dinsdag 27 februari 2018

Invisible van Kabinet K/HetPaleis, gezien in NTGent. Brief aan Louise, Jacob, Kwint, Naïm, Lisse, Titus en Sueli.

Beste Louise,
Beste Jacob,
Beste Kwint,
Beste Naïm,
Beste Lisse,
Beste Titus,
Beste Sueli,
 
Die woensdagmorgen las ik de krant.  Dat is geen rariteit.  Ik doe het elke morgen.  Ik heb die vervelende neiging een geïnformeerd burger te willen zijn.  Een kritische burger.  Daarom de krant dus.  In de hoop op die manier mijn zin voor kritiek scherp te houden.  Een mens heeft zo zijn rituelen.  Ik ben hierop geen uitzondering.  Elke morgen mijn krant.  Elke morgen mijn koffie.  Maar die woensdagmorgen smaakte mijn koffie niet.  Er was de verslaggeving over Syrië.  Een artikel over de bombardementen in Oost-Ghouta.  Bombardementen en koffie, het kan niet samengaan.  Er was die morgen niet enkel dat artikel.  Er was ook die ene foto.  Die ene foto op de voorpagina.  Ik zag dat kind.  Ik zag angst.  Ik voelde eenzaamheid.  Verlatenheid.  Ik zag een kind zonder verleden.  Zonder toekomst.  Ik zag een kind waarvan zelfs het heden was ontnomen.  Platgebombardeerd.
 
Misschien een vreemde inleiding voor een brief.  Misschien een vreemde inleiding om tot uw voorstelling Invisible te komen.  Dat is nochtans waaraan ik dacht bij de eerste momenten van uw dansvoorstelling.  Ik dacht opnieuw aan dat krantenartikel.  Aan die foto.  Op het podium zag ik diezelfde angst.  Diezelfde eenzaamheid.  Ik voelde de kilte.  De koude.  Ik zag hoe die drang om te overleven alles aan de kant schoof.  Overleven wordt de reden van bestaan.  De enige bestaansreden.  Er is geen plaats voor liefde.  Voor relaties.  Voor menselijke warmte.  Ik zag hoe oorlog dat alles wegneemt.  Ik zag hoe oorlog verkilt.  Ik zag hoe oorlog alles doet verstarren.  Ik zag hoe oorlog het licht in de ogen uitdooft.  In die ogen zag ik geen hoop.  Ik zag enkel een onmetelijke diepte.  Een zwarte en lege diepte.
 
Terwijl ik zat te kijken, besefte ik dat niet enkel oorlog die vernietigende kracht in zich draagt.  Die kracht hoeft niet enkel in oorlogsgebied gezocht te worden.  Die kracht kan ook dicht bij ons huizen.  In gezinssituaties kan zich die kracht ook ontwikkelen.  In gezinnen kan die liefde uitdoven.  In gezinnen kan die liefde niet bestaan.  Omstandigheden kunnen mensen daartoe drijven.  Het warme, huiselijke nest kan verworden tot een bedreiging.  Tot een plek, waarvan men wil weglopen.  Waarvan men wil vluchten.  Wat overblijft, is alweer leegte.  Verweesdheid.
 
Bijna moet ik huilen.  Huilen om wat ik op het podium zie.  Wat ik op het podium zie, is een constant falen.  Een falen om zich te hechten.  Om liefde te geven.  Om zich open te stellen.  Daarom moet ik bijna huilen.  Ik wil mijn buur omarmen.  In mijn armen nemen en hem zeggen dat alles goed komt.  Dat alles uiteindelijk goed komt.  Toch doe ik het niet.  Ik wil mijn buur niet afleiden.  Ik blijf op mijn stoeltje en vecht tegen mijn tranen.  Want die tranen wellen om nog een andere reden op.  Ik denk terug aan mijn jeugd.  Aan mijn thuis.  Begrijp mij niet verkeerd.  Ik heb geen liefde moeten ontberen.  Ik werd overladen met liefde.  Ik werd opgevoed in een warm nest.  Door fijne ouders.  Al lachend durf ik wel eens tegen vrienden te zeggen dat ik een ongeschonden jeugd heb gehad.  Dat is zo.  Die herinneringen doen mij beseffen wat het moet betekenen als dat alles ontbreekt voor een kind.  Om die redenen huil ik bijna.  Omdat ik moet denken aan dat onvergetelijke cadeau dat mijn ouders mij hebben gegeven.  Mij nog steeds geven.  Omdat ik moet danken aan wat het moet betekenen als iemand dat cadeau moet ontberen.  Het ene doet mij huilen van puur geluk.  Het andere doet mij huilen omwille van de pure misère.  
 
U lijk te beseffen dat u de toeschouwer niet naar huis kan sturen met een zwaar gemoed.  U lijkt te beseffen dat u de toeschouwer niet de avond kan insturen zonder hoop.  Dat besef doet de voorstelling kantelen.  Heel zachtjes gaat licht doorheen de voorstelling schijnen.  De angst lijkt te verdampen.  De kille starheid lijkt te breken.  Warmte sijpelt binnen.  Er wordt niet meer afgeschermd.  Er wordt niet meer afgeweerd.  Er wordt omarmd.  Er wordt omhelsd.  Eenzaamheid slaat om in verbondenheid.  Alleen wordt samen.  Uitzichtloosheid wordt hoop.  Plots lijkt er opnieuw een toekomst te bestaan.  Er kan vooruit gekeken worden. 
 
Ik voel die omschakeling.  Dat beknellende gevoel verdwijnt.  Ik kan achterover leunen.  Rustig op mijn stoeltje gaan zitten.  Dat was voordien onmogelijk.  Ik zat op het puntje van mijn stoel.  Dat moet nu niet meer.  Rust treedt in.  Tranen drogen op.  Een lach verschijnt.  Wat ik wenste, wordt werkelijkheid.  Het geluk lijkt te overheersen.  Zo kan afgesloten worden.  Zo mag afgesloten worden.  Met een warm gevoel kan ik de koude nacht instappen.  
 
Ik rij naar huis.  Met de wagen.  Op de radio hoor ik Courtney Marie Andrews.  May your kindness remain.  Dat zingt zij.  Die song lijkt het allemaal samen te vatten.  Goedheid.  Genegenheid.  Vriendelijkheid.  Dat is wat mensen samenbrengt.  Samenhoudt.  Op de tonen van dat liedje rij ik naar huis.  De wereld kan hard zijn.  De wereld kan mooi zijn.  Het is een strijd.  Een eeuwige strijd.  Maar die moet gevochten worden.  Om die hardheid buiten te houden.  Af te schudden.
 
Beste Louise.  Beste Jacob.  Beste Kwint.  Beste Naïm.  Beste Lisse.  Beste Titus.  Beste Sueli.  Ik wil u danken voor die avond.  Voor die ontroering.  Voor die hoop.  Voor dat wonderlijke geloof dat het mooie uiteindelijk zegeviert.  U hebt mij geraakt.  Diep en intens.  U hebt mij doen stilstaan.  U hebt mij achterom doen kijken.  U hebt mij doen beseffen hoe bevoorrecht ik ben.  Daarvoor wil ik u danken.
 
Met vriendelijke groeten.

PS: Aan het eind van de brief merk ik geen woord gezegd te hebben over de muziek.  Over de soundtrack.  Dat is een aderlating.  Een grote vergeetachtigheid, dat ik tracht te herstellen in dit postscriptum.  Want de muziek verdient een woord van lof.  Meerdere woorden van lof.  De muziek vertaalt de niet gesproken woorden van de dansers.  De muziek bepaalt de sfeer.  In het begin donker en zwaar.  Naar het eind toe licht en speels.  De muziek versterkt het beklemmende.  Versterkt het hoopgevende.  Ik zou mijn ogen kunnen sluiten.  De muziek zou mij het hele verhaal vertellen.  Maar dan zou ik de dansers missen.  Ik blijf dus kijken.  Maar tegelijk luister ik.  Luister ik intens.
 
Speellijst:
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten