Beste Henk,
Beste Rob,
Beste Robert Jan,
Deze week zag ik de documentaire Over Grenzen – 40 jaar Nits. Terwijl ik keek moest ik denken aan mijn
grote broer. U kent mijn grote broer
niet. Daarvan ben ik meer dan
overtuigd. Heel waarschijnlijk moet u
daarom de neiging onderdrukken deze brief aan de kant te schuiven. Want waarover gaat dit? Op welke manier zijn jullie
betrokken partij in dit verhaal? Ik wil jullie nog even geduld vragen. Via een omweg kom ik tot datgene waartoe ik
wil komen. De rechte weg is niet altijd
de meest interessante weg. Toch niet in
verhalen. Toch niet in brieven. Een ommetje kan in die gevallen best leuk
zijn.
Mijn grote broer. Eeuwige dank
ben ik hem verschuldigd. Bijna zou ik
zeggen dat hij mij gered heeft. Niet
letterlijk. Ik was een brave
jongen. Ik week niet af van het rechte
pad. Ik liet mij niet verleiden tot
illegale verlokkingen. Op die manier
hoefde hij mij niet te redden. Hoe dan
wel? Moet iemand nog op een andere manier gered worden? Ik denk het wel. Laat mij u vertellen dat mijn grote broer mij
muzikaal redde. In het muzikale
landschap kunnen honderden wegen bewandeld worden. Zonder een goede gids kan men al snel
verdwalen. Men kan de verkeerde afslag
nemen en afstevenen op de wansmaak. Het
kan gebeuren. Dat gevaar dreigt. Mijn broer heeft mij daarvoor behoed. Hij was mijn gids.
Hij bracht mij tot Echo and the Bunnymen. Tot U2 en Simple Minds. Hij bracht mij tot Joy Division en Au Pairs. Tot The Cure en The Smiths. Tot
The Undertones en Altered Images. Hij
bracht mij tot Fad Gadget en Fischer Z. Tot R.E.M. en The Comsat Angels. Hij bracht mij tot The Chameleons en Icehouse. Tot Big Country en The Sound. Nu lijken de meeste van die namen een
evidentie maar toen, in het begin van de jaren tachtig, moesten die namen nog
ontdekt worden. Mijn broer deed die
ontdekkingen. Hij bracht platen van die
vele groepen naar zijn kamer. Die
slaapkamer werd een schatkamer. Een
schatkamer van opgeslagen muziek.
Telkens hij een nieuwe plaat had gekocht, riep hij mij naar zijn
kamer. Ik werd ontboden. Op audiëntie.
Op zijn slaapkamer liet hij mij zijn nieuwe ontdekkingen horen. Ik luisterde.
Ik liet mijn broer de nieuwste weetjes rond die ene groep vertellen.
Meerdere malen ben ik bij afwezigheid van mijn broer zijn slaapkamer
binnengedrongen. Zonder zijn medeweten
en goedkeuring nam ik op zijn kamer cassettes op. Ik gebruikte zijn muziekinstallatie. Met de grootste voorzichtigheid. Met de grootste omzichtigheid. Compilaties maakte ik van de goede
smaak. Van de nieuwe smaak. Om dan op mijn kamer af te spelen. Honderden keren. Duizenden keren.
Mijn grote broer was mijn gids.
Mijn leermeester. Maar heel af en
toe ging ik ook op zoek. Op
ontdekkingstocht. In de Wetterse
discotheek. Daarmee bedoel ik dan niet
de plaatselijke danszaal. Neen, een
discotheek is net hetzelfde als een bibliotheek. Met dat ene verschil dat in een discotheek
platen worden uitgeleend. Ik was
lid. Een actief lid. Bijna wekelijks ging ik op zoek naar muzikale
schatten. Om mijn leermeester te
verrassen. Om hem te bewijzen dat ik een
goede leerjongen was. Om hem te tonen
dat ook ik kon ontdekken.
Eén van mijn eigen ontdekkingen, waar ik toen bijzonder trots op was,
was New Flat van The Nits. Waarom ik die
ene plaat meebracht naar huis? Ik weet het niet. De groepsnaam was mij totaal onbekend. Misschien werd ik wel aangetrokken door die
eenvoudige hoes. Een azuurblauwe hoes
met witte letters. Eenvoud kan
verlokkelijk zijn. Eenvoud kan
nieuwsgierigheid aanwakkeren. Toch bij
mij.
Meerdere keren heb ik die plaat meegebracht naar huis. Uitlenen.
Terugbrengen. Uitlenen. Terugbrengen.
Ontelbare keren heb ik dat gedaan.
Nieuwe muziek, dat was mijn gevoel.
Nog nooit eerder gehoord. Beetje
eigenzinnig. Een uniek en eigen geluid. Grappig ook, beetje clownesk. Maar bovenal, prachtig!
New Flat was mijn eerste kennismaking met The Nits. Ik bleef de groep volgen. Voornamelijk via de vele radiohits. Nescio, In the Dutch Mountains, JOS Days, The Dream, The Train, Soap
Bubble Box, … Dan was het plots gedaan.
Het was over. Voorbij en gedaan. Ik was jullie kwijt. Ik had een andere afslag genomen. Kwam op een weg uit waarop The Nits niet meer
reden. Wij kwamen elkaar niet meer
tegen. Niet op de radio. Niet in de dicotheek. Andere, nieuwere ontdekkingen kwamen in de
plaats. Nieuwere ontdekkingen drukten
Nits naar de achtergrond. In de
vergetelheid.
Tot deze week. Tot ik die
documentaire zag. Uit de achtergrond
trad opnieuw die groep naar voor. Die
groep, waarvan ik ooit die ene plaat had ontdekt. Die groep, waarvan die ene plaat mij zoveel plezier
had geschonken. Terwijl ik naar die
documentaire keek, werd ik opnieuw nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar die vele muziekjes. Na het uitkijken ben ik in mijn
platencollectie gesprongen. Ik heb
NitsHits opgegraven. Ik heb die
onmiddellijk in de cd-lade geschoven. Ik
heb geluisterd. Ik heb begrepen. Begrepen waarom ik die groep ooit heb
gevolgd. Omdat die groep verdomd goed
was. Verdomd goed is. Daarom.
Enkel en alleen daarom.
Via deze brief wil ik jullie nog heel kort even bedanken. Voor dat niet te beschrijven gevoel. Dat fantastische gevoel te beseffen een
vernieuwende en steengoede band te hebben gevonden. Dat gebeurt niet vaak. Heel zelden gebeurt het zelfs. Maar met New Flat had ik dat gevoel. Daarvoor wil ik u nog even danken.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Het Uur van de Wolf – Over grenzen – 40 jaar Nits.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten