maandag 13 oktober 2014

Pleidooi voor een eerlijke politiek. Op vraag van Ivan De Vadder.

Beste politica,
Beste politicus,
 
Ik moet u feliciteren.  U hebt datgene gedaan wat velen voor onmogelijk hielden.  U hebt uw ‘mission impossible’ tot een goed einde gebracht.  Alleen dat al verdient applaus.  U hebt België behoed voor de ondergang.  U hebt de door velen reeds lang aangekondigde begrafenis toch weer heel eventjes uitgesteld.  Toch weer heel eventjes voor ons uitgeschoven.  De koffietafel wordt verdaagd.  Voor onbepaalde tijd geannuleerd.
 
Het regeerakkoord is geschreven.  Voor elk wat wils.  Elke regeringspartij zal zijn verworvenheden in het bereikte akkoord benadrukken.  Die verworvenheden zal elke partij als haar overwinning presenteren.  De programmapunten, die elke partij in het streven naar een compromis heeft moeten laten vallen, zullen omschreven worden als collateral damage.  Een pure noodzaak om een eerbaar en verdedigbaar compromis uit de brand te slepen.  Voor het volk.  Voor de werknemer.  Voor de werkgever.  Voor het land.  Want dat is wat elke regeringspartij ons met de hand op het hart zal verzekeren: wij, de kiezers, hebben gewonnen.  Wij zijn de grootste winnaar in het recent gesloten regeerakkoord.  U hebt het niet voor uw eigen persoontje gedaan.  U hebt het voor ons gedaan.  Dat altruïsme siert u.
 
Vele maatregelen worden aangekondigd.  Maatregelen die een begrotingsevenwicht en een sterke banengroei mogelijk moeten maken.  Daarop wordt alles ingezet.  Op die dubbele doelstelling wordt voornamelijk gefocust.  Daarover zal heel wat gepalaverd worden.  Voor de een zal het te weinig zijn.  Voor de ander zal het te veel zijn.  De een zal het bestrijden.  De ander zal het verdedigen.  Die discussie zal blijvend gevoerd worden.  Zal nooit gaan liggen.  Dat kan ik u nu al op een blaadje geven.
 
Welke houding ik zal aannemen? Ik leun een beetje achteruit.  Ik kijk het een beetje af.  Van in den beginne schreeuwen, lijkt mij een beetje te voorbarig.  Ik wil wikken en wegen.  Daartoe moet ik voldoende informatie tot mij nemen.  Die informatie heb ik nog niet.  Of toch nog te weinig.  Roepen zal ik niet doen.  Of toch niet meteen.  Ik zal voorlopig nog niet met de vuisten op tafel slaan.  Maar ik ben alert.  Ik blijf scherp.  Ik volg en ik lees.
 
Waarom dan dit stukje? Als ik beslis voorlopig aan de kant te blijven, waarom dan geen volledig stilzwijgen? Waarom dan toch al een schot voor de boeg? Zopas las ik het boek van Ivan De Vadder: Pleidooi voor een eerlijke politiek.  Aan het eind van het boek vraagt hij aan de alarmbel te trekken.  Hij vraagt dat niet enkel aan de politici.  Hij vraagt het aan elke lezer.  Elke lezer moet aan de alarmbel trekken.  Vanuit een bezorgdheid om onze democratie.  Dat is wat ik doe.
 
Is ons democratisch systeem dan in gevaar? Stevenen wij af op een democratisch bankroet? Neen, zo slecht is het niet gesteld met ons landje.  Maar toch stellen zich enkele problemen, die om een oplossing vragen.  Toch zijn er enkele foutjes of fouten, die op ons democratisch systeem drukken.  Foutjes, die via een bescheiden chirurgische ingreep kunnen weggezuiverd worden.  Slechts een kleine inspanning om onze democratie toch weer wat gezonder te maken.  Gezonder en transparanter.
 
De afschaffing van de opkomstplicht.  Geen stemplicht maar stemrecht.  Lange tijd heb ik voor het behoud van de stemplicht gepleit.  Nu ben ik hiervan niet meer zo zeker.  Lange tijd dacht ik dat mensen verplicht moesten worden hun stem uit te brengen.  Dat zij niet mochten verzaken aan hun democratische plicht.  De werkelijkheid geeft mij ongelijk.  Bij de verkiezingen van 2009 komt bijna één op de tien kiezers niet opdagen.  Zij blijven gewoon thuis.  Iets meer dan zes procent stemt bij diezelfde verkiezingen blanco of ongeldig.  Zelfs een stemplicht doet bijna één op de zes stemgerechtigden niet meestemmen.  Waarom dan nog behouden? Laten wij die plicht veranderen in een recht.  De overheid en de politieke partijen zullen in die verandering hun rol moeten wijzigen.  Zij zullen moeten werven.  Zij zullen moeten overtuigen toch naar de stembus te komen.  Om toch die simpele, democratische bijdrage te leveren.  Het zal het karakter van het debat veranderen.  Dat gewijzigde karakter kan ons democratische systeem verhelderen.  Verduidelijken.
 
Schaf de opvolgers af.  Kiezers lijken nauwelijks nog te weten wie zij naar de parlementen afvaardigen.  De keuze van de kiezer neemt af, de grip van de partij neemt toe.  Bij de verkiezingen hebben te veel kandidaten een dubbel hoedje op.  Zij zetelen in het federale parlement en nemen deel aan de Vlaamse verkiezingen.  Om dan na de verkiezingen gewoon te verzaken aan het Vlaamse zitje en terug te keren naar het federale parlement.  Of zij zetelen in het Vlaamse parlement en nemen deel aan de federale verkiezingen.  Deze stoelendans is niet netjes.  Bij de verkiezingen lijkt het niet meer te draaien om de kandidaten.  Enkel de macht van de partijen doet er nog toe.  Wie wordt de grootste? Wie wordt de machtigste? De inhoud van de kandidaten doet er nauwelijks nog toe.  Het belang van dossierkennis verwatert.  Dossiervreters lijken plots niet wervend genoeg.  Stemmenkanonnen, hippe jongens en meisjes, nemen het over.  Stemmenkanonnen die door partijen als simpele pionnen worden verschoven van het ene niveau naar het andere en weer terug.  Steeds maar weer.  Opnieuw en opnieuw.  In het zog van die stemmenkanonnen doen onbeduidende opvolgers hun intrede in de parlementen.  Opvolgers, waarover de kiezers nauwelijks enige zeggenschap hebben.  Opvolgers, door partijen aangeduid in een vooraf gechoreografeerde stoelendans.  Maak het democratische spel opnieuw helder.  Laat elke kandidaat zetelen in dat parlement, waarvoor hij het laatst verkozen werd.  Geen terugkeer meer naar een vorig parlement.  Geen terugkeer meer naar een vorig postje.  Schuif die opvolgers aan de kant.  Laten wij het doen zoals bij de gemeenteraadsverkiezingen.  De eerste opvolger is dan de eerste niet-gekozen kandidaat met het meeste aantal stemmen.  De stem van de kiezer krijgt dan opnieuw waarde.  De grip van de partij wordt zo opnieuw een beetje minder.
 
Maak één federale kieskring.  Laat een aantal politici zich verkiezen in heel België.  Dat heeft een aantal voordelen.  Het argument ‘één land, twee democratieën’ verliest op die manier aan wervende kracht.  Partijen uit de beide landsdelen leren elkaar opnieuw kennen.  Omdat zij daartoe min of meer gedwongen worden.  Zij dienen hun programma over het hele land te verdedigen.  Zij dienen hun gevoerde beleid over het hele land te verdedigen.  Niet enkel in Vlaanderen.  Niet enkel in Wallonië.  Het gevoerde beleid door een federale regeringsploeg en zijn verschillende ministers moet over het hele land kunnen gehonoreerd worden.  Federale ministers moeten door het hele land kunnen beoordeeld worden.  Zij moeten kunnen beloond of afgestraft worden.  Juist omdat hun genomen maatregelen voor het hele land gelden.  Zowel voor de Vlamingen als de Walen.  Hun beleid maakt geen onderscheid.  De stem van de kiezer zou dat ook niet mogen doen.
 
Ik heb het boek van Ivan De Vadder gelezen.  Met deze brief kom ik tegemoet aan zijn vraag.  Met deze brief trek ik aan de alarmbel, zoals door hem gevraagd.  Hij suggereert in zijn boek nog meerdere dingen.  Hij pleit voor de afschaffing van de senaat.  Hij pleit voor een onafhankelijke commissie van academici, sociale partners en oud-parlementsleden, die beslissen over de wedde en de vergoedingen van de parlementsleden.  Hij vraagt na te denken over de noodzakelijkheid van samenvallende verkiezingen.  Over het al dan niet invoeren van een meerderheidsstelsel, naar analogie met het Verenigd Koninkrijk.
 
Ik heb mij beperkt tot drie puntjes uit zijn boek.  Drie puntjes waarvan de invoering gemakkelijk kan gebeuren.  Alle partijen hebben hierover in het verleden al uitspraken gedaan.  Uitspraken waaruit een zekere overeenstemming spreekt.  Uitspraken die een compromis zeker haalbaar moeten maken.  Ik vraag u, maak er werk van.  Een grotere helderheid zal het gevolg zijn.  Ons democratisch systeem zal er wel bij varen.

Met vriendelijke groeten.

4 opmerkingen:

  1. Hallo Wim,

    Ik heb jouw tekst gelezen en kan leven met al wat je zegt met uitzondering van de alinea over stemplicht.

    Als er nu al 10 % van de kiezers niet komen opdagen ( en daar mag men wat mij betreft veel strenger tegen optreden ) hoevelen zullen dan niet gaan stemmen als er geen opkomstplicht meer is.

    Tussen 30 en 50 % zoals nu het geval is in sommige landen? Verkiezingen met zo’n lage participatie kunnen bezwaarlijk een democratisch voldoend gelegitimeerd parlement en regering opleveren vind ik.

    Onderzoek leert ons daarenboven dat de afhakende kiezers in hoge mate lager opgeleide medeburgers zijn die vaak tot de lagere inkomensgroepen behoren. Zij die wel gaan kiezen zijn bijgevolg geen getrouwe weergave van de verhoudingen in de samenleving. De partijen weten dit ook en zullen bijgevolg meer rekening houden met de vermeende ( of gepeilde ) overtuigingen van zij die wel gaan kiezen. Het gevoerde beleid dreigt dus eerder met de belangen van de hogere inkomens rekening te houden. Het feit dat België behoort tot die landen waar de ongelijkheid in de voorbije twintig jaar veel minder groeide dan in onze buurlanden heeft volgens mij mede te maken met het feit dat alle partijen weten dat lagere inkomensgroepen in België wel in grote aantallen gaan stemmen.

    Als links politicus én als democraat vind ik de afschaffing van de opkomstplicht dus een slechte zaak en daarom ben en blijf ik opkomen voor de stemplicht.

    Mvg,

    Dirk

    Dirk Van der Maelen
    Voorzitter Commissie van buitenlandse zaken
    Kamerlid sp.a

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Wim,

    Ik heb uw opiniestuk gelezen, maar de tijd ontbreekt me om hierop te reageren. Wat de opvolgers betreft, ben ik persoonlijk voorstander om dit systeem af te schaffen. Inzake de opkomstplicht blijf ik twijfelen maar neig ik meer dan vroeger naar puur stemrecht zonder opkomstplicht.

    Vriendelijke groet.

    Ward Kennes
    Burgemeester van Kasterlee
    Vlaams volksvertegenwoordiger

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste mijnheer Backx,

    Ik ben het ook net als u eens met dhr. De Vadder.

    Dank u voor uw mail.

    Vriendelijke groeten.

    Ann Brusseel
    Vlaams volksvertegenwoordiger
    Senator
    Gemeenteraadslid Anderlecht

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Geachte,

    Voor Groen is democratie meer dan om de zoveel tijd gaan stemmen om vertegenwoordigers te verkiezen. Groen wil die ‘representatieve democratie’ aanvullen en verrijken met allerlei vernieuwende vormen van betrokkenheid. Om mensen - ook tussen de verkiezingen door – daadwerkelijk te laten deelnemen aan het beleid zet Groen in op informeren, op raadplegen en op adviseren, maar ook op medeontwerp en coproductie. Voor Groen zijn het de mensen die het beleid mee ontwerpen, er mee over beslissen en het mee mogelijk maken. Daarbij maken we ook gebruik van internet en sociale media. We willen een ‘glazen democratie’: doorzichtig en heel open.

    Groen wil meer en betere inspraak. De kritiek dat te veel inspraak het beleid zou hinderen, is helemaal niet terecht. Te laat georganiseerde inspraak levert vaak wél frustraties op, omdat de plannen niet meer kunnen worden aangepast of omdat vergevorderde plannen dan vaak grotendeels moeten worden herwerkt. Daarom worden inspraak en participatie zo vroeg mogelijk in het besluitvormingsproces georganiseerd. Tijdige en goed georganiseerde inspraak voorkomt frustraties en versterkt en vergemakkelijkt het besluitvormingsproces.

    Groen wil ook de parlementaire democratie versterken. We willen onder andere een deel van de kamerleden in een federale kieskring verkiezen, het stemrecht voor niet-Belgen uitbreiden en versoepelen en de politieke macht van het koningshuis afschaffen. We willen strengere beperkingen op cumul, een correct loon voor parlementsleden en duidelijkere regels rond lobbying. Dat komt de politieke integriteit ten goede.

    Een moderne en sterk presterende overheid valt niet eenvoudigweg te vatten in cijfers over het overheidsbeslag of het aantal ambtenaren. Groen vindt dat te eenzijdig en te negatief. Groen wil op de best mogelijke manier een kwalitatieve dienstverlening voor de burgers uitbouwen. Dat doe je niet door alles bij het oude te laten, maar net zo min door de publieke dienstverlening blind af te bouwen.

    Met vriendelijke groet,

    Kristof Calvo
    Kamerlid en fractieleider Groen-Ecolo

    BeantwoordenVerwijderen