Beste Nick,
Aan het eind van uw boek stelt u mij die ene vraag. Na bijna driehonderd bladzijden komt u tot
die ene vraag. U vraagt wat ik met de
informatie uit het boek zal doen. Ik ben
welopgevoed. Ik weet dat een vraag een
antwoord behoeft. Zo is het mij geleerd. Zo heb ik ook altijd gehandeld. Op vragen antwoordde ik. Zo eenvoudig was het. Zo eenvoudig is het. Na het lezen van uw boek vind ik die eenvoud
niet meer zo vanzelfsprekend. Omdat het
formuleren van een antwoord op de door u gestelde vraag tegelijk een engagement
impliceert. Met engagementen moet men
uitkijken. Die dient men ernstig te
nemen. Uw vraag tolt nog steeds door mijn
hoofd. Een uitgewerkt antwoord heb ik
nog niet gevonden. Maar het houdt mij
bezig.
Bij het lezen van uw boek moest ik denken aan die ene uitspraak van
professor Paul De Grauwe. In een
interview had hij gezegd dat het kapitalisme zijn eigen ondergang regisseert. Ik dacht aan de bankencrisis. Ik dacht aan Lux Leaks. Ik dacht aan de Panama Papers. Ik dacht aan de buitensporige bonussen van
managers en CEO’s. Ik kon zijn uitspraak
begrijpen. U gaat nog een stapje
verder. Het huidige kapitalisme schrijft
niet enkel zijn eigen ondergang. U
beweert dat het huidige economische systeem onhoudbaar is en dat het mens, dier
en planeet ziek maakt.
Een stelling opperen is gemakkelijk.
Een stelling onderbouwen met overtuigende argumenten is dan weer net
iets moeilijker. Toch slaagt u
hierin. Doorheen uw boek reikt u de
lezer vele argumenten aan. U reist de
wereld rond. In die wereld vindt u vele
voorbeelden voor uw stelling. U voert de
lezer naar Brazilië. Ecuador. Congo.
Oeganda. Niger. Griekenland.
U voert de lezer naar India.
Spanje. Pakistan. U voert de lezer zelfs naar België. Naar Hoboken.
In al die landen laat u zien hoe het huidige systeem zwaar uit de bocht
gaat. Hoe dat systeem ontspoort.
Uw boek deed mij teruggrijpen naar een interview dat ik las. In een MO* interview zegt Philippe Blom dat wij
de gewelddadigheid en wreedheid die wij in de Europese maatschappijen in het
verleden kenden, nog steeds veroorzaken maar nu hebben geoutsourcet. In datzelfde interview stelt hij verder dat
wij hier welvarende samenlevingen hebben opgebouwd omdat wij de wreedheden van
onze maatschappij exporteren. In uw boek
illustreert u de beweringen van dhr. Blom uitgebreid. U toont duidelijk en overtuigend aan dat elk
bedrijf de kosten afwentelt op de maatschappij.
Externe kosten worden geëxternaliseerd.
Dat kan niet langer. Het internaliseren
van die externe kosten is broodnodig omdat wij enkel zo de juiste prijs betalen. Om dit te kunnen bereiken hebben we nood aan
een sturende overheid. Maar die
ontbreekt. Op velerlei gebieden. U wil de rol van de overheid als dirigent in
het economische systeem herstellen. Die corrigerende overheid is onontbeerlijk in het succesvol uitbouwen van uw economisch alternatief.
Uw grootste bekommernis is het economische systeem weer op de sporen
te zetten. De juiste sporen. U pleit voor het heruitvinden van een nieuw,
ander systeem. Een systeem weg van de
vier grote mythes. Vandaag wordt met
grote overtuiging gesteld dat meer wereldhandel gelijkstaat met meer
welvaart. Dat vrijhandelsakkoorden als
TTIP en CETA ons versterken. Dat het
neoliberalisme de enige weg is naar vrijheid.
Dat het BNP moet groeien. Dat
zijn de vier mythes. U ontkracht die
mythes. Eén voor één. U doet dat met verve. U sloopt die economische geloofspunten. Steen voor steen. Tot op de grond. Om dan een alternatief voor te stellen.
Want dat is wat u doet. U geeft
kritiek. Maar tegenover die kritiek
plaatst u hoop. U wijst ons de weg. Naar wat het zou kunnen zijn. Naar wat het zou moeten worden. U houdt ons een toekomst voor, dat aan enkele
voorwaarden moet voldoen. We moeten naar
een welvaart, dat niet langer gekoppeld is aan groei. We moeten af van het neoliberalisme. In ruil moeten we zoeken naar manieren, die
duurzame vrijheid en zekerheid garanderen.
We hebben nood aan betere handel.
Betere bedrijven. Betere
bewegingen. Betere bestuursideeën. Over die nieuwe toekomst spreekt u niet
sloganesk. Dat zou te gemakkelijk
zijn. U past voor dat gemakkelijke. U werkt die toekomst uit. Op overtuigende manier. Met voorbeelden. Met voorstellen.
In uw boek lees ik een helder uitgeschreven pleidooi. Een pleidooi, waarin u plaats vrijmaakt voor
enkele van uw ergernissen. Ik lees uw
ergernis over verhandelbare emissienormen.
Over de geplande veroudering bij producten. Over de scheepvaart als meest vervuilende en
tegelijk meest beschermde sector. Die
ergernissen schaden uw pleidooi niet. Integendeel. Zij versterken uw pleidooi. Omdat ook in die ergernissen uw bezorgdheid
om een leefbare wereld doorklinkt. Net
zoals in uw volledige boek.
Om terug te komen op uw vraag aan het einde van uw boek. Wat ik met de informatie uit uw boek zou
doen? Ik weet het niet. Nog niet. Wat ik wel weet, is dat ik nog veel moet
lezen. In uw boek reikt u mij literatuur
aan. Die wil ik lezen. Die wil ik vooraf lezen. Ik wil de encycliek Laudato Si van paus
Franciscus lezen. Ik wil het rapport van de Britse denktank NEF lezen over de 21-uren werkweek. Ik wil die kritieken lezen op CETA en TTIP:
The Court that Rules the World en The Great CETA Swindle. Ik wil de studie Late Lessons from Early Warnings van het EEA (European Environment Agency) , lezen. Om een antwoord te formuleren op uw vraag heb
ik nog veel werk. Mijn antwoord vraagt
om verdere studie. Dan zal alles moeten
bezinken. Om uit dat bezinksel mijn
antwoord te formuleren. Pas dan zal het
lukken.
Wat ik wel kan doen, is uw boek aanbevelen. Aan iedereen.
Ik sluit mij aan bij Naomi Klein.
Op de voorkaft van uw boek staat die ene uitspraak van haar. Dat uw boek een breed en internationaal
publiek verdient. Dat is de nagel op de
kop. Dit boek moet gelezen worden. Ik hoed mij voor verplichtingen. Omdat het vaak of veelal niet werkt. Voor uw boek zou ik graag een uitzondering
maken. Uw boek zou ik verplichte lectuur
wensen te noemen. Omdat het de lezer
weghoudt van doemdenken. Weghoudt van
allerlei onheilsprofeten. Omdat het de
lezer een hoopgevend en realistisch alternatief aanbiedt. Omdat uw boek niet tegen iets pleit (zoals al
te veel gebeurt) maar voor iets pleit.
Beste Nick. Ik wil u danken
voor uw boek. Nog meer besef ik nu dat
het anders moet. Nog meer besef ik nu
dat het ook anders kan. U wees mij de
weg. Die weg wil ik op. Die weg wil ik volgen. En neen, u hoeft niet te vrezen. Ik zie in u niet de nieuwe Heiland. Ik zie in u enkel een overtuigende en vernieuwende opiniemaker.
Ik wens u het allerbeste.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten