De wekker gaat. Ik schakel dat
enerverende geluid af. Ik doe het
vriendelijk. Zonder enige vijandigheid
tegenover dat ding, dat ik in weekdagen zo vervloek. Want dat ding doet altijd hetzelfde, het
begin van de werkdag aankondigen. U zou
nu kunnen denken dat ik een hekel heb aan werken. Dat is niet zo. Toch kan ik mij aangenamere dingen inbeelden
dan werken. Zonder enige moeite kan ik
dingen benoemen, die ik ver verkies boven het werken. Lezen.
Luieren. Sporten. Feestjes.
Reizen.
Reizen. Dat is de reden waarom
ik mijn wekker gezet heb. Om netjes op
tijd te zijn. Vliegtuigen wachten niet. Kennen geen academisch kwartiertje. Zij gaan de hoogte in op het vastgestelde
uur. Zonder enig uitstel. Een tijdschema om dat vliegtuig te halen is
dan een noodzaak. Een ruim berekend
tijdschema is handig. Om mogelijke
tegenslagen in te calculeren. Om
onnodige stress te vermijden. Ik wil mij
niet opjagen. Ik wil mij niet haasten. Reizen is net onthaasten. Daarom moeten wij bij voorbaat alle dingen
uitsluiten, die dat onthaastingsproces in de war kunnen sturen. Om die dingen uit te sluiten, hebben wij een
wekker nodig. Hebben wij dat snerpende
geluid nodig. Voor één keer is de wekker
mijn vriend. Want ik ga op reis.
’s Morgens check ik nog snel even mijn mailbox. Vluchtig lees ik iets over terroristische
aanslagen. In Parijs. Op verschillende plaatsen. Het bericht maakt gewag van vijfenveertig
doden. Een voorlopige balans. Meer doden worden verwacht. Ik sla mijn laptop dicht. Dit wil ik niet. Ik vertrek op reis. Dan moet alles vredig zijn. Dan moet alles rustig zijn. Maar de grote wereld houdt blijkbaar geen
rekening met mijn wensen. Mijn
verlangens.
Op weg naar de luchthaven luister ik naar het radionieuws. De taxichauffeur heeft de radio ietsje luider
gezet. Omdat zij vermoedt dat wij de
laatste updates nog willen meepikken. De
nieuwslezer zwijgt. Het reclameblok
spreekt. Een derde wereldoorlog staat
voor de deur. Dat is de mening van de
taxichauffeur. Een mening waar ik niet
om gevraagd heb. Waar ik geen boodschap
aan heb. Van de derde wereldoorlog
schakelt zij over op de vluchtelingencrisis.
Als angst regeert, is een helder debat uitgesloten. Ik zwijg.
Ik knik.
Ik ben blij op weg te zijn naar de luchthaven. Blij Europa even achter mij te laten. Blij afstand te kunnen nemen. Niet gedwongen te worden een opinie te moeten
vormen. Te moeten hebben. Ik zal mij niet door alle analyses moeten
worstelen. Ik zal niet moeten
participeren in een massahysterie. Ik
zal mij niet moeten ergeren aan een debat, dat enkel in uitersten zal gevoerd
worden. Ik ga op reis. Ik kan aan de kant gaan staan. Alles laten voorbijrazen. Ik ga op reis. Weg van alle nieuwsberichten. Ik ga op reis.
Ik stap het vliegtuig op. Tijd
voor enige studie. Tijdens de vlucht
verdiep ik mij in Myanmar. De
geschiedenis. De cultuur. De religie.
De politiek. De economie. Al die dingen wil ik weten. Meer niet.
Ik zal geen prentjes kijken. Zal
niet opzoeken wat wij allemaal zullen bezoeken.
U zou hierin desinteresse kunnen lezen.
Dat is het niet. Mijzelf
beschermen, dat is wat ik doe. Mijzelf
beschermen tegen al te hoge verwachtingen.
Ik heb een sterke fantasie. Die
rijke fantasie kan prentjes tot dingen maken, die bijna niet realistisch
zijn. Kan prentjes tot dingen maken, die
in werkelijkheid dan enkel kunnen tegenvallen.
Dat wil ik niet. Daarom lees ik
niks over de Gouden Rotspagode. Over de
U Beinbrug. Over Bagan. Geduldig wacht ik af. Tot ik op die plaatsen ben. Dan kan ik mij laten verrassen. Dan kan ik mij laten overdonderen. Pas dan mag mijn mond openvallen.
Ik kijk niet enkel in mijn boeken.
Heel af en toe gaan Dominicus en Capitool aan de kant. Dan durf ik al eens uit het raampje
kijken. Ik heb hoogtevrees. Maar in een vliegtuig lijkt dat niet te
spelen. Van die fobie lijk ik geen last
te hebben. Onbezorgd loop ik door de
gangen. Onbevangen kijk ik door het
raampje. Zonder vrees. Zonder angst.
Op grote hoogte in een vliegtuig voel ik mij superman. Bevrijd van al mijn angsten. Onoverwinnelijk, zo voel ik mij.
Supermannend kijk ik door mijn raampje. Ik stel mij vragen bij dat sprookje, dat mij
werd verteld. In mijn jeugdjaren. Zij vertelden mij dat België dat ene lichtpuntje
was. Vanuit de ruimte kon het
felverlichte België waargenomen worden.
Ik geloofde het. Want in België
was het nooit donker. Toch niet op de
plaatsen waar ik kwam. België baadde in
een felle gloed. Zou het nu nog zo zijn?
Ik twijfel. Want wij vliegen boven Abu
Dhabi. Ik kijk en zie enkel licht. België moet zijn leiderspositie in
lichtgevendheid verloren zijn. Vooral
met die zwarte autosnelwegen. Waar alle
licht gedoofd werd. Omwille van
broodnodige besparingen. De vinger moest
op de knip. En dus werden de lichten
gedoofd. In de ruimte verdween
België. Abu Dhabi treedt in de
plaats. Wordt dat ene lichtpuntje. Hier heerst geen crisis. Hier regeert weelde. Overvloed.
Toch zo lang de olie blijft stromen.
Maar wat daarna? Die vraag komt bij mij op als ik die lichtjes zie. Niet de lichtjes van de Schelde. Wel die van Abu Dhabi. Wat zal er gebeuren als de oliebronnen
opdrogen? Hebben de lokale machthebbers al alternatieve scenario’s uitgedacht?
Of overheerst hier ook het kortetermijndenken? Wij reizen om te leren. Om antwoorden te vinden. Soms om vragen te stellen. Zonder noodzakelijk een antwoord te hebben. Of te krijgen.
Door het raampje kijken. In
reisgidsen bladeren en kennis vergaren.
Is dat het enige wat wij kunnen doen? Het enige om de tijd te
verdrijven? Neen, ik denk het niet.
Muziek kan ook een uitweg bieden.
Dat kan muziek altijd. Op elk
moment. Op elke plaats. Ook op het vliegtuig. Ik heb besloten mij even te verdiepen in het
werk van Johnny Cash. At Folsom Prison. Dat livealbum heb ik aangeklikt. Ik luister en besef dat ik deze man te laat
ontdekt heb. Pas bij zijn dood. Soms moeten mensen doodgaan om zich bewust te
worden van iemands meesterschap. Johnny
Cash is een meester. Een groot
meester. Dat besef ik nu alweer. Hoog in de lucht. Johnny zit in mijn oren. In mijn hoofd. Ik geniet.
Genieten. Dat is wat ik hoop te
doen in Myanmar. Drie weken lang. Ik kijk er al naar uit. Maar voorlopig blijven wij nog heel eventjes
in de lucht.
Mijn reisverhaal Myanmar. Dag 2: Yangon. Te lezen op donderdag 7 januari.
Yangon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten