dinsdag 14 juni 2016

België - Italië. Een spijtig resultaat maar wij blijven geloven.

Beste duivels,
 
Gisterenmorgen was ik zenuwachtig.  Dat is eerder uitzonderlijk te noemen.  Ik ben een rustige jongen.  Onder alle omstandigheden.  Of toch niet.  Als voetbal in het spel is, lijken mijn zenuwen toch ietsje actiever te worden.  Mijn zenuwen staan gespannen.  Dat hield gisteren de volledige dag aan.  Tot het moment dat jullie het veld opstapten.  Ik werd rustiger.  Omdat ik het beste elftal het veld zag opstappen.  Neen, ik moet eerlijk zijn.  Het op één na beste elftal, dat zijn jullie.  Dat ene cijfermatige feitje kalmeerde mij.  Dat feit leek dezelfde uitwerking te hebben als de beste kalmeerpil.
 
Vandaag ben ik niet langer zenuwachtig.  Een zekere gelatenheid hangt over mij.  Teleurstelling, zo kan je dat gevoel ook omschrijven.  Want vandaag weet ik wat ik gisteren nog niet wist.  Gisteren lag alles nog open.  Was alles nog mogelijk.  Twee keer vijfenveertig minuten boden ons de kans het verwachte resultaat te behalen.  Het draaide anders uit.  Dat verwachte resultaat kwam er niet.  Winnen deden wij niet.  De voetbalgoden hadden een ander scenario uitgetekend.  Een scenario, waarmee wij op voorhand geen enkele rekening hadden gehouden.  Jullie verloren.  Met twee tegen nul.  Dat verdict was hard.  Maar niet te ontkennen.  Die cijfers stonden gisterenavond groot op het scorebord.  Iets minder groot stonden die cijfers vandaag in de krant.
 
Wij verloren.  Dat is eigen aan het spelletje.  Je kan winnen.  Je kan verliezen.  Je kan zelfs gelijkspelen.  Wij gingen evenwel voor de slechtste optie: verlies.  Daarmee heb ik het niet moeilijk.  Ik vind het jammer, dat wel.  Zoals ik al zei, dat is eigen aan het spelletje.  Waar ik het wel moeilijk mee heb, is de manier waarop wij het verlies incasseerden.
 
Het had anders kunnen lopen.  Dat mocht blijken uit de gehoorde pronostieken bij vrienden en collega’s.  Iedereen ging voor winst.  Soms met het kleinste verschil.  Soms met groot verschil.  Maar altijd was er winst.  Toch bij de overgrote meerderheid.  De supporters leken overtuigd van jullie kunnen.  De supporters leken te beseffen dat wij het beste wereldelftal op de mat hadden.  Dat zelfde besef ontbrak bij jullie.  Jullie die toch de sterren zijn.  Jullie leken niet overtuigd van jullie bijeen gespeelde status.
 
Jan Mulder zei het in de nabeschouwing.  Ik kan hem enkel bijtreden.  Jullie straalden geen agressiviteit uit.  Jullie voetbalden niet volgens jullie plaats op de wereldranglijst.  Jullie waren te traag.  Te weinig geïnspireerd.  Te tam.  Te mak.  Te angstig.  Te voorzichtig.  Te weinig lef.  Jullie faalden als team.  Het zou te gemakkelijk zijn met een beschuldigende vinger naar deze of gene te wijzen.  Daaraan bezondig ik mij niet.  Het was het elftal, dat in gebreke bleef.  Geen van de elf spelers schitterde.  Het vurige rood was flets.  Het vurige rood fonkelde niet.  De duivels bleken inspiratieloze angsthazen.  Wij hoeven ons spel niet af te stemmen op de tegenstander.  We moeten uitgaan van onze eigen kracht.  Die eigen kracht gebruiken wij niet.  Of toch te weinig.  Veel te weinig.
 
Was alles dan slecht? Was alles dan superslecht? Neen.  Ik blijf geloven dat jullie het sprankelende voetbal, dat elk van jullie in de voeten heeft, ook op het veld zullen tonen.  Want op sommige momenten zag ik korte, hoopgevende flitsen.  Een bewijs dat het kan.  Maar aan die korte momenten hebben wij niet genoeg.  Jullie moeten negentig minuten klassebakvol flitsen.  Ik kan enkel hopen dat het gebeurt bij de volgende wedstrijden.  Dat jullie bij de volgende wedstrijden het spelniveau tentoonspreiden, waarom jullie zo geroemd worden.  Maar dan moet het anders.  Helemaal anders.  Dan moeten jullie spelen met het mes tussen de tanden.  In jullie ogen moet overtuiging schitteren.  Geen twijfel.  Wij zijn de beste spelers, die gedachte moeten jullie uitstralen.  Want zo is het.  Daarvan moeten jullie eindelijk zelf overtuigd zijn.  Met die overtuiging moeten jullie gaan spelen.  Sneller.  Flitsender.  Mooier.  Agressiever.
 
Zaterdag zal ik opnieuw voor het scherm zitten.  Ik zal opnieuw naar jullie kijken.  Verras ons.  Laat onze monden openvallen van verbazing.  Goochel met die bal.  Flits.  Schitter.  Overrompel de tegenstander.  Laat de tegenstander erbij staan en laat hem ernaar kijken.  Trap die bal naar voor.  Niet wild.  Wel doelgericht.  Met de juiste focus.  De focus van een overtuigde winnaar.  Want dat moeten jullie doen.  Winnen.  Laat ons zien dat jullie het spelletje beheersen.  Van het langste hoofdhaar tot de kleinste teennagel.  Dribbel en speel alsof het de laatste keer is.  Alsof het de laatste keer is dat jullie voor ons kunnen spelen.
 
Ik geloof dat jullie het kunnen.  Aan jullie om het te bewijzen.  Op de mat.  Op zaterdag en alle volgende wedstrijden.
 
Ik wens jullie alle succes.
 
Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten