Beste Leon,
Ik kocht het debuutalbum van Gorky.
Ik kocht het album op de CD-voorstelling in de Gentse Fnac. Luc De Vos signeerde mijn exemplaar. Dat is nu vijfentwintig jaar terug. Een behoorlijke tijd. Maar tot op heden vind ik deze één van mijn
beste ceedee’s uit mijn toch wel vrij grote collectie. U zou mij kunnen verdenken van enig
chauvinisme. Die verdenking zou
bovendien nog luider en overtuigender klinken als u zou weten dat ook ik in
Gent woon. Toch durf ik te beweren dat
ik een neutraal en objectief waarnemer ben.
Heel regelmatig luister ik naar die schijf. Nooit valt het tegen. Op dat eerste album staat geen slecht
nummer. Heel misschien een minder goed
nummer. Dat zou kunnen. Maar slecht? Neen, dat niet.
Ik was op het Gentse Sint-Pietersplein. Op de begrafenis van Luc De Vos. Ik kan u niet zeggen waarom ik daar was. Het voelde alsof het zo moest. Alsof ik naar dat plein geroepen werd. Getrokken werd. Thuis blijven was die dag geen optie. Eén ding wist ik toen wel zeker. Ik zou Luc missen. Ik zou hem verdomd missen. Dat klinkt vreemd. Ik kende hem niet persoonlijk. Was ik dan te melodramatisch? Liet ik mij dan
meedrijven op een emotionele vloedgolf? Ik denk het niet. Met het overlijden van Luc leek het alsof ik
iets verloor. Herinneringen leken aangetast
te zijn. Een deel van mijn jeugd leek
plots verloren. Ik zei het al, ik kan
moeilijk zeggen waarom ik daar was. Het
voorgaande kan enkel een schuchtere aanzet zijn tot een verklaring.
Al heel wat ontboezemingen.
Toch nog niks over uw boek. Dat
boek is nochtans de reden waarom ik u deze brief schrijf. Ik kende Luc als een zotskap. De nationale nar, dat leek hij te zijn. Zo noemt u hem ook in uw boek. Ik had hem zien performen op concerten. Ik had hem bezig gezien op televisie. Telkens was het lachen. Toch kon ik mij niet ontdoen van de gedachte
dat Luc een rolletje speelde. Dat
rolletje speelde hij met overtuiging.
Met verve. Maar wie was hij
werkelijk? Dat wist ik niet. Ik hoopte
dat uw boek zou onthullen. Zou
verduidelijken. Ik hoopte dat uw boek
alles zou kaderen.
U leest het goed. Ik had
verwachtingen. U begint te zweten. Want u stelt zich de vraag of uw boek kan
tegemoetkomen aan al die verwachtingen.
Ik wil duidelijkheid scheppen.
Meteen. Zodat u in alle rust kan
verder gaan met deze brief. Uw boek
voldoet op alle vlakken. Grote
onderscheiding, zo zou ik het kunnen stellen.
Uw boek schetst het ruimere kader.
Het ruimere kader, waarin Luc De Vos opereert. Waarin Gorky/Gorki opereert. Waarin familie en vrienden opereren. U dringt door. U dringt binnen. Samen met u komt de lezer(es) dichter bij Luc
De Vos. Dichter dan diezelfde lezer(es)
ooit zal kunnen komen.
De nationale nar. Be smart, act
dumb. Dat lijkt zijn lijfspreuk. Ik vermoed dat Luc met dat beeld het meest
zal vereenzelvigd worden. Nochtans is
dat slechts een deelaspect van zijn persoonlijkheid. In uw boek belicht u de andere facetten van
die boeiende persoonlijkheid. Plots zie
ik al die andere gezichten van Luc. De
luie Luc. De zwaarmoedige Luc. De twijfelende Luc. De wereldvreemde Luc. De zelfrelativerende Luc. De gulzige Luc. Ik lees over de Luc, die niet kan
beslissen. Die geen neen kan
zeggen. Dat neen laat hij over aan
broers en zussen. Aan de echtgenote. Aan de manager. Zij regelen alles. Zij beslissen. Zo kan Luc voor eeuwig dat jongetje van
vijftien blijven. Dat jongetje, dat zich
over alles oprecht verbaast. Ik lees
over de Luc, die zijn eigen jeugdverhalen bijkleurt en bewerkt. Verhalen, die door broers en zussen worden
gecorrigeerd en terug op het juiste spoor gezet. Hierin kan ik een parallel trekken met Herman
Brood. Hij deed net hetzelfde. Ook hij kleurde zijn jeugdherinneringen
volgens eigen goeddunken bij. Zonder
zich te bekommeren om de eigenlijke toedracht.
Om de waarheid. Dat merkte ik in
Unknown Brood, een documentaire over de Nederlandse zanger. Daarin voelt de zus van Herman zich geroepen
die herinneringen te nuanceren. Op een
juiste manier te belichten. Het lijkt
alsof beiden de artistieke vrijheid toelaten met hun herinneringen aan de haal
te gaan.
Ik lees het verhaal van Gorki.
Ik lees over het einde van Gorky.
Over het begin van Gorki. Ik lees
over die lange weg naar het podium van Rock Werchter. Geen rechte weg. Wel een weg met obstakels. Obstakels, die toch overwonnen worden. Ik verbaas mij over het uitgebreide oeuvre
van Gorki. Achttien albums. Twee op naam van Gorky. Twaalf van Gorki. Twee van Automatic Buffalo. Eén van Luc De Vos. Eén van Luc De Vos en Tom Pintens. Ik lees het verhaal van die albums. Hun ontstaansgeschiedenis. Ik vraag mij af waarom ik gestopt ben bij het
debuutalbum. Waarom ik geen andere
albums in mijn collectie heb. Ik ga
grasduinen doorheen dat oeuvre. Ik
verbaas mij over nieuw ontdekte pareltjes.
Muzikale heerlijkheden. Ik lees
over de vele samenwerkingen. Met Tom
Barman. Met Jean-Marie Aerts. Met Tom Pintens. Met Bent Van Looy. Met David Dewaele. Met plezier lees ik over de wijdverspreide
appreciatie onder muzikanten voor Luc De Vos als artiest. Mijn hart loopt vol als ik de verhalen lees
over Gorki. Over dat aparte groepsgevoel. Een familie zonder de drama’s, zo wordt de
groep omschreven in uw boek. Ik lees uw
boek en besef te laat dat Gorki een aparte plaats inneemt in de geschiedenis
van de Belgische muziek. Ik kom te
laat. Verontschuldigen kan niet
meer. Dat besef valt zwaar.
U verhult niks. U gaat niks uit
de weg. Het alcoholgebruik komt aan
bod. U belicht de periodes waarin hij
zich afkeert van de alcohol. De periodes
waarin hij in diezelfde alcohol vlucht.
Een haat-liefderelatie, zo kan het genoemd worden. Constant is het een zoeken. Een vechten.
Een bijna levenslange strijd met aan het eind de ontsporing. Het besef dringt door dat het jongetje oud
wordt. Het jongetje wordt
volwassen. Plots is Luc geen vijftien
meer maar vijftig. Dat komt hard
binnen. Hij begint te drinken. Zwaar te drinken. Om niks te voelen. Om weg te vluchten van het huwelijk. Van de band.
Van de jeugd. U beschrijft dat
proces. Met de nodige schroom. Met het nodige respect. U vermijdt sensatie. Betracht zakelijkheid. Een zakelijkheid waarin emotie
binnensluipt. Dat kan niet anders.
Het einde van het boek dreigt zwaar op de hand te worden. Maar dat countert u op prachtige wijze. Vrienden en familie getuigen over Luc. Vertellen hun verhalen. Hun ervaringen. De traan glijdt weg. Een lach komt in de plaats. Ik sla het boek dicht. Luc De Vos glijdt in mijn herinneringen. Nestelt zich daar. Om er eeuwig te blijven. Om er nooit meer weg te gaan. Te schoon.
Te warm. Ondanks de zwarte
randjes.
In uw boek vertelt één van de vrienden dat hij Luc De Vos nu nog ziet
lopen in Gent. Hij ziet hem rondwandelen
doorheen de Gentse straten. Niet
continu. Wel af en toe. Dat gevoel heb ik met uw boek. U bracht Luc De Vos tot leven. Ik zag hem opnieuw. Op concerten.
Op feestjes. Op televisie. Ik zag hem te voet. Op de fiets.
Enkele dagen was ik in het gezelschap van een schoon mens. Een oprecht mens. Ondanks het verlies van die mens schonk u mij
heerlijke momenten. Want voor heel even
zat hij naast mij. Dat was fijn. Dat was goed.
Beste Leon. Ik wil u danken
voor deze uitzonderlijke ervaring. Voor
deze rijke ervaring. Voor deze nieuwe
kennismaking.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Great post regarding "Uitgelezen: Vos, het leven van Luc De Vos. Brief aan Leon Verdonschot."
BeantwoordenVerwijderenOnly Commodity Tips | Mcx Tips Provider