De zomer, het is een vreemde tijd.
Niet voor de vakantieganger. Voor
hem of haar is het een zalige tijd. Wel
voor de nieuwslezer. Voor hem of haar is
het komkommertijd. In die komkommerende
tijd lijken andere regels te gelden. Heel
waarschijnlijk draaien nieuwsredacties in die tijden op vakantiemodus. Heel waarschijnlijk zijn nieuwsredacties in die
tijden onderbemand. Jawel, zelfs
journalisten hebben recht op vakantie.
Over dat recht zal ik niet moeilijk doen. Waarover ik wel moeilijk doe, is de
gretigheid om zich in die tijden te bedienen van het makkelijke nieuws. Het nieuws, dat bijna kant en klaar wordt
aangereikt. Althans, die indruk had ik
vorige week.
Vorige week las ik in de krant dat de fiscale inkomsten uit kapitaal
een achterstand hebben opgelopen van 836 miljoen euro. Dat is om meerdere redenen
verontrustend. Vooreerst is het niet de
eerste maal dat wens en realiteit al te ver uit elkaar liggen. Ik herinner mij de twijfel rondom de opbrengst
van de kaaimantaks. Ik herinner mij dezelfde
scenario’s bij vorige begrotingscontroles en –rondes. Minister Van Overtveldt heeft dus al
meermaals gedwaald. Zijn gegoochel met
cijfers is helemaal niet nieuw. Bijna
lijkt het een systematische fout. Een
gewilde fout, ingebakken in het systeem.
Kan hij het wel? Die vraag zou kunnen gesteld worden na de zoveelste
moedwillige rekenfout. Bovendien heeft
dat ‘rekenfoutje’ toch wel belangrijke consequenties. Verontrustende consequenties. Te vrezen valt dat de partij voor
compensaties zal wijzen naar de sociale zekerheid. Zij menen daar de nodige centen te vinden om
dat zelf gecreëerde putje te dempen. Dat
vind ik niet uit. Dat heeft de partij al
meermaals luidop geopperd. Want de
partij is overtuigd dat hier nog de nodige besparingen kunnen gebeuren.
In mijn naïviteit had ik verwacht dat de minister de volgende dagen
ter verantwoording zou geroepen worden.
In diezelfde naïviteit had ik verwacht dat zijn partij en
coalitiepartners gevraagd zouden worden hoe zij dachten dat tekort te kunnen
compenseren. Ik had verwacht dat dit
belangrijke debat het nieuws zou gaan bepalen.
Dat moeten zij heel waarschijnlijk ook gedacht hebben bij N-VA. Op dat moment moeten alle mogelijke
alarmbellen gaan rinkelen zijn. Er moest
gezocht worden naar een manier om hun minister uit de wind te zetten. Die minister moet het goede bestuur
symboliseren. Moet de kracht van
verandering veruitwendigen. Met zijn
gestuntel lijkt hij hierin niet echt te slagen.
Meer nog, hij lijkt hiermee zijn partij te beschadigen. Het communautaire, de corebusiness van N-VA,
heeft de partij reeds opgegeven bij de regeringsvorming. Een begrotingsevenwicht in 2018, één van de
verkiezingsbeloftes, dreigt nu losgelaten te worden. Nu nog moeten inboeten op goed bestuur zou
een beetje te veel van het goede zijn.
Johan Van Overtveldt moest in de schaduw gezet worden. De schijnwerpers, op hem gericht, moesten
gedoofd worden. Een afleidingsmaneuver
moest gezocht worden. In deze dagen
lijkt een dergelijk maneuver snel gevonden.
Men hoeft maar een beroep te doen op de onderbuik van de Vlaming. Van de Belg.
Op zijn of haar angstgevoelens.
Worden die sentimenten aangesproken, is het hek van de dam. De partij heeft dat al meermaals gedaan. Wij hadden de dansende moslims. Wij hadden het opzeggen van de Conventie van
Genève. Wij hadden het inperken van de
vrijheid van meningsuiting. De partij
deed daar vorige week nog een schepje bovenop.
Om hun minister uit de wind te zetten, openden zij de aanval op de boerkini. Hun plan de campagne leek te werken. Met dank aan de komkommertijd. Met dank aan de op vakantiemodus drijvende
nieuwsredacties. Eén week lang beheerste
dit debat de media. Nochtans was dit een
non-debat. Dat bleek al snel. De kustburgemeesters opperden al snel dat het
probleem zich niet stelde aan de Belgische stranden. Coalitiepartners en oppositiepartijen
serveerden de discussie af. Sommigen noemden
het probleem onbespreekbaar. Anderen
noemden het onbestaand. Toch bepaalde dit
onbestaande probleem één week lang de media.
Jammer. Bijzonder jammer.
Slechts één iemand kan zich in de handen wrijven. Slechts één iemand kan zich verheugen over
deze situatie. Die ene is Johan Van
Overtveldt. Hij is de dans ontsprongen. Wordt niet ter verantwoording geroepen. Een gemiste kans. Jammer.
Bijzonder jammer.
Al te vaak vaart partijvoorzitter/burgemeester/kamerlid/(schaduw)premier
Bart De Wever uit tegen de media. Zij
lijken samen te spannen tegen hem. Tegen
zijn partij. Althans, dat beweert
hij. Wat ik de voorbije week zag, doet
mij sterk twijfelen aan deze beschuldigingen.
Voorbije week vond de man een medestander in de pers. Een te gewillige medestander. Dat meen ik te mogen betreuren. Want die pers heeft een kans laten
liggen. Om een non-debat links te laten
liggen en het eigenlijke, ter zake doende debat ten gronde te voeren.
Of zou dat alles toch eerder een samenloop van omstandigheden zijn? Toeval?
Of zou dat alles toch eerder een samenloop van omstandigheden zijn? Toeval?
Het lijken de Amerikaanse presidentsverkiezingen wel... zijn er nog kritische zelfdenkende journalisten/media ? Goed artikel.
BeantwoordenVerwijderen