vrijdag 24 april 2015

Cobain: Montage of Heck. Gezien in Decascoop.

Waar ik was toen ik de eerste keer Smells like teen spirit hoorde? Waar ik was toen ik hoorde dat Kurt Cobain zelfmoord had gepleegd? Twee vragen, waarvan de antwoorden bepalen of u zich een diehard fan mag noemen.  Het antwoord op beide vragen moet ik schuldig blijven.  Ergens in het Gentse zou het te vage antwoord zijn.  Of misschien was ik wel op reis.  Ik weet het niet.  Voldoende redenen dus om te twijfelen aan mijn fanschap.  Nochtans was ik fan.  Dat mag en durf ik wel stellen.  Bleach en Nevermind staan in mijn platenkast.  Een concert heb ik nooit bijgewoond.  Iets wat ik nu nog steeds ten zeerste betreur.  In die jaren was ik nog een brave jongen.  Een te brave jongen misschien.  Een ware concertganger zou ik pas later worden.  Als troostprijs kocht ik mij Nirvana – Live at Reading.  Die DVD moest het gemis een beetje wegmasseren.
 
Gisteren speelde Cobain: Montage of Heck in de Belgische filmzalen.  Eén avond slechts.  Slechts één kans.  Die greep ik.  Uiteraard.  Deze film wilde ik niet missen.  Dit was een unieke kans tot een blik achter de schermen.  Een documentaire, waaraan Frances Bean Cobain meewerkte.  Waaraan Courtney Love meewerkte.  Waaraan de ouders en de zus meewerkten.  Waaraan het eerste vriendinnetje van Cobain meewerkte.  Slechts één van de bandleden was bereid tot medewerking.  Kirst Novoselic was bereid.  Dave Grohl niet.  Nog steeds leeft de Nirvana-drummer in onmin met Courtney Love.  Verzoening leek geen optie.  Wij zien hem wel.  Wij horen hem wel.  Maar terugblikken, zoals Novoselic doet, is er niet bij.
 
De regisseur kreeg onbeperkt toegang tot het archief.  Via die onbeperkte toegang krijgen ook wij inzicht.  Foto’s, video’s, dagboekfragmenten, tekeningen, concertfragmenten, demo’s, animatie, … Via een flitsende cocktail van al die elementen krijgen wij eindelijk zicht op de persoon van Kurt Cobain.  Daartussenin krijgen wij het verhaal van de meest nabije getuigen.  Alles bedoeld om tot een beter inzicht te komen.  Om tot een beter begrip te komen.
 
Wij zien de kleine Kurt.  Een hyperactief jongetje, zo blijkt.  Nu zou de diagnose van ADHD gesteld worden.  Toen niet.  Toen werd enkel gesproken van een druk jongetje.  Een bijzonder druk jongetje, dat op de zenuwen van de vader werkte.  Wij zien de opgroeiende Kurt.  Een jongen, die het moeilijk heeft met de scheiding van zijn ouders.  Die geen thuis vindt.  Dan bij de vader.  Dan bij nonkels en tantes.  Dan bij grootouders.  Dan weer bij de moeder.  Hij zwerft.  Tussen al dat heen en weer slingeren tussen verschillende adressen moet hij ook een plaats veroveren in zijn schoolse bestaan.  Dat lijkt niet te lukken.  Al te zeer een buitenbeentje.  Wij zien de experimenterende en zoekende Kurt.  Een jongen, die meent en verwacht in drugs een uitweg te vinden.  Drugs en muziek lijken hem houvast te bieden.  Daarin gaat hij volledig op.  Wij zien de verliefde Kurt.  Een jongen, die in een relatie de geborgenheid van een gezin, waarnaar hij zo hunkert, tracht te vinden.  Een jongen, die vader wordt en zich lijkt te vinden in die rol.
 
Ondanks al die verschillende personages van Cobain blijft slechts één personage overeind.  Dat is de zoekende Cobain.  Altijd zoekend, nooit vindend.  Het geluk lijkt altijd net weer elders te liggen.  Ondanks alle succes.  Ondanks het gezinsleventje.  Kurt Cobain lijkt ziende blind.  Blind voor een geluk, dat aan zijn voeten ligt.  Dat zijn leventje zou kunnen kleur geven.  Die kans op een gekleurd leven wordt niet gezien.  Het blijft zwart.  Zijn geest lijkt al te zeer verstoord.  Door ervaringen uit zijn jeugd.  Door al te grote verwachtingen.  Door een door hemzelf uitgetekend ideaalbeeld, dat bijna niet te realiseren valt.  Dat bijna niet te verwezenlijken valt.  Maar dat blijvend wordt nagestreefd en net daardoor ongelukkig maakt.
 
Het verhaal van Nirvana hebben wij niet gekregen.  Wij hebben de klim naar het succes niet gezien.  Wij hebben het succesverhaal niet gehoord.  Dat was ook niet de opzet van deze documentaire.  Wel hebben wij Kurt Cobain gezien.  Op een andere manier.  Niet als de frontzanger van een succesvolle band.  Wel als de man achter die frontzanger.  Twee uur lang hebben wij achter het masker kunnen kijken van de frontzanger.  Achter de façade.  Het was een mooie inkijk.  Een schrijnende inkijk.  Begrijpen wij nu Kurt Cobain? Misschien.  Heel misschien.  Want dat is wat alleszins blijft hangen na twee uur kijken: Cobain was een genie.  Maar wel een genie, die balanceerde tussen genialiteit en waanzin.  Een balans, die aan het eind (op 27-jarige leeftijd) doorsloeg naar de spijtige kant van de waanzin.
 
Oh ja, tot slot.  Als afsluiter.  Courtney Love is geen bitch.  Laten wij afspreken dat wij dat onterechte beeld eindelijk rechtzetten.  Want dat was na de zelfmoord van Cobain ook een bewijs van groot fanschap.  Courtney Love moest verwenst worden.  Moest aangewezen worden als de grote schuldige.  Zij zou Cobain de dood ingeduwd hebben.  Deze documentaire stelt dat beeld bij.  Hertekent dat beeld.  Via homevideo’s waarin wij een verliefd koppel zien.  Waarin wij een man en vrouw zien die binnen de moeilijkheden van een drugsverslaving toch stapel zijn op elkaar.  Die samen met hun dochtertje trachten gelukkig te zijn.
 
Cobain: Montage of Heck.  Meer dan geslaagd.  Straks schuif ik Live at Reading in de dvd-speler.  Om nog even samen te zijn met Kurt Cobain.  Om even teruggeflitst te worden naar die dagen.  Die hoogtijdagen van de grunge.  Waarin Nirvana de absolute top was.  Omwille van dat unieke, ongeëvenaarde geluid.  Omwille van die unieke, iconische frontman.  Om nog heel even te beseffen dat ik heel wat gemist heb.  Om te beseffen dat ik de kans om die band ooit nog live aan het werk te zien, nooit meer zal krijgen.  Dat is jammer.  Bijzonder jammer.
 
Trailer:
 
Website:
 
Clip:


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten