Beste Linda,
Het voorbije weekend had ik een vreemde zondagmiddag. Vorig weekend had ik een andere zondagmiddag
dan alle andere. U mag gerust wezen, die
zondagmiddag experimenteerde ik niet met drugs.
Ik zoek mijn toevlucht niet in geestverruimende middelen. Alcohol, daaraan durf ik mij wel eens te
bezondigen. In weinig tot overmatig
gebruik, daartussen balanceert mijn alcoholverbruik. Maar dat is mijn enige toegift. Andere verslavingen zijn niet aan mij
besteed. Voor de rest tracht ik het
gezond te houden. Mijn bezorgdheid om een
gezonde levensstijl kadert in mijn streven naar een lang en mooi leven. Dat wil ik bereiken. Toch wil ik u niet vervelen met mijn
persoonlijke betrachtingen. Een licht
vermoeden heb ik dat u hieraan geen boodschap hebt. Laat mij daarom terugkeren naar die vorige
zondag. Want dat is de reden waarom ik u
aanschrijf.
Zondag stond ik in Oudenaarde.
In BrandWoeker. In die oude
brandweerkazerne had ik een ontmoeting met Jef Neve. Met Wim Helsen. Met de broertjes Walschaerts. Met Guido Belcanto. Met Gabriel Rios. Met Joris Iven. Met Lara Chedraoui (Intergalactic
Lovers). Met Stefanie Callebaut (SX). Met Jo Claes (Les Chats et Lou). Met al die artiesten zat ik zondagmiddag
samen. U had ons samengebracht. U was de gastvrouw. Korte, boeiende gesprekken hadden wij.
Ik hallucineerde niet. Ik had
geen waanvoorstellingen. Die artiesten
waren daar. Niet lijfelijk. Niet lichamelijk. U had voor een creatieve oplossing
gezorgd. Voor een kunstzinnige
oplossing. Al die artiesten had u gevat
op doek. Op doek bracht u een eigen
interpretatie van de eigenheid van die verschillende artiesten. Na persoonlijke gesprekken met de
verschillende artiesten was u tot een gebalde synthese gekomen van hun hele
oeuvre. Of tot een uitvergroting van één
specifiek detail. Eén detail uit een
song, dat u bijzonder intrigeerde. U
hoorde hen vertellen. U zag hen aan het
werk. Uw kijk op die verschillende
persoonlijkheden werd weergegeven. Op
doek. Die doeken werden tentoongesteld.
Daar bleef het niet bij. U ging
verder. Bij schoolbezoeken aan musea zei
de begeleidende leraar steeds weer dat wij het gesprek moesten aangaan met de
tentoongestelde kunstwerken. Telkenmale
probeerde ik. Urenlang stond ik voor
Mona Lisa. Voor de aardappeleters. Het bleef stil. Geen enkel gesprek. Zelfs niet over triviale dingen zoals het
weer. Dialoog bleef uit. Het begrip, resulterend uit het gezochte
gesprek, volgde niet. Ik beken, het kan
aan mij gelegen zijn. Ik ben geen
talenknobbel. Misschien sprak ik niet de
juiste taal. De juiste taal om het
gesprek aan te gaan. Of misschien bleef
ik doof. Doof voor signalen. Het zou kunnen.
Wat mij vroeger niet lukte, lukte nu wonderwel. Uw schilderijen gingen met mij het gesprek
aan. In een heldere taal. In een begrijpelijke taal. U hebt gezocht naar een verstaanbare
taal. Uw zoektocht had resultaat. U vond die juiste taal. Door verschillende disciplines te laten samenwerken. In een krachtig samenspel van videokunst,
audio en het eigenlijke schilderij werd de kijker/bezoeker uitgenodigd het
gesprek aan te gaan. Ik nam de
uitnodiging aan. Ging in gesprek. In mijn ogen flikkerde herkenning. In mijn ogen flikkerde begripvol
plezier. Ik knikte. Ik lachte.
Want eindelijk had ik de taal gevonden, die leidde tot het nodige begrip. Niet enkel begrijpen van het tentoongestelde
doek. Neen, dat begrijpen ging
verder. Met andere ogen keek ik naar de
artiest op het doek. Het leek en voelde
alsof ik ook de artiest beter begreep.
Jawel, ik had de taal gevonden.
Die taal had u mij aangereikt.
Zondag was een heerlijke dag.
Na uw performance ging ik rusten.
Per slot van rekening waren wij de zevende dag. Op de zevende dag moet een mens rusten. Zo werd en wordt het ons verteld. Zo staat het in dat grote boek. Ik reed naar huis. Rustte.
Dacht terug aan die heerlijke, korte gesprekken. Ik dacht terug en glimlachte.
Met vriendelijke groeten.
Website:
Linda Blokken.
Clip:
Performing Canvas – Gabriel Rios.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten