Beste Fabio,
Beste Ineke,
Beste Ineke,
Een brief schrijven aan een cafébaas? Ik doe het niet elke dag. Zelfs niet elke maand. Ik zou zelfs niet weten of ik het één keer om
het jaar doe. Waarmee ik enkel wil
aangeven dat deze brief eerder uitzonderlijk is. Ik kruip niet vaak in de pen om mij tot een
cafébaas te richten. Voor u wil ik
evenwel een uitzondering maken. Dat
heeft zo zijn redenen. Redenen, die ik graag
met u wil delen. Via een brief.
Ik kende uw café. Niet bij
naam. Ik kende uw café omdat ik er vaak
voorbijkwam. Toch kwam ik nooit
binnen. Dat kan gebeuren. Waarom iemand het ene café wel binnenstapt en
het andere voorbijloopt, het blijft een open vraag. Deze vraag zou misschien het onderwerp kunnen
uitmaken van uitgebreid wetenschappelijk onderzoek. Voor de sector van de horeca zouden de
resultaten misschien een openbaring betekenen.
Voorlopig blijft dit onderzoek uit.
Voorlopig blijft het feit dat ik uw café voorbijliep. Eén troost, u hoeft het niet persoonlijk te
nemen. Ik kende u niet. Nog niet.
Dingen veranderen. Dat is eigen
aan het leven. Net dat is wat het leven
boeiend maakt. Net dat nodigt uit het
leven intens te omarmen. Ik wil geen
lofzang houden op het leven. Ik zou het
kunnen. Dat zou mij evenwel afleiden van
de kern van deze brief. Van het
uiteindelijke doel van dit schrijven.
Dingen veranderen. Niks blijft
hetzelfde. Dat continue proces van
veranderingen had ook een invloed op mijn relatie tot uw café.
Ik stapte uw café binnen. Laat
het mij anders formuleren. Juister. Ik installeerde mij op uw terras. Dan gebeurde dat magische. Dan gebeurde datgene wat gewone momenten tot
buitengewone momenten maakt. Wij raakten
aan de praat. Ik ben niet zo een
praatvaar. Begin niet onmiddellijk te
praten met om het even wie. Toch deed ik
het wel met u. De reden was misschien uw
Limburgse tongval. Dat was mij
opgevallen. Ik vroeg er naar. Jawel, u was van Limburg. Van Limburg schakelden wij over op uw Italiaanse
roots. U was van Sicilië. Ik was net terug van Sardinië. Twee Italiaanse eilanden. Eén Italiaan en één Italiëfan. Voldoende stof voor een geanimeerd gesprek.
Wij spraken over de troeven van beide eilanden. Wij spraken over Napels. Over Genua.
Wij spraken over de maffia. U
keek vreemd op toen ik vertelde dat ik mij nooit onveilig had gevoeld in
Napels. U kende andere verhalen. U vertelde die. Ik trok grote ogen. Wij kwamen uit bij de maffia. Bij de televisieserie Gomorra. Die serie moest ik zeker zien. U raadde mij die aan.
Wij begonnen over tatoeages.
Daartoe gaf uw mooi en rijkelijk versierde arm aanleiding toe. U gaf het verhaal achter de door u gekozen
tatoeages. U gaf ons de juiste
adresjes. Indien wij toch zouden
overwegen ooit een tattoo te plaatsen.
Van tatoeages kwamen wij uit bij muziek.
Bij The Rolling Stones. Want die
legendarische tong stond ook op uw arm.
U vertelde waarom u die geplaatst had.
Ik zal het niet verklappen.
Bestaande en potentiële klanten moeten de gelegenheid hebben dat zelf te
kunnen ontdekken. U vertelde van het
concert in Hyde Park. Met
Triggerfinger. Met Gary Clark Jr. Met The Rolling Stones.
Het liep tegen sluitingstijd. Het
ging over sluitingstijd. Ik hoefde niet
weg. Integendeel, wij bleven aan de
praat. Nooit kreeg ik de indruk dat ik
weg moest. Dat u op uw uur stond. Ik mocht mijn tijd nemen. Tijd om mijn Troubadour rustig uit te
drinken. Want dat biertje had u mij ook
aangeraden. Dat biertje vindt u niet
overal. Bij u kan het gedronken
worden. Bij u en op nog twee andere
adresjes in Gent. Ik nam mijn tijd om
dat heerlijke biertje te proeven. Ik
dronk en babbelde. Tot die laatste
slok. Dan namen wij afscheid. Ik trok verder. U kon sluiten. Kon het laatste tafeltje op uw terras binnen
zetten.
Ik trok verder. Met het gevoel
een apart plaatsje ontdekt te hebben. Ik
loop vaak in Gent. Ik kom vaak in
Gent. Niet elke dag doe ik een
dergelijke ontdekking. Als het dan toch
gebeurt, is het gewoonweg formidabel.
Ik was bij u de gast. U gaf mij
dat uitzonderlijke gevoel. Het gevoel
dat de klant koning is. Ik weet het, in
dat gevoel schuilt een gevaarlijk kantje.
Al te gemakkelijk kan dat gevoel uitlopen in arrogantie. Klanten kunnen het gevoel krijgen alles
gedaan te krijgen. Omdat zij nu éénmaal
klant zijn. En juist daarom alles moeten
kunnen geregeld krijgen. Daar ben ik het
niet mee eens. Maar die discussie hoef
ik met u niet te voeren. Bij u gebeurt
alles natuurlijk. Niks lijkt
geforceerd. U komt de klant tegemoet. Met open armen. Niet omdat het uw job is. Wel omdat het uw roeping is. U bent op de juiste plaats. U hebt de job van uw leven gevonden. Dat straalt u uit. In alles wat u doet.
Caffé Rosario. Ik heb u
gevonden. Ik heb u gevonden en ik weet
nu al dat ik zal terugkeren. Voor een
koffietje. Want dat is wat ik ook heb
mogen ontdekken. U bent geen echt
café. U bent een koffiebar. Dat is heel wat anders. Maar voor u zou het geen verschil maken. In beide gevallen zouden wij welkom zijn bij
u. Dat weet ik. Dat heb ik vorig weekend mogen ervaren.
Beste Fabio, tot heel binnenkort.
Want nu zal ik niet zondermeer voorbij wandelen. Nu zal ik ook heel even binnenspringen.
Met vriendelijke groeten.
Adres:
Caffé Rosario, Emile Braunplein 1, Gent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten