De vraag werd gesteld. Of ik
geen interesse had een opname bij te wonen.
Die vraag klonk als een uitnodiging.
Zo werd het door mij geïnterpreteerd.
Nu heb ik van mijn ouders geleerd uitnodigingen steeds beleefd te aanvaarden. Een afwijzing was volgens hen mogelijk mits
een goed onderbouwde argumentatie. Die
redenen vond ik niet onmiddellijk. Hoefde
ik ook niet te vinden. Een afwijzing was
niet aan de orde. Ik aanvaardde de
uitnodiging. Een uitnodiging voor een
nieuwe ervaring.
Was ik enthousiast? Neen, niet onmiddellijk. Eerlijkheid is het hoogste goed. Ook dat werd mij meegegeven door mijn
ouders. Op een gestelde vraag zoek ik
dan ook naar een eerlijk antwoord. Ik
wil u niet wegleiden met ontwijkende antwoorden. Met nietszeggende antwoorden. Een duidelijk antwoord, dat is wat ik u wil
geven.
Mijn voorbehoud tegenover het programma werd ook niet weggenomen door
de muzikale gasten. De Romeo’s en De
Grietjes, dat waren de teams. Met hen
zou ik het moeten doen. Neen, zij
wakkerden mijn enthousiasme niet aan.
Zij zorgden niet voor de nodige ‘boost’.
Hun repertoire sloot niet aan bij mijn muzikale voorkeuren. De kloof tussen hun repertoire en mijn
voorkeuren was niet snel te overbruggen.
Zelfs niet met die wonderlijke zevenmijlslaarzen. Maar ik had de uitnodiging aanvaard. Ik moest doorheen die zure appel bijten. Vluchten kon niet meer.
Met dat voorbehoud stapte ik de opnamestudio binnen. Ik nam plaats. Achter De Grietjes. Hun kamp wou ik vervoegen. Voor hen zou ik supporteren. Voor hen zou ik juichen bij het maken van een
punt. Voor hen zou ik jouwen bij het
verlies van een punt. Dat zou ik doen. Met mijn komst als supporter had ik mij immers
geëngageerd. Afwachtend aan de kant
blijven staan is dan niet langer een optie.
Ik nam plaats op mijn zitje. Klaar
voor actie. Maar toch nog met de nodige
vraagtekens.
Die vraagtekens werden één voor één weggegomd. Uitgevlakt.
Door een meer dan enthousiaste publieksopwarmer. Grappen en grollen, het leek een
wondermiddel. Hij deed het nodige
sloopwerk. Ik vergat mijn
voorbehoud. Ik zou mij smijten, dat nam
ik mij voor. Ik was klaar. Klaar voor een glansprestatie. Weliswaar aan de zijlijn. Maar ook dat is best nuttig. Tenslotte kan een oorlog niet gewonnen worden
zonder die gewone, simpele soldaat.
Het werd een feest. Ik sprong
op als ik moest opspringen. Mijn handen
gingen op elkaar als zij op elkaar moesten gaan. Ik schreeuwde als ik moest schreeuwen. Ik juichte als ik moest juichen. Ik zweeg als ik moest zwijgen. Ik danste als ik moest dansen. Heel waarschijnlijk zou u kunnen denken dat
ik werd aangestuurd. Als een robot,
vanop afstand. Maar dat was het
niet. Ik was de publieksopwarmer
vergeten. Ik was die camera’s vergeten. Ik feestte omdat ik wou feesten. Omdat ik mij wou amuseren. Omdat ik een fijne avond wou.
Sing that Song. Neen, ik had
het niet gedacht. Neen, ik had het niet
verwacht. Maar het werd mooi. Het werd goed. Mijn voorbehoud smolt weg. Enthousiasme kwam in de plaats. Een fan van De Romeo’s zal ik niet
worden. Een fan van De Grietjes
evenmin. Dat zou dan weer te veel
gevraagd zijn. Wel zal ik vanaf heden
een vurig pleitbezorger worden van het programma. Want ik zag een enthousiast team aan het
werk. Ik zag een eenvoudig concept, dat
wonderwel werkte. Ik zag en voelde een
plezier, dat zich uitzaaide over het publiek.
Dat iedereen aanstak. Dat de
grootste zeurkous (let wel, dat ben ik niet) tot een niet te houden fuifbeest
kan omtoveren.
Zou ik een volgende uitnodiging aanvaarden? Jawel. Zonder enige twijfel. Met vol enthousiasme. Enig voorbehoud zou ik niet meer maken. Integendeel.
Ik zou mijn beste dansschoenen aantrekken omdat ik weet dat stilzitten
geen optie is.
Daarom aan iedereen, bedankt.
Het kippenvelmoment:
Silvy De Bie – All of me.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten