Beste Saskia,
Lange tijd had ik gedacht dat wij geen vrienden konden zijn. Vanwaar die gedachte? Ik weet het niet. Alhoewel.
Ik durf het toe te schrijven aan mijn neiging tot het hebben van
vooroordelen. Ik dacht vrij te zijn van
vooroordelen. Wanneer ik dit evenwel
luidop verkondig tegenover vrienden, lachen zij het weg. Om er achteraf aan toe te voegen dat ik die
wel degelijk heb. Al te vaak en al te
snel. Dat is één van de weinige
vervelende kantjes aan mijn persoon. Het
hebben van die vooroordelen meen ik te kunnen verklaren door mijn behoefte aan
zelfbescherming. Nood aan
zelfbescherming, die dan weer gevoed wordt door een zekere mate aan
onzekerheid. Als ik alles zo op een
rijtje zet, lijk ik een moeilijke jongen.
Maar dat ben ik niet. Ik durf mij
te typeren als een vrolijke gast. Een
gast, waarmee het fijn is te praten over de grote dingen en kleine dingen. Niet enkel over koetjes en kalfjes. De grote, politieke vraagstukken durf ik ook
wel aan te snijden.
Zoals ik al zei, ook tegenover uw persoon was ik niet vrij te pleiten
van vooroordelen. U had een mening. U had een overtuiging. U ventileerde die onderbouwde meningen. In kranten.
Op televisie. U twijfelde
niet. Nooit. U ging recht door zee. Die houding maakte mij een beetje bang. In uw houding kon ik nergens twijfel
bespeuren. U leek mij te zelfzeker. Die zelfzekerheid ging ik dan verwarren met
arrogantie. U ziet, ik ben een meester
in het leggen van verbanden. Verbanden,
ook al zijn zij gebaseerd op onterechte en foute veronderstellingen.
Ik had mijn vooroordelen. Ik
had u aan de kant gezet. Maar dan kwam
dat boek. Wij en ik, geschreven door
Saskia De Coster. Alom bejubeld. Erkend als een meesterwerk. Vaak werd het vergeleken met Vrijheid van
Jonathan Franzen. Die vergelijking was
heus geen klein bier. Dit was niet
zomaar een complimentje. Dit was een
zwaar statement. Een statement, dat
nogal wat verwachtingen creëerde. Zelfs
bij mij. Jawel, ik heb misschien wel
vooroordelen maar ongevoelig voor een goede argumentatie ben ik dan ook weer
niet.
Ik kocht het boek. Om te
lezen. Dat is wat ik met een boek
doe. Een weekendje met de familie leek
mij een mooie gelegenheid om dat lezen aan te vatten. Voor u mij beticht van asociaal gedrag, geef
ik u graag mee dat het lezen van een boek aanvaard wordt in onze familie. Zonder enig probleem kon ik mij afzonderen
zonder vragende blikken om verduidelijking en/of verantwoording te moeten
trotseren. Enkel in stilte kan ik
lezen. Weg van prikkels. Weg van mogelijke afleiding.
Vaak heb ik die stilte opgezocht.
Niet omdat ik mijn familie wou ontvluchten. Allen zijn mij dierbaar. Eén voor één heb ik hen lief. Daarin hoeft de reden voor mijn wegvluchten
geenszins gezocht te worden. Neen, het
was uw boek. Uw boek riep mij. Op alle mogelijke momenten. Uw boek en ik konden het goed vinden. Wij werden de beste maatjes.
U drijft de spot met de hardwerkende Vlaming. Dat is geen verwijt. Zeer zeker niet. Als ik om mij heen kijk, ontmoet ik heel
regelmatig kopieën van Stefaan Vandersanden.
Ik herken uw held in velen. Tot
mijn grote spijt. In uw boek vond ik een
klankbord. Uw boek echode mijn kijk op
ons Vlaanderen. Het Vlaanderen waarin
velen menen dat wat wij zelf doen zo veel beter doen. In uw boek lees ik niet enkel het persoonlijke
drama, dat zich binnen de familie Vandersanden ontwikkelt. In uw verhaal lees ik ook een politiek
statement. Het lijkt mij een totaalbeeld
te geven van uw meningen en opinies.
Met het lezen van uw boek werden mijn bestaande vooroordelen tegenover
uw persoon geslecht. Ik kwam tot
inzicht. Ik draaide bij. U ziet, ik ben niet hardleers. Koppig durf ik mij niet te noemen. Geen enkel probleem met het erkennen van
fouten. Van inschattingsfouten. Inderdaad, u hebt een mening. Maar dat schrikt mij niet meer af. Integendeel.
Met aandacht zal ik u in de toekomst volgen. Mijn angst viel weg. In die mate zelfs dat ik u zou willen
uitnodigen. Om samen op café te
gaan. Om het glas te heffen op Stefaan
Vandersanden. Een drink, bedoeld als wake.
U schreef een boek. Ik las een
boek. Elkeen heeft zo zijn taak. In het vervullen van mijn taak vond ik meer
dan grote voldoening. Ik zeg het u
daarom klaar en duidelijk. U schreef een
prachtig boek.
Met vriendelijke groeten.
Link:
Project 397: Saskia De Coster leest elke dag één pagina uit haar roman ‘Wij en ik’.
Dag Wim,
BeantwoordenVerwijderenEnorm bedankt voor een stuk waar ik van opkijk. Het is behoorlijk uitzonderlijk, dat mensen zo eerlijk zijn en hun oorspronkelijk oordeel durven ombuigen.
Respect! En dank!
Saskia