Een nominale bevriezing van de overheidsuitgaven. De Moesen-norm werd het kernpunt van het
economische verkiezingsprogramma van het N-VA.
Geen halfslachtig werk. Een
duidelijke visie, dat achtte de partij noodzakelijk. Al snel werd echter aan die duidelijkheid
geknaagd. Het was niet de minste die
begon met het knagen. De man, die zijn
naam geleend had aan de door N-VA gebruikte norm, wees op de foutieve
interpretatie van zijn norm. Volgens professor
Moesen maakte de partij een ernstige denkfout.
De economische daadkracht van het N-VA kreeg een serieuze knauw. Het bijsturen kon beginnen. De nominale bevriezing betrof enkel het
federale niveau. Het Vlaamse niveau blijft
gevrijwaard. Maar die bijsturing bleek
onvoldoende. Want het protest bleef
aanhouden. Een aanval door politieke
partijen en middenveldorganisaties werd geopend op het asociale karakter van
die maatregel. Want wat met de
pensioenen? Wat met de werkloosheidsuitkeringen en andere sociale uitkeringen? Wat
met defensie en politie? N-VA werd in de verdediging geduwd. Het draaien en keren kon beginnen. Pensioenen en uitkeringen werden vrijgesteld,
zo werd snel gecommuniceerd. Wat er dan
nog nominaal te bevriezen viel? Niemand die het weet. Het kernpunt brokkelde af. Duidelijkheid werd troebel. Heldere communicatie werd brabbelend
gewauwel.
Bevriezen? Toch niet zo een goed idee, zouden wij kunnen denken. Maar wij denken verkeerd. Enkele maanden terug kwam het boek van
professor Annemans uit. In zijn boek
beweert professor Annemans dat er binnen de gezondheidszorg tot vijfentwintig
procent verspild wordt. De N-VA grijpt
die bewering aan om ook binnen de gezondheidszorg te pleiten voor een nominale
bevriezing. Alweer moet dit standpunt
getuigen van voldoende daadkracht. Maar
alweer moet de partij in het zand bijten.
Want professor Annemans reageert.
Jawel, u kan de verspilling aanpakken.
Maar de professor pleit onmiddellijk dat geld te herinvesteren. In innovatie.
In preventie. In kwaliteit. De partij wordt opnieuw in de verdediging
gedrukt.
Het lijkt mij dat de partij het gemakkelijker heeft als zij terugvalt
op haar aloude mantra. Die mantra kan
kort samengevat worden in een afkeer voor de PS. Die afkeer vertaalt zich in weinig
onderbouwde waarschuwingen tegen een door de PS gedomineerde staat. Want in die staat wordt het sociale
profitariaat aangemoedigd en wordt het ondernemerschap gefnuikt. De hardwerkende Vlaming dreigt hiervan het
slachtoffer te worden. Die slogan wordt
eindeloos herhaald. Bedoeld om een
vijandbeeld te creëren. Bedoeld om de
Vlaamse kiezer rond dat vijandbeeld te verenigen. Dat vijandbeeld verengt het debat. Dat vijandbeeld stelt de keuze op scherp,
voor of tegen. Het scheppen van een
externe vijand vraagt geen duidelijke programmapunten. Het vijandbeeld is klaar en duidelijk, al de
rest mag baden in een grote vaagheid. De
kracht van verandering, die slogan moet volstaan.
Hoe die verandering bewerkstelligen? Voor de realisatie van die
verandering gaat N-VA kijken bij onze buur, Duitsland. Dat land is voor de partij het gidsland. Dat land is voor de partij het beloofde
land. Dat economische succesverhaal wil
de partij in eigen land kopiëren. Zij leest
enkel dat succesverhaal, voor de vele minpunten blijft zij doof. Die minpunten zijn er nochtans.
De kans op armoede in Duitsland steeg in de voorbije vijf jaar (2005 –
2011) met bijna 3,5% naar 15,8%. In
diezelfde periode liep de kans op armoede in België met zijn door de PS
gedomineerde regering terug van 11,3 naar 9,8%.
In diezelfde periode daalde in Duitsland wel de werkloosheidscijfers
maar hierbij dient een kanttekening geplaatst te worden. Vijf miljoen mensen werken in die zogenaamde
mini-jobs. Twee miljoen van hen heeft
een inkomen onder de vijfhonderd euro.
Deze mini-jobs creëren een nieuwe klasse: de klasse van de working
poor. Het enige voordeel dat dergelijke
jobs hebben, is een statistisch voordeel.
Die mensen verdwijnen uit de werkloosheidsstatistieken en dragen zo
valselijk bij tot het Duitse succesverhaal.
Zal de N-VA dat succesverhaal blindelings kopiëren? Of zal zij oog
hebben voor noodzakelijke, sociale bijsturingen? Ik vrees voor het ergste. De partij pleit voor een beperking in de tijd
van de werkloosheidsuitkeringen. Na twee
jaar werkloosheids- en één jaar activeringsuitkering valt de werkloze terug op
de sociale bijstand. Het brugpensioen
wordt afgebouwd en de wachtuitkering wordt afgeschaft. In haar programma bepleit de partij een
indexsprong en stelt zij voor all-inloonakkoorden tweejaarlijks te
onderhandelen op sectorieel niveau.
De kracht van verandering? Ik denk het niet. De veranderende kracht zal de werknemer
eerder verzwakken dan versterken. De
slogan blijkt een holle slogan te zijn.
Een slogan, die geenszins blindelings mag nagehold worden. De partij heeft momenteel de wind in de
zeilen. Toch hoop ik dat de wind nog
tijdig zal keren. Dat de kiezer tijdig
zijn ogen opent. Want het door de N-VA
beloofde toekomstbeeld wil ik geenszins delen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten