Beste Koen,
Het zou een moeilijke avond worden.
Dat dacht ik. Dat verwachtte
ik. U moet het niet persoonlijk
nemen. U had geen schuld aan deze
verwachtingen. De avond tevoren had ik
een feestje gehad. Het was laat
geworden. Niet echt laat maar wel moest
ik vroeg op. Ik moest inboeten aan mijn
slaapdosis. Ik heb voldoende bedrust
nodig. Dat ervaar ik met het ouder
worden. Ouder worden is leuk maar dat
proces heeft zo zijn mindere kantjes. Ik
had onvoldoende geslapen. Ik vreesde dat
ik zou indommelen tijdens de voorstelling.
Bovendien hoorde ik net vóór het binnengaan van de zaal iemand zeggen
dat wij best onze lach zouden wegbergen.
Dat de voorstelling behoorlijk zwaar was. Als gewaarschuwd man trad ik de zaal
binnen. U weet, een verwittigd man is er
twee waard. Zelfs als hij vermoeid is.
Het scenario, dat zich ontwikkelde bij het begin van de voorstelling,
leek mijn bange vermoedens te bevestigen. Ik leek overmand te worden door de slaap. Ik vocht.
Vol goede moed niet toe te geven.
Ik moest wakker blijven. Ik
dommelde bijna in. Mijn hoofd knikte
herhaaldelijk. Knikkebollen, zoals zij
zeggen. Maar telkens schrok ik
wakker. Niet luidop, wel stilletjes. Ik wou u niet storen. Ik wou u geen deelgenoot maken van mijn
strijd.
Ik won de moeilijke strijd. Het
lukte mij die vermoeidheid af te schudden.
Daar ben ik u dankbaar voor. Want
u had een belangrijk deel in mijn zege.
In mijn overwinning. Ik hoorde u
praten. Op een dergelijke wijze dat ik
uw volledige verhaal wou horen. Op een
dergelijke manier dat ik niks wou missen.
Uw stem, uw praten overtuigde mij bij de les te blijven.
Ik vatte sympathie op voor uw personage. Dat was niet moeilijk. Dat was gemakkelijk. Zo zou Kamiel Spiessens het zeggen. Jawel, soms hoeven wij citaten niet te zoeken
bij de grootste filosofen of denkers. Uw
personage en ik hadden iets gemeen. Niet
het beroep. Het vak van papierpletter is
helemaal niks voor mij. Elke dag mij
laten onderdompelen in een stinkend kelderhol, daarvoor pas ik. Mijn ambities reiken net dat ietsje hoger. Wat wij wel gemeen hebben, is de passie voor literatuur. De liefde voor boeken. Dat herken ik. Dat delen wij. In die constante aanvoer van afval vindt u
troost in die enkele parels. Uit die
enkele boeken tussen het vuil papier haalt u kennis. Levenswijsheid. Uit die enkele zinnen, geplukt uit de wereldliteratuur,
puurt u een houvast. Een houvast voor uw
leven.
U bent niet enkel gepassioneerd door de literatuur. Neen, ook uw vak neemt u ernstig. U bent een ambachtsman. Eén van de weinige nog. In uw ogen is uw vak zo veel meer dan enkel
afvalverwerking. Enkel op dat ene knopje
duwen om die tonnen afval tot balen te verwerken, dat zou te eenvoudig
zijn. U doet meer. Bijna verheft u uw ambacht tot kunst. In uw kelder tovert u elke baal om tot een
kunstwerk. Volgens een vast
ritueel. Ik zal niet verklappen welk
ritueel dat is. Bepaalde recepten moeten
geheim gehouden worden. Dat geheim maakt
een gewone kok tot chef. Het door u
gecreëerde kunstwerk is misschien niet zichtbaar voor de omstanders maar in uw
hoofd bent u overtuigd van het aparte van uw vak. Net zoals een kok ingrediënten toevoegt aan
zijn gerechten, doet u hetzelfde met die balen.
U voegt toe. Volgens eigen
goeddunken. Volgens eigen inspiratie.
In die onderwereld, in die ondergrondse vuilnisbelt vindt u rust. Hier functioneert u. Iets wat u heel waarschijnlijk niet zou
lukken in de bovenwereld. In de echte
wereld. Uw zoektocht naar de zin van het
leven lijkt in deze ondergrondse succes te hebben. Hier lijkt u alles te kunnen ordenen. Hier lijkt u die echte wereld te begrijpen. Hier bent u zichzelf. Hier vormt u zichzelf.
Wanneer uw wereldje dan
bedreigd wordt, komt u in opstand. U revolteert.
U gaat wild tekeer. Plots wordt u
geconfronteerd met mastodonten. Met
reuzen. U wordt geconfronteerd met
ondernemingen, voor wie afval verwerken enkel dat is. Niks meer.
Zeker niks minder. Bedrijven
zonder enige passie. Bedrijven in wiens
ogen niet de liefde voor literatuur brandt maar wel de liefde voor
cijfertjes. Die bedrijven gaan niet op
zoek naar die enkele pareltjes. Neen,
zij gaan op zoek naar het grote geldgewin.
U begrijpt het niet. U kan het
niet begrijpen. Zoveel onbegrip had u
niet verwacht. U had niet verwacht dat
al het mooie, dat u dagelijkse ervaart in alle kleine dingen, zo gemakkelijk
kan vertrapt worden. Uw wereldje dreigt
vernietigd te worden. Plots krijgt uw
kleine verhaaltje die grotere dimensie.
Uw verhaal eindigt. In een
laatste daad van protest. Ik had uw
vinger willen wegduwen van die ene, groene knop. Opdat u het niet zou doen. Ik had u willen toeroepen. Neen, doe het niet, neen, neen, neen, dat had
ik willen toeroepen. Maar ik kan het
niet. Ik mag het niet. Ik ben een deel van het publiek. Geen deel van de voorstelling. Dus moet ik zwijgen. Dat is mijn rol.
Donderdagavond schonk u mij een pracht van een voorstelling. Donderdagavond verdreef u de slaap uit mijn
hoofd. Uit mijn ogen. U nam mij mee op een heerlijke reis. Doorheen een stinkende onderwereld vol afval
waar het toch meer dan aangenaam vertoeven was.
Ik dank u.
Met vriendelijke groeten.
Speellijst:
Trailer:
Hallo Wim. Ik ken het boek. Dank voor je enthousiaste recensie. Ik ga het stuk zien in De Brakke Grond in Amsterdam. Ik werk in de boekhandel van Perdu, dus voor de Salon op vrijdag 23 oktober hoef ik geen kaartje te kopen.Weet jij misschien dit? Wie maakte van het boek een toneeltekst? Of doen ze dat bij Zuidpool allemaal zelf? ps. Ik vertaalde zelf een klein boekje van Hrabal "Danslessen voor gevorderden", een tekst uit 1948. Vriendelijke groet! Marie Roelofsen Amsterdam
BeantwoordenVerwijderen