Beste Filip,
Ik had een verhaal verwacht over de liefde. Over een nieuwe, verse liefde. Over een grote liefde. Een Canadese soldaat, Nathan, is gelegerd in
Frankrijk. Hij moet het vrije Westen
verdedigen tegen het dreigende communistische gevaar. De Koude Oorlog, u kent het nog wel. Zijn grote liefde, Margret, wordt
overgevlogen. Soldaten moeten rustig
gehouden worden. Hebben verstrooiing
nodig. Afleiding. Liefde kan dan een oplossing zijn. Beiden kijken uit naar de hereniging. Man en vrouw willen samen zijn. Maar al snel gaat het fout. Margret is zwanger maar verliest kort na de
landing in Frankrijk de baby. Zij keert
kinderloos terug naar Canada. Hij blijft
achter in Frankrijk. Dit wordt geen
liefdesverhaal. Een ander verhaal wordt
verteld.
Het verhaal van de liefde dooft uit.
Het verhaal van de leegte treedt in de plaats. Het verlies van een kind drijft uiteen. Stilte wordt de enige communicatie. Elk gaat zijn eigen weg. Naast elkaar leven, dat wordt het. Nathan meent dat een troosteres oplossing kan
brengen. In die mate zelfs dat hij
gelooft dat hij via overspel een zoektocht naar zichzelf kan beginnen. In de ander zichzelf vinden. Want hij lijkt zichzelf kwijt te zijn. Hij hoopt zo gereinigd terug te keren. Het klinkt mooi. Heel misschien naïef. De laatste strohalm, daaraan klampt Nathan
zich vast. Een oplossing brengt het
niet. Margret verdwijnt via de
achterdeur. Emilie stapt binnen via de
voordeur. Nathan en Emilie worden een
koppel. Krijgen een zoon, Alain.
De vader vertelt zijn verhaal.
De zoon vertelt zijn verhaal. De
vader wil verklaren. De zoon wil
begrijpen. Verschillende verhalen
krijgen wij te lezen. Verschillende
visies krijgen wij te horen. Die
verschillen onthullen één iets. Vader en
zoon leven samen in een gespannen verhouding.
Beste vrienden zullen het niet worden.
Moeder wordt in de rol van masseuse gedwongen. Zij moet de spanningen wegmasseren. Heel misschien komen die spanningen voort uit
het feit dat vader zijn zoon wil weghouden van zijn verleden. Hij wil zijn zoon weghouden van bepaalde
plaatsen. Omdat die plaatsen zouden
kunnen onthullen. Bepaalde zones worden
zo no-go-zones voor de zoon.
Verbieden helpt niet.
Integendeel. Het maakt
nieuwsgierig. Verboden zones worden dan
toch betreden. Het onderzoek begint in
eigen dorp. In eigen land. In het buitenland. Plots dringt de wereld het verhaal
binnen. De wereldpolitiek. Het verhaal wordt ruimer. Jawel, ik meen een boodschap te moeten lezen
in uw boek.
In uw boek lezen wij een blind geloof in de vooruitgang. Vooruitgang was in die dagen de nieuwe
religie. Atoomenergie en chemie waren
toen de gouden kalveren. Beide werden
vurig aanbeden maar nauwelijks begrepen.
Ruimte voor kritiek was er niet.
Noodzaak aan kritisch onderzoek was er niet. De nieuwe religie mocht niet in twijfel
getrokken worden. Als het dan al eens
verkeerd liep, werden de rangen gesloten.
De overheid wist wat goed was. De
overheid wees de richting aan. Iedereen
diende te volgen. Jawel, de tijden zijn
veranderd. Toen was het anders. De burgers werden onwetend gehouden. Wat niet weet, niet deert. Een verfoeilijke gedachte. Het ongebreidelde geloof in het technisch
kunnen loopt zware deuken op. Maar
iedereen zwijgt. Mondjes dicht, graag.
Niet enkel wordt er nagedacht over de rol van de overheid. Net zozeer wordt er nagedacht over de rol van
de politie. Over de rol van de
pers. Over de rol van de politiek. Over de rol van de industrie. Over de rol van verzet. Er wordt nagedacht over veiligheid. Over onveiligheid. Jawel, Nathan, Margret, Emilie en Alain
voeren ons de grote wereld binnen.
Namen sijpelen het verhaal binnen.
Niet de minste namen. Grote
namen. Gekende namen. Jacques Chirac. Lionel Jospin. Vladimir Poetin. Viktor Orban.
Jean-Marie Le Pen. De wereld
wordt kritisch bekeken. In uw boek
schrijft u hoe angst het kiertje is waarlangs machthebbers zich toegang
trachten te verschaffen tot de mensen.
Tot wie zij zijn. De bezetting
van het geheugen zou zo veel machtiger zijn dan tanks. U bent bezorgd. Die bezorgdheid uit u. In uw boek.
Ik lees uw politieke engagement.
Maar net zozeer lees ik uw sociale engagement. U schrijft over de Gaume. U schrijft hoe die streek ontvolkt. Hoe die streek verwaarloost. Le Nord est mort, zo schrijft u het. U hebt het over de vierde wereld. Hoe die vaak heel zichtbaar is. Maar net zo vaak heel onzichtbaar. U schrijft over mensen. Over vergeten mensen. Vergeten (of verguisd) door de politiek. Vergeten door de pers. Jawel, de pers schrijft over deze
mensen. In uitgebreide analyses. Maar bijna nooit laat de pers deze mensen aan
het woord.
Ik dacht een boek te lezen over de liefde. Dat is het geworden. Gedeeltelijk.
Ik heb gelezen wat liefde doet met mensen. Liefde kan mooi zijn. Soms kan diezelfde liefde verwoestend
zijn. Dat heb ik gezien. Dat heb ik gelezen. Op persoonlijk vlak mag ik de liefde als
zaligmakend ervaren. Zo is het evenwel
niet altijd. Ik wist het wel. Hiervan was ik mij bewust. Toch herinnert u mij toch nog eens aan die
destructieve kracht. Het doet mij
beseffen hoe bevoorrecht ik ben. Niet
enkel schrijft u over de liefde. U doet
meer. U laat de lezer nadenken over de
wereld. Over wat er in die wereld
gebeurt. U stelt vragen. Terechte vragen. Kritisch schrijft u over de vrije markt. Over de politiek. Neen, uw boek is geen politiek pamflet. Dat zou onrecht doen aan Nathan. Aan Margret.
Aan Emilie. Aan Alain. Zij spelen geen bijrolletje. Zij dragen uw verhaal. Een verhaal dat hen door omstandigheden
confronteert met de thema’s uit die dagen.
Die thema’s gaat u niet uit de weg.
Integendeel. U integreert deze in
het verhaal. De Grote Geschiedenis wordt
onderdeel van uw verhaal.
Beste Filip. U hebt mij
meegenomen op een grote reis. Een grote
reis doorheen de tijd. Ik heb
herkend. Ik heb verbindingen
gelegd. Ik heb links gevonden tussen
verleden en heden. Die reis heb ik
ondernomen vanuit mijn zetel. Niet met
de wagen. Niet met het vliegtuig. Wel met uw boek. Uw boek nam mij mee. Nam mij mee langs landen. Langs steden.
Nam mij mee langs historische momenten.
Voor die reis, waarbij ik terugblikte en vooruit keek, wil ik u
danken. U dwong mij na te denken. U dwong mij tot stellingname. Toch deed u niet enkel dat. Bovenal deed u mij genieten. U schonk mij het ware leesplezier. Lezen en nadenken, dat lijkt mij toch de
ideale combinatie.
En oh ja. Nog heel even
dit. Terwijl ik deze brief zit uit te
tikken, luister ik naar Jean Ferrat. Die
was mij voordien onbekend. U liet mij
kennismaken met deze Franse zanger. Ook
voor deze heerlijke ontdekking wil ik u danken.
Ik luister. Ik geniet.
Met vriendelijke groeten.
Wat heb je je leeservaring weer prachtig beschreven. Ik lees ze altijd met heel veel plezier. Goede recensie!
BeantwoordenVerwijderenTruusje Truffel Leest
Beste Wim, we kennen elkaar niet, maar mijn uitgever maakte mij attent op jouw brief. Dat is behalve een brief een uitmuntende recensie. Om wàt je schrijft & hoe goed je mij las. En om hoé je het schrijft: fijne pen. Mocht er een prijs bestaan voor Beste Lezer: it was in your pocket already. Zo bedankt. We blijven schrijven. Hartelijk, Filip Rogiers
BeantwoordenVerwijderen