Beste Michiel,
We zouden het snel even doen.
Snel even binnenspringen. Dat
zouden we doen. Dat was de aanvankelijke
intentie. Dat was het plan. Het klinkt weinig respectvol maar we zouden
snel langs uw foto’s lopen. Om zo toch
een indruk te hebben. Maar tussen
plannen en de eigenlijke realiteit kan er heel wat gebeuren. Omstandigheden kunnen zo hun stempel
drukken. Ik wist het nog niet. Ik weet het nog niet. Willem Elsschot wist het wel. Hij wist dat tussen droom en daad wetten en
praktische bezwaren in de weg staan. Dat
zou ook ik heel snel ondervinden.
De omstandigheden zouden ons dwingen ons geplande tempo te
temperen. De omstandigheden zouden ons
dwingen een versnelling lager te schakelen.
Ik moet zeggen, daar had u de hand in.
U koos de plek voor uw fototentoonstelling. U wou tentoonstellen in de Gentse
Sint-Baafsabdij. Met die locatie koos u
voor het onaffe. Voor het authentieke. Voor het feit dat de abdij niet kapot
gerestaureerd is. Die redenen deden u
kiezen voor deze locatie.
De abdij doet iets met gejaagde mensen. Met mensen, die van plan zijn snel even
binnen te springen. Wij hebben het mogen
ervaren. Aan den lijve ondervonden wij
hoe de abdij vertraagt. Hoe de abdij
dwingt tot slow motion. Het gebeurde
spontaan. Wij zelf hoefden daarvoor niks
te doen. De omgeving maant u aan traag
te gaan. Wij luisteren. Zo zijn wij.
Volgzaam. Dat zijn wij.
Stapvoets gingen wij. Omdat het
zo hoorde. We wilden alle dingen in ons
opnemen. Het leek alsof wij dat onaffe
verhaal van de abdij wilden vervolledigen.
Onze fantasie werd gevoed. Wij
voelden ons niet meteen ridders.
Edellieden waren we niet meteen.
Maar toch. Wij waanden ons in een
andere tijd.
Wij waren nog niet gearriveerd aan de refter. De plaats voor uw tentoonstelling. Maar toch hadden we reeds gevonden wat nodig
is om die refter binnen te treden.
Innerlijke rust, dat hadden wij gevonden. Zen zou ik het niet noemen. Dat zou alles een beetje te zweverig
maken. Maar de aanvankelijke gehaastheid
was uit ons gevloeid. Rustige bezoekers,
dat waren wij geworden.
Wij stapten de refter binnen.
Nog nooit waren wij hier binnengetreden.
Wij kenden deze plek niet. Wij
wisten niet wat te verwachten. Net zomin
wisten wij iets van de door u gekozen foto’s.
Ook dat was een onbekende. Wij
sprongen in het ongewisse. In het
ongekende. Maar die sprong bleek mee te
vallen. Meer dan mee te vallen. Meteen hadden wij het gevoel dat wij hier
iets fantastisch moois mochten aanschouwen.
Onmiddellijk voelden wij ons welkom.
Uw foto’s waren de gastheer. De
gastvrouw. Zij riepen ons toe. Vroegen ons dichterbij te komen. Bijna omarmden zij ons. Zo voelde het.
Zich welkom voelen, altijd een heerlijk gevoel. Wij maakten kennis. Met de zaal.
Met de foto’s. Eerst een snelle
kennismaking. Onmiddellijk gevolgd door
een verkenning in de diepte. Eén voor
één. Elke foto onderwierpen wij aan een
grondige inspectie. Elke foto had dat
ene ding gemeenschappelijk.
Schoonheid. Pracht. Maar elke foto verschilde ook in dat ene. Elke foto vertelde een ander verhaal. Een verhaal dat wij mochten zoeken. Dat wij mochten schrijven. Met de nog niet geschreven woorden, die elke
foto ons aanreikt.
Ik las vele verhalen. Met één
hoofdrolspeler. Frankrijk. Ik zag wat Frankrijk was. Wat Frankrijk is. Ik zag oorlog. Technisch vernuft. Ik zag menselijke warmte. Religieuze grootheidswaanzin. Ik zag feesten. Uitgestrekte natuurpracht. Ik zag tot cruisen uitnodigende rechte wegen. Terrasjes, waar halt moest gehouden
worden. Ik zag bergen met namen. Mont Ventoux.
Tourmalet. Ik zag …
Ik zag niet alleen. Ik voelde
ook. Nostalgie, dat voelde ik. Dat heb ik wel meer. Dat gevoel overvalt mij wel meer. Maar ik voelde nog meer. Een verlangen borrelde in mij op. Niet enkel een verlangen naar Frankrijk. Dat ook.
Bovenal verlangde ik naar vakantie.
Naar ontdekken. Naar
ontmoeten. Want dat is wat ik
voelde. Uw foto’s overstijgen Frankrijk. Jawel, dat land is het onderwerp van de
tentoonstelling. Maar uw foto’s tonen
wat vakantie kan doen. Wat reizen kan
doen. Ongeacht de bestemming. Uw foto’s tonen dat wij ook kunnen thuiskomen
in een ander land, dat niet het onze is.
Het werd niet snel, snel, snel.
Het werd geen fast watching. Het
werd slow watching. Omdat de locatie dat
vroeg. Omdat de foto’s dat vroegen. Omdat u dat vroeg.
Beste Michiel. Ik wil u
danken. Omdat u dat verlangen naar
Frankrijk met ons wilde delen. Ik dank u
voor die wonderlijke reis. Want die heb
ik gemaakt. In mijn hoofd. Ik had zo gehoopt dat bij buitenkomst een
wagen stond te wachten. Dat wij mochten
instappen. Dat die wagen ons naar
ongekende bestemming zou brengen. Dat had
ik gehoopt. Het gebeurde niet. Dat was het enige minpuntje. Al het andere was meer dan geweldig. Daarvoor, nog eens bedankt.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten