

Uitgelezen: De tolk van Java. Brief aan Alfred Birney.

Beste Alfred,
 
Op één van de eerste bladzijden staat een korte samenvatting van het boek: ‘waarin de herinneringen van een kamerolifantje, de memoires van een oorlogstolk gehamerd op een schrijfmachine, onderbroken met verhalen, brieven en gemopper van de oudste zoon, becommentarieerd door zijn broer’.  Korter zou ik het boek niet kunnen samenvatten.  U doet dat goed.  Beter kan niet.  Ik zou het hierbij kunnen laten.  Ik zou mijn brief hier kunnen afsluiten.  Ik zou u het beste kunnen wensen.  Ik zou u veel succes kunnen toewensen in uw verdere schrijverscarrière.  Een dergelijk briefje zou evenwel waardeloos zijn.  Dat meen ik te mogen denken.  Bovendien zou u kunnen gaan denken dat over uw boek niks anders te vertellen valt.  Ik zou u dus achterlaten met een naar, knagend gevoel.  Dat wil ik niet.  Ik zal mijn brief dus niet afsluiten.  Ik ga nog even door.
 
Ik lees uw boek.  Ik denk terug aan mijn jeugd.  Want dat is wat u doet.  U laat de vader zijn verhaal vertellen.  Net als de zoon.  Zij vertellen hun leven.  Samen met hen reis ook ik terug.  Terug naar mijn verleden.  Op het ritme van het boek komen herinneringen binnen bij mij.  Ik ben een zondagskind.  Dat is wat ik denk.  Ik denk terug aan mijn ongeschonden jeugd.  Mijn schone jeugd.  Dat is heel wat anders dan de vader en de zoon uit uw boek.  Voor hen was het leven zwaar.  De harde hand, zo werden zij opgevoed.  Met grote ogen lees ik hun verhaal.  Ik ben ontzet.  Overdonderd.  Verbijsterd.  Toch lees ik door.  Het boek gaat niet aan de kant.  Ondanks die kommer en kwel oppert de vader dat zijn jeugd toch geweldig was.  Een ontboezeming, die mij tot tranen toe roert.  Want uit wat haalt de vader dat geweldige.  Wat doet hem tot dat besluit komen.  Ik kan het bijna niet begrijpen.  Slagen en een geweldige jeugd, het botst.  Volgens mij toch.
 
De vader schrijft mee de geschiedenis van zijn land.  Die rol als auteur maakt dat hij voortdurend moet kiezen.  Hij moet bepalen tot welk kamp hij zal kiezen.  Hij moet kiezen aan wiens zijde hij zal strijden.  Tegen de Japanners.  Met de Nederlanders.  Aan de kant blijven en gewoon toekijken blijkt geen optie.  Dat kiezen heeft consequenties.  De scheidslijnen lopen door families heen.  Stellen vriendschappen op de proef.  Familie en vrienden komen tegenover elkaar te staan.  Trouw en loyauteit, dat worden kernwoorden in het leven van de vader.  Aan die twee waarden toetst hij alles af.  Die twee waarden bepalen telkens zijn beslissingen.
 
Ik lees over die oorlog.  Ik merk wat oorlog doet met een taal.  Eerste Politionele Actie.  Zo wordt de oorlog genoemd.  Zo wordt de strijd genoemd.  Die woorden verhullen.  Doen vergeten dat een oorlog uitgevochten wordt.  Een oorlog met doden.  Met gewonden.  Een oorlog met begane gruwelijkheden.  Langs beide kanten.  Een oorlog lijkt nood te hebben aan eufemismen.  Zoals tegenwoordig burgerslachtoffers worden aangeduid als collateral damage.  Dat lijkt een oorlog minder erg te maken.  Moet een oorlog meer aanvaardbaar maken.  Bij de mensen, die thuis het nieuws volgen.  Voor die mensen moet de wrede waarheid in- en bijgekleurd worden.  Die neiging tot verhullen merk ik ook bij de functie van de vader.  Hij is tolk.  Dan verwacht ik een assisterende rol.  Dat is het niet.  Hij heeft een leidende rol.  Bij ondervragingen.  Hij foltert.  Hij martelt.  Eén van de zoons noemt de vader zelfs een massamoordenaar.  Dat is heel wat anders dan tolk.  Maar misschien moet die functieomschrijving dienen voor de eigen gemoedsrust.  Om het eigen geweten achteraf te kunnen schoon wassen.
 
Oorlog is en blijft oorlog.  Het kan mooi aangekleed worden.  Het kan mooi ingekaderd worden.  In een poging om een oorlog rechtvaardig te doen lijken.  Want rechtvaardigheid doet oorlog aanvaarden.  Maar die pogingen lukken niet.  Oorlog blijft gelijk staan met het doden van mensen.  Met het vermoorden van mensen.  Al te vaak wordt vergeten wat dat doden doet met mensen.  Met soldaten.  Het blijft in hun hoofden.  Het beïnvloedt hun leven.  Niet enkel hun leven.  Ook het leven van hun naasten.  Kinderen.  Echtgenotes.  De strijd aan het front dringt ook de huiskamer binnen.  Het blijft nawerken.  Het stopt nooit.  Uw boek illustreert deze stelling op een pijnlijke wijze.
 
Ik lees uw boek.  Ik denk aan die andere oorlog.  Die oorlog in Vietnam.  Ik zie een gelijkaardig verloop.  Eenzelfde chaotische aftocht.  Van de verliezende partij.  Op de knieën gedwongen door taaie guerrillastrijders.  Overtuigd als zij waren van de goede zaak.  De verliezers blazen de aftocht.  Niet enkel in het verloop kan ik parallellen trekken.  Dat kan ik ook in de manier van omgaan met die oorlog.  In het schrijven van die geschiedenis.  Een moeilijke relatie, waarbij onaangename gevoeligheden uit de weg worden gegaan.  Dat stel ik niet alleen vast.  Dat doen ook de zonen.  Als zij de memoires van hun vader lezen.  Zij stellen vast dat die rol van tolken onderbelicht blijft in het verhaal van die oorlog.  Onderbelicht of helemaal niet belicht.  Uw boek levert een bijdrage.  Uw boek belicht een (bewust of onbewust) vergeten hoofdstuk uit die oorlog.  Het dwingt tot een herdenken.
 
Onlangs vertrok een vriendin naar Indonesië.  Naar Java.  Zij vroeg mij welk boek zij kon lezen.  Een boek over het land.  Ik dacht na.  Grondig en hard.  Ik kon niet verder komen dan Max Havelaar van Multatuli.  Andere boeken kon ik niet bedenken.  Nu kan ik dat wel.  Nu heb ik uw boek.  Dat zal ik aanraden.  Niet enkel aan hen die naar Java reizen.  Ik zal het aan iedereen aanraden.  Omdat uw boek een noodzakelijk boek is.  Omdat uw boek een verhaal vertelt dat ik nauwelijks kende.  Uw boek maakte mij wijzer.  Over één stukje uit de grote wereldgeschiedenis.
 
Beste Alfred.  Ik wil u danken.  Voor dit verhelderende boek.  Voor mijn nieuwe inzichten.  Dat ik via uw boek kreeg.  Maar ik wil u niet enkel danken.  Ik wil u ook feliciteren.  Want u won met dit boek de Libris Literatuur Prijs.  Het juryrapport spreekt van een beklemmende, aangrijpende en literair voortreffelijke roman.  Dat kan ik enkel beamen.  Dat kan ik enkel bevestigen.
 
Ik wens u alle succes toe in uw verdere carrière als schrijver.
 
Met vriendelijke groeten.

1 opmerking:

  1. Een mooiere recensie kan je niet krijgen Alfred over jouw levensverhaal en dat van je vader.
    Jij wilde geschiedenis schrijven en dat de jeugd meer vat krijgt op wat er achter ons ligt betreft oorlog in Indië
    Beste Alfred dit boek is jouw geschiedenis en de jeugd zal het leren en lezen. Grootmeester van het geschreven woord Thanx

    BeantwoordenVerwijderen