dinsdag 4 september 2018

Mijn reisverhaal Iran. Dag 1: Brussel - Istanbul - Teheran.

Wanneer begint de voorbereiding van een reis? Moet de reiziger onmiddellijk na het boeken van de reis aan de slag? Dat kan een optie zijn.  Ik doe het anders.  Op aangeven van Godfried Bomans.  Zijn wijze raad las ik in Wandelingen door Rome.  Voorbereiding raadde hij ten stelligste af.  Omdat het verwachtingen creëert.  Verwachtingen die vaak niet ingelost worden.  Dat leidt tot ontgoocheling.  Dat moet vermeden worden.  Daarom geeft hij de reiziger mee geen voorbereidingen te treffen.  Laat u verrassen, dat is zijn besluit.
 
Ik ga in dat besluit mee.  Tot op een zeker punt.  Thuis lees ik geen enkele reisgids.  Bewust laat ik deze aan de kant.  Pas op het vliegtuig verdiep ik mij in het land van bestemming.  Pas dan worden de reisgidsen bovengehaald.  Pas dan begin ik te lezen.  Op het vliegtuig begint mijn eerste studieronde.  Pas dan laat ik mij verleiden tot een inleiding op Iran.  
 
Ik lees over de geschiedenis van het land.  Een zeer beknopt overzicht.  Het lijkt alsof ik opnieuw op de schoolbanken zit.  In dat beknopte, historische overzicht zie ik namen passeren, die ik hoorde op die schoolbanken.  Tijdens de lessen geschiedenis.  Darius de Grote.  Xerxes.  Marathon.  Salamis.  Alle beelden komen mij weer voor de geest.  Ik voel hetzelfde enthousiasme als toen op de schoolbanken.  Ik hing aan de lippen van de leraar.  Ik nam zijn verhalen diep in mij op.  In die verhalen ontdekte ik helden.  Helden, die tot mijn verbeelding spraken.  Helden en verbeelding, het kan een gevaarlijke combinatie zijn voor een kleine jongen.  Die combinatie kan de fantasie prikkelen.  Waardoor ik verhaaltjes ging bedenken.  Met mij in de hoofdrol.  Jawel, die lessen geschiedenis waren een heerlijke tijd.  Een heerlijke tijd, die ik nu op het vliegtuig herbeleef.  Hoog in de lucht.
 
Ik lees over de gebruiken van het land.  Gekende gebruiken.  Vreemde gebruiken.  Zo lees ik dat mannen geen short dragen.  Een T-shirt is voor mannen dan weer wel toegelaten.  Voor de mannen zijn lange mouwen geen noodzaak.  Die zijn dan wel weer verplicht voor de vrouwen.  Net zoals een hoofddoek.  Die moet overal gedragen worden.  Dat was geen verrassing.  Dat was geen nieuws.  Meerdere malen vóór het afreizen werden wij hierop gewezen.  Wij wisten van deze vestimentaire restricties.  Wij hadden onze voorzorgen genomen.  In onze koffers zaten dingen, die nauw zouden aansluiten bij de heersende Iraanse mode.  Wij zouden geen buitenbeentje zijn.  Wij zouden opgaan in de massa.
 
Andere verboden leken mij dan eerder vreemd.  De neus mag niet luidop gesnoten worden.  Neuspeuteren is uit den boze.  De duim mag niet omhooggestoken worden.  Voor de eerste twee kan ik nergens een verklaring vinden.  Ik moet het voor waar aannemen.  Dat valt mij moeilijk.  De opgestoken duim zou gelijkstaan met onze opgestoken middelvinger.  Fuck off.  Maar dan in het Farsi.  Die gevoeligheid kan ik wel begrijpen.  Niemand heeft veel zin om tegen een opgestoken middelvinger aan te lopen.  Ik zal de duim naar beneden houden.  Dat neem ik mij voor.  Ik wil niemand shockeren.  Ik wil niemand voor het hoofd stoten.
 
Ik lees over de Iraanse keuken.  Ik lees over goesjt, een maaltijdsoep.  Die tip plaats ik op mijn Iraanse to-do-lijstje.  Dat wil ik proeven.  Dat zal ik proeven.  Andere dingen zoals nagerechten zal ik dan weer moeten ontberen.  Desserts maken geen deel uit van de Iraanse keuken.  Of toch in slechts zeer beperkte mate.  Geen of weinig zoetigheden na het eten.  Wel wordt fruit aangeboden na de maaltijd.  Een gezond alternatief.  Ik ben een zoetbekje.  Ik zal het missen.  Maar niet in die mate dat ik meteen de terugreis zal aanvatten.  Ik kan wachten.  Ik heb mijn verslaving onder controle.  
 
Nu zou u kunnen denken dat ik op het vliegtuig continu met mijn hoofd in de boeken zit.  Dat is niet zo.  Afwisseling is noodzakelijk.  Behalve in de liefde.  In de liefde wordt afwisseling ten stelligste afgeraden.  Mijn afwisseling in aangenaam tijdverdrijf zoek ik in de film en de muziek.  De keuze aan goede films is uitgebreid.  Ik had kunnen kiezen voor Dunkirk.  Ik had kunnen kiezen voor The shape of water.  Ik had kunnen kiezen voor I, Tonya.  Toch kies ik geen van deze drie.  Ik ga voor Murder on the Orient Express.  Misschien niet meteen de beste film.  Sentimentele redenen voeren mij naar deze film.  Jeugdsentiment drijft mij naar deze keuze.  Bij die film moet ik denken aan de vakanties in Zwitserland.  Elke keer weer mochten mijn broers, mijn zus en ik een aantal boeken meenemen.  Vaak kozen wij voor boeken van Agatha Christie.  Onze ouders hadden ons vertrouwd gemaakt met die detectiveromans.  Wij waren gek op die verhalen.  Bij elk boek opnieuw trachtten wij de moordenaar te ontmaskeren.  Slechts heel zelden slaagden wij in onze opzet.  Al te vaak verdachten wij de verkeerde.  Maar die dwalingen doofden onze lust tot lezen niet.  Integendeel.  Telkens weer begonnen we aan een nieuw boek.  In de volle overtuiging dat wij nu wel de moordenaar in de kraag zouden vatten.  Met eenzelfde intentie kijk ik op het vliegtuig naar de film.  Ik word weer dat jongetje.  Dat jongetje dat het geheim wilt ontrafelen.
 
Niet enkel is er cinematografisch vertier.  Ik vind ook muzikale verpozing.  Niet enkel vind ik muzikale verpozing, ik doe voorwaar een muzikale ontdekking.  Mijn beweegredenen ken ik nog altijd niet maar ik koos voor het album Von Mensch zu Mensch.  Van de Duitse band Unheilig.  Waarom ik voor dat album koos? Waarom ik uit dat grote aanbod dat ene album koos? Ik kan het niet zeggen.  Nieuwsgierigheid zou een verklaring kunnen zijn.  Wat ik hoor was mij onbekend.  Ik luister naar Neue Deutsche Härte.  Eén van de vele variaties binnen hardrock/metal.  Donkere zang in combinatie met hard gitaar- en drumwerk.  Dat is een omschrijving voor de muziek van Unheilig.  Dat zou een mens kunnen afschrikken.  Diezelfde mens zou zich kunnen afkeren.  Maar de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend.  De hardheid blijkt nogal mee te vallen.  Heel vaak voel ik de muziek overhellen naar ballade.  Ik zak een beetje dieper weg in mijn passagiersstoel.  Ik maak het mij knus.  En ik geniet.  Geniet van die pas ontdekte Duitse muziek.
 
Muziek, boeken en een beetje slaap doen de tijd wegtikken.  Brussel dreef verder weg.  Teheran kwam dichterbij.  Vaak was ons gezegd dat bij het binnenvliegen van het Iraanse luchtruim aan de vrouwen gevraagd werd hun haren te bedekken.  Wij zijn goedgelovig.  We namen dit voor waar aan.  We wachtten op het moment van die kleine dienstmededeling.  Die mededeling bleef uit.  De vraag werd ons niet gesteld.  In het vliegtuig bleven de vrouwen ongesluierd.  Dat veranderde toen wij op Teheran landden.  Toen wij voet aan de grond zetten.  Plots waren alle vrouwen gesluierd.  Ik dacht terug aan wat ik gelezen had.  Islam zou letterlijk ‘onderwerping’ betekenen.  Ik vroeg mij af of die onderwerping nu al een feit was.  Of de vrouwen met die sluier nu al capituleerden.  Ik dacht het niet.  Ik meende in die sluier enkel een bereidheid te lezen om zich open te stellen.  Een bereidheid om de ander te ontmoeten.  Soms moeten in dat streven naar ontmoeting offers worden gebracht.
 
Wij rijden meteen door naar ons hotel, dichtbij de luchthaven.  We kruipen onmiddellijk onder de wol.  Geen slaapmutsje aan de bar.  Het is al laat.  Morgen moeten we vroeg op.  Dan begint de eigenlijke rondreis.  Aan die rondreis willen we goed uitgerust beginnen.  Jawel, reizen is topsport.  Topsporters dienen zich te verzorgen.
 
Ik lig in bed.  Nog wat te draaien en te keren.  Mijn oog valt op die ene richtingsaanwijzer tegen de muur in onze kamer.  Die wijzer geeft de richting aan van Mekka.  Ik weet waarheen mij te richten.  Ik ben klaar voor het gebed.  Als zij mij tot het gebed roepen.  Alleen zijn wij hier in Iran.  Hier wordt niet opgeroepen tot het gebed.  Geen geluidsversterkers op de minaretten.  Hier wordt geen vijf maar slechts drie maal gebeden.  Bij de sjiieten valt het middaggebed samen met dat van de namiddag en het avondgebed valt samen met dat van zonsondergang.  Ik lig in bed en bedenk dat dé islam niet bestaat.  Er zijn verschillen.  Dit zal een moeilijke reis worden.  Welkom in Iran.  Welkom in het land waar bijna vijfennegentig procent zich tot het sji’isme bekent.  Bidden ga ik niet doen.  Slapen, dat zal ik doen.
 
Mijn reisverhaal Iran.  Dag 2: Teheran – Ghom – Kashan.  Te lezen op woensdag 12/09/2018.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten