Beste Kris,
Beste Charles,
U hebt het druk. Heel
druk. Dat weet ik. Dat besef ik.
U storen zou niet mogen. Het land
heeft u nodig. In die omstandigheden is
afleiding niet aan de orde. Toch doe ik
het. Toch durf ik het aan uw aandacht te
vragen. Omdat ik meen dat het de
verkeerde kant uitgaat. Omdat ik meen
dat de regeringsonderhandelingen een richting uitgaan, die mij doet vrezen.
Uit de berichtgeving betreffende de onderhandelingen meen ik een te
eenzijdige focus te mogen afleiden. Al
te zeer bent u gericht op die dubbele doelstelling: begrotingsevenwicht en
banengroei. Dat kan terecht zijn. Die focus kan te verdedigen zijn. Maar die focus lijkt in verdrukking te komen
als wij gaan beseffen dat andere domeinen ondergesneeuwd raken. Terwijl u streeft naar de realisatie van de
volgens u noodzakelijke economische hervormingen, lijkt u te vergeten dat
hervormingen op andere gebieden net zo hoogdringend zijn.
Ik blijf nogal in het vage. U
hebt weinig tijd. Laat mij daarom duidelijker
zijn. Op het vlak van justitie lijkt de
aangekondigde kracht van verandering nauwelijks te spelen. Alles blijft bij het oude. Een vernieuwend beleid is geen noodzaak. In de media lees ik dat wordt gedacht aan een
mogelijkheid voor de verdachte om een strafafspraak te maken na een
schuldbekentenis. Echt baanbrekend is
dit niet. Er wordt overwogen om de
manier waarop korpschefs voor de rechtscolleges worden aangeduid te herzien. Terwijl de Hoge Raad voor Justitie momenteel
één naam voorlegt aan de minister zou met het nieuwe voorstel de minister een
keuze kunnen maken uit meerdere namen. Echt
vernieuwend is dit niet. Integendeel,
een terugkeer naar de politieke benoemingen lijkt hiermee in de maak. Zouden bepaalde partijen de tijd rijp achten voor
een volgens hen nodig inhaalmanoeuvre?
Neen, echt veel dadendrang op gerechtelijk gebied meen ik niet vast te
stellen. Nochtans zijn er heel wat
uitdagingen. Dat hebben de voorbije
weken overduidelijk gemaakt.
De drugsproblematiek. Enkele
weken terug was er het rapport van de Global Commission on Drug Policy. De leden van deze commissie schrijven in dit
rapport dat de gezondheid moet primeren boven de strafvervolging. Gezondheid moet centraal staan. Zij stellen voor een einde te maken aan het
opsluiten van niet-gewelddadige kleine gebruikers. Dat er meer moet geïnvesteerd worden in
preventie en behandeling van druggebruik.
In België wordt met de drugsbehandelingskamer een bescheiden poging in
die richting ondernomen. In die kamer
wordt samen met de rechter en de hulpverlening een behandelingstraject voor de
verslaafde uitgewerkt. Aan het eind van
de rit volgt het eindvonnis. De
resultaten van dit project kunnen als positief omschreven worden. Vijfenzeventig procent pleegt geen misdrijf
meer in de eerste achttien maanden na het traject.
Het succes van de Gentse drugbehandelingskamer vraagt om
navolging. Dat zouden wij denken. Maar dat gebeurt niet. In politieke kringen blijft het stil. Initiatieven, die hun nut bewijzen, verdienen
beter. Maar een focus op repressie lijkt
stoerder. Lijkt te suggereren dat de
overheid de problemen daadwerkelijk aanpakt.
Maar dat doet zij niet. Heel even
nemen zij gebruikers weg uit de maatschappij.
Opsluiten is geen oplossing. Het
is een wegmoffelen. De andere kant
opkijken en alles bij het oude laten. De
kracht van verandering? Toch niet in dit dossier.
Met de vraag tot euthanasie van Frank Van Den Bleeken wordt de
discussie rond internering op scherp gesteld.
Voor de behandeling van geïnterneerden werd ons land herhaaldelijk op de
vingers getikt door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De bouw van een Forensisch Psychiatrisch
Centrum leek de politici een excuus te geven.
Met die bouw lijken zij te bewijzen dat zij tegemoet komen aan de vele
(inter)nationale kritiek. Maar dat doen
zij niet. Of toch niet volledig. Want dit centrum is bedoeld om geïnterneerden
door te sturen naar de reguliere psychiatrie.
Of terug te sturen naar de maatschappij.
Mensen die vragen om een langdurige oplossing blijven ondanks de bouw
van dit Centrum nog steeds in de kou staan.
In bovenstaand geval is een vraag om euthanasie als ‘oplossing’ ver
voorbij het redelijke. Wij moeten
erkennen dat wij als maatschappij tekortschieten. Op enkele stemmen na blijft het oorverdovend
stil bij de politici. Bij hen nauwelijks
of geen verontwaardiging. Deze falende
stilte maakt mij bijzonder kwaad. Bijna
razend. De afwezigheid van
opvangmogelijkheden voor deze geïnterneerden kan niet getolereerd worden. Uw te vormen regering dient dit als een
prioriteit te zien.
Ik weet het, u zal zeggen dat bovenstaande beleidskeuzes geld
kosten. Dat is ook zo. Maar dan denk ik even verder. Dan denk ik aan het gemak waarmee beslist
wordt in het dossier van de Joint Strike Fighter. Een uitgave van vier miljard euro, zonder
enig probleem. Zonder noodzakelijk
voorafgaand debat over de toekomst van ons leger. In plaats van dit debat binnen een Europees
kader aan te gaan, wordt zomaar een blanco cheque uitgeschreven. Kopen en wij zullen wel zien. Iemand binnen het team van onderhandelaars
wil een nieuw speelgoedje?
Ik denk aan de lineaire lastenverlaging. Een lastenverlaging, waarvan hooggeachte
professoren het nut betwisten. In een
weekendinterview voeren professor Ive Marx en professor Paul De Grauwe aan dat
een lineaire lastenverlaging als middel om de tewerkstelling te stimuleren
buitengewoon inefficiënt en ongelooflijk duur is. Zelfs professor Konings,
door VBO-topman Pieter Timmermans aangehaald om de stelling van beide
professoren te weerleggen, erkent dat een lineaire lastenverlaging weinig
impact zal hebben. Een cadeautje aan de ondernemers,
waaraan de onderhandelaars ondanks de kritiek blijvend trouw zweren. Wat zal deze koppigheid ons kosten? Vier
miljard euro. Alweer.
Drugbehandelingskamers? Opvang voor onbehandelbare geïnterneerden? Het
zou mogelijk zijn. Alleen worden door de
onderhandelaars andere keuzes gemaakt.
Te eenzijdige keuzes. Keuzes met
een te hoog prijskaartje waardoor een vernieuwend sociaal beleid onmogelijk
wordt gemaakt. Een te sterke focus op
het begrotingsevenwicht en banengroei maakt u doof en blind. Doof voor afwijkende geluiden. Blind voor tegen de borst stuitende
feiten. Dat kan ik enkel betreuren. Diep betreuren. Of ik kan hopen dat u nog die andere kant
opstapt. Maar die kans is klein. Al te zeer bent u in de greep van
werkgeversorganisaties. Organisaties,
die al te luid roepen om lastenverlagingen en andere gunstmaatregelen.
Met vriendelijke groeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten