Beste Arno,
Met ogen van verbazing las ik de affiche van de Lokerse Feesten. Ik bedoel dan de affiche voor
dinsdagavond. De internationale vedette
Van Morrison stond vóór u geprogrammeerd.
Indien het geen festival was, zou dit te interpreteren zijn alsof Van
the Man uw voorprogramma verzorgde. Die
internationale vedette zou het publiek vóór u, onze nationale volksheld, moeten
entertainen. Dat wekte enige verbazing
bij mij. Zelfs als fan was ik
verbaasd. Hierin kon ik enkel een
eerbetoon lezen aan uw muzikale carrière.
Een respectvol eerbetoon vanwege de organisatoren. Dat gebaar kon ik enkel appreciëren.
Ik heb gisteren gezien wat leeftijd kan doen met een artiest. Met een performer. Wees gerust, ik heb het niet over u. Ik heb het over uw voorprogramma. Over Van Morrison. Die is net geen eenenzeventig. Dat wordt hij heel binnenkort. Hij leek zich bewust van zijn leeftijd. Was het concert van de Noord-Ierse zanger dan
slecht? Neen, zo zou ik het niet durven noemen.
Het was rustig. Te rustig. Enkel op het einde leek hij zich bij Gloria
te realiseren wat nog komen moest. Hij
zocht aansluiting bij datgene wat hij van u zou mogen verwachten. Dus schakelde hij in een iets hogere
versnelling. Te laat. Al te lang had hij gespeeld als een muzikant
op pensioen. Als een professionele
muzikant op pensioen. Alsof hij geen
tanden had. Tanden om zich in de muziek
vast te bijten. Graag had ik de man op
het Gentse Sint-Pietersplein zien staan.
Weg van een festival. Enkel Van
Morrison. Hij en niemand anders. Het zou beter zijn. Denk ik.
Maar aan deze overpeinzingen hebt u geen boodschap.
Dan kwam u. U bent pensioengerechtigd. U bent zevenenzestig. U had kunnen zeggen dat het genoeg geweest
was. U zou kunnen genieten van een
rustige, ouwe dag. Daarop hebt u
recht. Het leven van een muzikant kan
beschouwd worden als een zwaar beroep.
Daarover bestaat geen enkele discussie.
We hoeven maar naar u te kijken en wij begrijpen het. U bent getekend door die vele jaren vol van
rock ‘n-roll. U zou op uw lauweren
kunnen rusten. Maar dat doet u
niet. Bewust. U hebt nog te veel te vertellen. U bent nog te gedreven. Uw leeftijd zegt misschien het tegendeel maar
u bent nog steeds een jonge wolf.
Dat u nog een jonge wolf bent, bewees u gisteren. U ging voluit. Geen voorzichtig aftasten. U smeet zich.
Zonder enige rustpauze. Of toch,
vroeg in de set bracht u Elle adore le noir.
Maar dat was het. Enkel op dat
moment konden we even naar adem happen.
Enkel op dat moment kon u even rusten.
Want nadien ging het hard. Stevig
en hard. U bracht een korte set. Het beste van het beste. U maakte een bondige samenvatting van het
concert, dat u speelde in de Ancienne Belgique.
In april van dit jaar. Die set
was een overzicht. Uit elk album leek u
een nummer gekozen te hebben. Van alle
samenwerkingen bracht u wel een nummer. Charles And The White Trash European
Blues Connection waren aanwezig. Net
als The Subrovnics. Of TC Matic. Die waren er ook.
U zong Je veux nager. U zong Que
pasa. U zong No job, no rock. Meet
the freaks, dat zong u ook. Net als
Brussels. En Putain, putain. U zong Sex, qu'est ce que c'est. Ik kan doorgaan. Blijven doorgaan. Elk lied werd gezongen op het juiste
moment. Met diezelfde overtuiging. Die overtuiging dat het misschien de laatste
keer is. Die laatste keer moet goed zijn. Geen half werk dus. Volle overgave. Geen twijfel.
U speelde ook nieuwe nummers. Maar die kende ik niet. Nog niet. Ik wil u best vertellen hoe dat komt. Maar dan moeten we even weg van de Lokerse Feesten. Even weg van het concert. Ik had uw nieuwste album gekocht. Maar er was iets eigenaardigs met dat schijfje. Mijn speler kon die niet inlezen. Ik kon dus niet genieten van uw nieuwste werk. Uw nieuwste werk bleef en blijft mij onbekend. Een nieuwe poging met een nieuw schijfje gaf hetzelfde resultaat. Telkens bracht ik het schijfje terug naar de winkel. Omdat het mij niet lukte. Omdat mijn speler het liet afweten. Uw nieuwste Human Incognito ontbreekt dus in mijn verzameling. Tot mijn spijt. Tot mijn grote spijt. Maar ik heb die nieuwe nummers toch gehoord. Op de Lokerse Feesten. Zij waren goed. Meer dan goed. Zij pasten in het rijtje. Naadloos.
Het was een feest. Dat zagen we. Het publiek ging uit de bol. At uit uw handen. U ging ons voor. Wij volgden. Gretig en met veel goesting. Dit was een hoogmis van de rock and roll. U was de hogepriester. Wij keken niet vooruit. Wij keken niet achterom. Wij zaten in het moment. Wij dansten. Stelden ons geen vragen. Wij zongen uit volle borst. Oh la la la. Want dit was magnifique. Très magnifique.
U speelde ook nieuwe nummers. Maar die kende ik niet. Nog niet. Ik wil u best vertellen hoe dat komt. Maar dan moeten we even weg van de Lokerse Feesten. Even weg van het concert. Ik had uw nieuwste album gekocht. Maar er was iets eigenaardigs met dat schijfje. Mijn speler kon die niet inlezen. Ik kon dus niet genieten van uw nieuwste werk. Uw nieuwste werk bleef en blijft mij onbekend. Een nieuwe poging met een nieuw schijfje gaf hetzelfde resultaat. Telkens bracht ik het schijfje terug naar de winkel. Omdat het mij niet lukte. Omdat mijn speler het liet afweten. Uw nieuwste Human Incognito ontbreekt dus in mijn verzameling. Tot mijn spijt. Tot mijn grote spijt. Maar ik heb die nieuwe nummers toch gehoord. Op de Lokerse Feesten. Zij waren goed. Meer dan goed. Zij pasten in het rijtje. Naadloos.
Het was een feest. Dat zagen we. Het publiek ging uit de bol. At uit uw handen. U ging ons voor. Wij volgden. Gretig en met veel goesting. Dit was een hoogmis van de rock and roll. U was de hogepriester. Wij keken niet vooruit. Wij keken niet achterom. Wij zaten in het moment. Wij dansten. Stelden ons geen vragen. Wij zongen uit volle borst. Oh la la la. Want dit was magnifique. Très magnifique.
Dan kwam dat ene minpuntje van uw concert. Het einde.
Uw concerten zouden niet mogen eindigen.
Die zouden moeten doorlopen.
Omdat uw concert telkens weer dat ene, wonderlijke teweegbrengt. Elke keer weer tovert u een glimlach op ons
gezicht. Die glimlach willen wij
aanhouden. Uren lang. Dagen lang.
Daarom zou u moeten doorgaan.
Daarom vonden wij het spijtig dat na iets meer dan één uur spelen dat
verdomde einde kwam. Op het podium had u
enkele malen gevloekt. Het was geen
godslastering. Zo beschouwde ik het
niet. Het was een deel van uw
persoonlijkheid. Als performer. Aan het eind meende ik u te mogen
citeren. Godverdomme, dat is wat ik
zei. Luidop en hard. Want het concert was voorbij. Wij moesten afscheid nemen. Dat doet pijn. Veel pijn.
Zo veel pijn dat wij enkel kunnen vloeken.
Beste Arno, ik zag u opnieuw aan het werk. De hoeveelste keer? Ik kan het niet
zeggen. Ergens onderweg ben ik de tel
kwijtgeraakt. Maar zelfs deze eerder
korte passage blies mij omver. Van mijn
sokken, zoals zij ook wel eens durven te zeggen. Ik was behoorlijk onder de indruk. Opnieuw wist ik waarom ik ooit fan geworden
was. Omwille van die nooit aflatende
passie. Passie voor de muziek. Passie voor het publiek.
Terecht was u de headliner. Terecht stond u bovenaan de affiche.
Om al die redenen wil ik u danken.
U schonk mij een spetterende avond.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten