Beste Aline,
Enkele weken terug las ik in De Standaard een interview met Bruno De
Wever. Aan het eind van dat interview
wordt het onderwerp van de collaboratie even aangeraakt. Bruno De Wever stelt dat een symbolische
rehabilitering niet mag uitgesloten worden als de N-VA in de federale regering
zou gaan zetelen. Een amnestieregeling
acht hij uitgesloten.
Dan waren er recent die uitlatingen van Jan Jambon. Collaborateurs zouden hiervoor hun redenen
gehad hebben. Hij specifieert niet. Waardoor onduidelijk blijft of het goede of
slechte redenen zijn. Die
onduidelijkheid legde de basis voor een hevige polemiek.
Bij beide voorvallen dacht ik aan uw boek. Ik dacht aan ‘Voor Vlaanderen, Volk en
Führer’. Want dat boek had de collaboratie
als voorwerp. Ik had het boek
gelezen. Met enige schrik was ik er aan
begonnen. Ik dacht dat het boek mijn
petje zou te boven gaan. Dat het boek te
hoog gegrepen zou zijn. Toch nam ik het
boek ter hand. Voorzichtig en vol
concentratie begon ik met lezen. Ik
waakte er over dat ik de draad doorheen het boek niet kwijtraakte. Dat mocht niet. Indien het toch zou gebeuren, zou ik de weg
kwijtraken. Verloren lopen wilde ik
niet. De interesse verliezen was geen
optie. Aandacht, dat was de vereiste. Geen verstrooiing. Geen afleiding. Bijna leek het op studeren. Het enige verschil was dat er aan het eind
geen examen diende afgelegd te worden.
Niet enkel dacht ik aan uw boek.
Ik dacht aan vele familieavonden.
Vele, tientallen jaren terug. Ik
was nog een kleine jongen. Ik was de
korte broek nog niet ontgroeid. Als
kleine jongen zat ik aan tafel en hoorde ik mijn vader en nonkels heftig
debatteren. Mijn moeder en tantes
hielden zich een beetje afzijdig. Zij
lieten het grote woord aan hun mannen.
In die dagen was het amnestiedossier bijzonder actueel. Vader en nonkels hadden een mening. Met een luide stem vonden zij elkaar in een
gelijklopende visie. Hun mening was
eensgezind. Aan de rand van de tafel
keek en luisterde ik. Zonder echt te
begrijpen. Eén ding kwam steeds
terug. Eén vervloekte kleur. De zwarten, zij hadden het gedaan. Zij stonden aan de verkeerde kant. Dat kon ik opmaken uit het heftige vuur,
waarmee zij fulmineerden tegen die zwarten.
Waarom? Neen, dat wist ik niet. Toch toen niet.
Die familieavonden waren een belangrijke reden om uw boek aan te
schaffen. Die familieavonden waren een
belangrijke reden om met een bang hart aan uw boek te beginnen. Ondanks de moeilijke materie ging het lezen
vlot. De heldere structuur en opbouw van
het boek waren hierin bijzonder hulpvaardig.
Zij vergemakkelijkten het lezen.
Structuur en opbouw hielden mij bij de les. Een boeiende les. Een openbarende les.
Al te lang werd het beeld van de Vlaamse collaborateur bijzonder
eenzijdig ingevuld. Omwille van politiek
gespin. Omwille van politiek gewin. In die mate zelfs dat het zo gecreëerde beeld
bijna allesoverheersend werd. Nauwelijks
waren er tegenstemmen in het publieke debat.
Bijna leek het taboe om tegen die stroom in te gaan. De Vlaamse collaborateur werd gedreven door
idealisme. De Vlaamse ontvoogding was
hun belangrijkste drijfveer. Indien het
niet de strijd voor de Vlaamse ontvoogding was, kon de strijd tegen het
goddeloze communisme de man of vrouw verleiden tot collaboratie. De Vlaamse idealist. De katholieke oostfrontstrijder. Dat was het beeld, waarvan voornamelijk de
politieke rechterzijde ons wou overtuigen.
Uw boek ontkracht dat beeld. Uw
boek stelt scherp. Op basis van
gerechtsdossiers en correspondentie komt u tot het afbakenen van een bijna
haarfijn profiel. Een nieuw beeld krijgt
doorheen het boek geleidelijk vorm. Het
Vlaamse idealisme als beweegreden brokkelt af.
De katholieke oostfrontstrijder blijkt een mythe. In de plaats treedt een meer verontrustend
beeld. Een waarheid, dat behoorlijk
confronterend is. Het overgrote deel van
de collaborateurs (bijna vijfenzeventig procent) bekeert zich tot de
collaboratie uit ideologische motieven.
Het nationaalsocialisme blijkt geen middel te zijn om andere zaken te
verwezenlijken. Dat nationaalsocialisme
is een doel op zich. Hitler is de held
voor die collaborateurs. Hitler is hun
Führer. Voor deze ontnuchterende
conclusie draagt u voldoende bewijskracht aan.
Onderbouwd. Onweerlegbaar.
U scheert niet alles over één kam.
U toont de nuance. Die nuancering
gaat u niet uit de weg. U focust niet
enkel op die vijfenzeventig procent. In
uw boek geeft u aan dat één kwart andere motieven had. Zij lieten zich leiden door persoonlijke
en/of economische redenen. De zucht naar
avontuur kon een reden zijn. Anderen
deden het om verplichte tewerkstelling te vermijden. Nood aan een inkomen kon sommigen in de armen
van de collaboratie drijven. U duidt al
die redenen. Met die duiding komt u tot
een totaalbeeld. Een totaalbeeld van de
collaboratie.
U stelt het beeld van de Vlaamse collaborateur bij. In de marge van uw boek meen ik toch ook een
zekere mildheid van de Belgische staat tegenover de collaborateur te mogen
afleiden. Ook dat is
verbazingwekkend. Die repressie werd
door betrokkenen als ongenadig ervaren.
Een afrekening, zo noemden de betrokkenen het. In uw boek plaatst u vraagtekens bij dat
‘ongenadig’ karakter van de repressie.
Na de oorlog werden 405.000 dossiers geopend voor collaboratie. Daarvan leidden 57.250 tot een aanklacht om
uiteindelijk te resulteren in 53.000 veroordelingen. Dat is nog niet alles. Nog meer cijfers volgen. Meer dan 40.000 mensen werden op de
epuratielijsten gezet. Dit houdt in dat
deze mensen vervallen verklaard worden van enkele of alle burgerrechten. Tachtig procent ging hierin tegen
beroep. Uiteindelijk bleven 20.652
Belgen definitief ontzet van hun burgerrechten.
Uw boek is een noodzakelijk boek.
Omdat het tegenwicht biedt in een al te sterk gedomineerd debat. Beelden worden bijgesteld. Herwerkt.
Niet op basis van een fel gekleurd sentiment. Wel op basis van een grondige studie. Bruno De Wever voorspelt dat het
amnestiedossier weer op tafel zal gelegd worden. Als dat gebeurt, heb ik een stem. Dankzij uw boek. Neen, ik ben niet langer dat broekventje van
zovele jaren terug. In uw boek vond ik
kennis. Ik vond verklaringen. Ik vond argumenten. Dat alles maakt het voorspelde debat boeiend
en interessant.
Beste Aline, ik heb uw boek gelezen.
Volledig uitgelezen. Met schrik
begonnen. Met bewondering geëindigd. Niet enkel de conclusie maar de volledige weg
naar die conclusie is een bijzonder interessante en leerrijke rit. Als ik nu terugkijk, ben ik blij aan die rit
begonnen te zijn.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Interview met Aline Sax – Radio 1.
Website:
Aline Sax.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten