Beste Jocelyne,
Ik kende u niet. U was mij
totaal onbekend. U hoeft zich hierover
niet te schamen. De wereld is
groot. U woont in Canada. Ik in België.
Dat is een behoorlijk grote afstand.
Die al te grote afstand kan een kennismaking al eens in de weg
staan. Wij hadden voor eeuwig onbekenden
kunnen blijven voor elkaar. Dat had
gekund. Dat had een mogelijkheid
geweest. Ondanks die mogelijkheid kwam
uw boek toch tot bij mij. Gods wegen
zijn ondoorgrondelijk, zo zegt men wel eens.
Welnu, de wegen van de literatuur zijn dat des te meer.
Ik kon het lezen aanvatten. Dat
deed ik evenwel niet. Wij zouden een
aantal dagen in elkaars gezelschap vertoeven.
Via uw boek. Dan wilde ik u toch
wat beter leren kennen. Ik ging op
internet. Googelen, dat is wat ik
deed. Iedereen laat sporen na op
internet. U bent hierop geen
uitzondering. Uw naam leverde vele hits
op. In de digitale wereld was u geen
vreemde. In uw vaderland evenmin. U bleek een gelauwerd auteur te zijn. Het regende vogels, uw tweede roman, won in eigen
land grote literaire prijzen. Uw tweede
roman was niet onopgemerkt gebleven.
Onze kennismakingsronde was voorbij.
Een evaluatiegesprek, zo zou u het kunnen noemen. Dergelijke gesprekken zijn hip in kringen van
HR-managers. Geen enkele werknemer
ontsnapt er aan. Wikken en wegen, het is
een niet te stoppen trend. Uw evaluatie
was achter de rug. U kan op beide oren
slapen. Enkel lof was uw deel. Geen enkele negatieve bijklank.
Vergeef mij de al te lange inleiding.
Onmiddellijk met de deur in huis vallen is evenwel niet mijn stijl. Een brief moet toch een beetje ingekleed
worden. Om zachtjes aan tot de kern van
de zaak te komen. Die kern is uw
boek. Daarover wil ik het met u hebben.
Met het nodige voorbehoud was ik begonnen aan uw boek. Op de kaft werd uw boek aangekondigd als een
ontroerende roman. Ontroering is een
heftige emotie waar voorzichtig moet mee omgegaan worden. Om die reden wou ik een beetje afstand
bewaren tussen het boek en mij. Ik wou
mij niet al te gemakkelijk op sleeptouw laten nemen. Van die eerlijke bedoelingen bleef weinig
overeind. Die aanvankelijke intentie
brokkelde heel snel af. Reeds van bij de
eerste pagina’s had u mij in uw greep. U
sleurde mij mee. Honderden bladzijden
lang zat ik in uw spoor. Ik volgde. Gewillig.
Zonder tegenstribbelen.
Wie had hier schuld aan? Uw personages, zonder enige twijfel. Of neen, laat het mij herformuleren. Schuld, dat klinkt al te beschuldigend. Al te zwaar op de hand. Dat wil ik niet. Uw hoogbejaarde personages waren echte
gastheren. En gastvrouwen. Vol warme sympathie openden zij hun armen en
nodigden mij uit in het boek te stappen.
Dat deed ik. Elke keer als ik het
boek opensloeg. Elke keer stapte ik die
oase van rust binnen. Die oase, gelegen
in de Canadese wouden. Verborgen in de
bossen, ver weg van mogelijke buren. In
die bossen hebben uw helden beslist hun leven te herstarten. Een leven, waarin zij aan het stuur
zitten. Zij zelf beslissen. Niemand anders. Zij beslissen over hun leven. Over hun dood. Zij zelf beslissen wanneer het goed is
geweest. Wanneer het mooi is geweest.
Uw boek is uit. Uw verhaal
maalt nog rond in mijn hoofd. Vaak denk
ik terug aan Charlie. Aan Tom. Aan Ted.
Aan Marie. Ik denk aan hen en
alweer moet ik tranen terugduwen. Geen
tranen van verdriet. Dat is het
niet. Tranen van ontroering. Ontroerd als ik ben door hun vriendschap. Door hun liefde. Door hun vrijheid. Door hun uiteindelijke keuze, slechts mogelijk
gemaakt door een combinatie van die vorige drie factoren.
Ik ken vriendschap. Ik ken
liefde. Jawel, ik ken zelfs
vrijheid. Maar in het verwoorden van die
gevoelens schiet ik soms te kort. U doet
dat niet. Op een schitterende manier
toont u de onmetelijke diepte en de niet te slopen sterkte van die
gevoelens. Net zoals u toont hoe mooi
ouderdom kan zijn. U voert ouderdom weg
uit de bejaardentehuizen. In uw boek
schetst u op een sublieme wijze hoe ouderdom en onafhankelijkheid toch kunnen
samengaan. Uw oude helden kwijnen niet
weg in een hoekje. Neen, zij staan volop
in het leven. Weg van alle noodzakelijk
geachte medicatie. Weg van alle
artsen. Weg van alle goed menende en overbezorgde
familie. In hun bos genieten zij ten
volle. Tellen zij hun dagen. Zij ontkennen de realiteit niet, zij zijn
zich bewust van een naderende dood. Maar
zij duwen die weg. Door hun
levenslust. Jawel, een lichtend
voorbeeld zijn zij geworden voor mij.
Ik kende u niet. Dat foutje heb
ik met het lezen van uw boek hersteld.
Fouten maken, het mag. Fouten
herstellen, het moet. Indien
mogelijk. Uw naam zal ik niet meer
vergeten. Jocelyne Saucier, vanaf heden
zal ik uw naam verbinden met die enkele dagen van warm en intens
leesplezier. Die enkele dagen, dat ik te
gast was in uw boek. Vanaf heden mag ik
stellen dat ik u ken. U bent mij niet
meer onbekend. Ik zal u volgen. Benieuwd als ik ben naar alles wat u mij nog
zal brengen.
Beste Jocelyn, u schonk mij het mooiste cadeau. Een meeslepend en ontroerend boek. Daarvoor wil ik u danken.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Canada reads 2015 –And the birds rained down.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten